Leerkrachten scoren hoog op jobtevredenheid en bevlogenheid, blijkt uit onderzoek van preventiedienst IDEWE. Ze scoren hier hoger dan het gemiddelde over alle sectoren heen, zo blijkt. Daarnaast ligt het risico op burn-out in het onderwijs even hoog als gemiddeld.
Zowat 85 à 89 procent van de leerkrachten heeft een hoge score voor jobtevredenheid, tegen een algemeen gemiddelde van 81 procent. Qua bevlogenheid is het verschil nog groter: 85 à 88 procent van de leerkrachten scoort hoog, tegenover een algemeen gemiddelde van 79 procent.
Daarnaast scoren leerkrachten ook goed op de mate van autonomie die ze ervaren (47 procent tegenover algemeen gemiddelde van 34 procent), de mate waarin hun vaardigheden benut worden (72 à 76 procent tegenover 55 procent) of de leermogelijkheden die de job biedt (47-51 procent tegenover 36 procent).
Voor andere parameters die een invloed hebben op de mentale gezondheid, scoren leerkrachten dan weer minder goed. Dat is bijvoorbeeld het geval voor uitputting: 45-47 procent van de leerkrachten ervaart die als hoog tegenover het algemeen gemiddelde van 41 procent. Ook qua werkdruk (29-34 procent tegenover 29 procent), bereikbaarheidsdruk (15-21 procent tegenover 11 procent) en impact van werk op privé (24-25 procent tegenover 16 procent) doet de onderwijssector het gemiddeld minder goed, stelt IDEWE vast.
De preventiedienst spreekt dan ook over een "balans met twee zijden" voor het lerarenberoep, dat met het begin van het schooljaar en het aanhoudende lerarentekort opnieuw onder een vergrootglas ligt. "Op sommige parameters scoort het onderwijs beter, op andere slechter", klinkt het.
Zo wordt van het onderwijs vaak gedacht dat het burn-outrisico er hoger ligt dan elders. Maar dat blijkt niet het geval: beide zijden van de balans houden dat risico in evenwicht. Leerkrachten scoren op burn-outrisico ongeveer gelijkaardig met het algemene gemiddelde (23-27 procent tegenover 26 procent).