De uitbraak van het mpox-virus in Midden- en West-Afrika is nog steeds niet onder controle. Dat laat de Universiteit Antwerpen weten. Twee grote onderzoeksprojecten, waarbij zwangere vrouwen centraal staan, moeten nu de strijd met het virus aangaan. De projecten worden gecoördineerd door de Universiteit Antwerpen en krijgen bijna 9 miljoen euro aan financiering van de Europese Unie en de internationale alliantie CEPI.
Mpox is een virale infectieziekte die meestal van dieren op mensen wordt overgedragen. De ziekte wordt veroorzaakt door het apenpokkenvirus en brengt huiduitslag (pokken) teweeg in bijvoorbeeld de mond, neus of keel.
Op 14 augustus heeft de Wereldgezondheidsorganisatie de Democratische Republiek Congo (DRC) en de buurlanden uitgeroepen tot noodsituatie voor de internationale volksgezondheid. Er zijn al meer dan 37.000 besmettingen en 1.040 bevestigde overlijdens gemeld in 120 verschillende landen. Experts waarschuwen dat deze cijfers mogelijk een onderschatting zijn van de werkelijke situatie.
De Europese Unie maakt in een eerste fase bijna tien miljoen euro vrij voor verschillende onderzoeken die de mpox-crisis mee onder controle moeten krijgen. Twee van die projecten worden gecoördineerd door de Universiteit Antwerpen.
Via het Global Health EDCTP3-programma maakt de Europese Unie nu in een eerste fase 6,7 miljoen euro vrij voor vijf grootschalige onderzoeken die de mpox-crisis mee onder controle moeten krijgen.
De aanwezige UAntwerpen-expertise en langdurige samenwerking in de regio met sterke academische partners geeft ons de mogelijkheid om deze studies te realiseren”, aldus prof. Jean-Pierre Van geertruyden (foto).
Centraal in de onderzoeken staan zwangere vrouwen.
Europa investeert 1,25 miljoen in het PREGMPOX-onderzoek. Samen met de Université Catholique de Bukavu (Congo), Makerere University Lung Institute (Oeganda) en de Universitätsklinikum Hamburg-Eppendorf zullen de Antwerpse onderzoekers focussen op mpox bij zwangere vrouwen.
"We weten dat deze doelgroep een verhoogd risico heeft op een ernstig verloop van de ziekte, maar de onderliggende mechanismen blijven onduidelijk", zegt professor Joseph Siewe (UAntwerpen). Siewe en zijn team gaan daarom de verspreiding van het virus onder zwangere vrouwen gedetailleerd in kaart brengen.
Transmissieroutes
"Zo willen we onder meer de transmissieroutes blootleggen", gaat de professor verder. "We volgen de vrouwen op tot en met de bevalling om de risicofactoren te kunnen bepalen. Een mpox-besmetting wordt vaak gerelateerd aan het verlies van het ongeboren kind, vroeggeboortes en neonatale infecties."
Ook in het tweede project staan zwangere vrouwen (en hun jonge kinderen) centraal. De partners van het PregInPoxVac-project, dat 1,6 miljoen euro financiering krijgt van Europa, zijn naast het GHI en het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties (UAntwerpen), de Université de Kinshasa (DRC), de Fondazione Penta (Italië) en Africa Clinical Research Organisation Ltd.
Vaccinatietwijfel
“Er vonden nog geen uitgebreide studies plaats naar het gebruik van het beschikbare MVA-BN-vaccin bij zwangere vrouwen en zuigelingen die borstvoeding krijgen”, zegt prof. Pierre Van Damme. “We verwachten geen risico, maar een grondige studie in deze populaties zal helpen om het immuunantwoord te onderzoeken, alsook de overdracht van vaccin-geïnduceerde antistoffen van moeder op kind helpen bepalen. Tegelijkertijd willen we ook de vaccinatietwijfel bij zwangere vrouwen, zeker in Congo nog aangewakkerd door verkeerde informatie en gebrek aan vertrouwen in de politiek en het gezondheidszorgsysteem, aanpakken.”