Het gemiddeld aantal gewerkte uren per werknemer in ons land zit nog altijd onder het niveau van voor de pandemie. We zitten 0,7 procent onder het gemiddelde van 2013-2019. Het gaat om 2,5 uur per kwartaal per persoon. Dat blijkt uit dataonderzoek van De Tijd op basis van cijfers van de Nationale Bank van België.
Terwijl werknemers voor 2019 gemiddeld 359,5 uur per kwartaal werkten, ging het in het eerste kwartaal van dit jaar om minder dan 357 uur. Bovendien blijkt het verschil hardnekkig en neemt het aantal gewerkte uren per persoon niet langer toe.
Het globale cijfer verbergt grote verschillen tussen sectoren. In de gezondheidszorg, een sector waar het gemiddeld aantal uren per werknemer sowieso al lager ligt, is de daling sinds de pandemie het grootst. Ook in de industrie, bij openbare diensten en in het onderwijs ligt het arbeidsvolume per werknemer merkelijk lager. De bouw, de communicatieberoepen en het bank- en verzekeringswezen zitten wel boven het precorona-niveau.