Met hun onderzoek en proefschrift ‘Burnout among Emergency Physicians from detection to prevention’ (1) willen Francis Somville, Erik Franck en Peter Van Bogaert evolueren naar een test die kan leiden tot stressreductie bij spoedartsen. Het SMART-EM programma biedt daarvoor een unieke aanpak, maar vereist verdere research en verfijning.
De Belgische Cardiologische Liga vraagt een verplichte gratis screening om de vijf jaar bij de huisarts voor 50-plussers op slagaderverkalking. Dat voor een controle op risicofactoren zoals diabetes, een te hoge bloeddruk, een verhoogde cholesterol, obesitas en een gebrek aan fysieke activiteit. Die zaken spelen een bepalende rol in de mogelijke ontwikkeling van slagaderverkalking. Jaarlijks leidt de aandoening tot 23.000 doden in ons land.
De stad Antwerpen gaat een multidisciplinaire huisartsenpraktijk onderbrengen in het nieuwe ziekenhuis ZNA Cadix op het Eilandje. De praktijk zal zich specifiek richten tot Antwerpenaars die (nog) geen vaste huisarts hebben, in afwachting tot ze er een vinden.
Een groep van goed 30 middenveldorganisaties trekt, in een brief aan de verschillende partijvoorzitters aan de alarmbel over de situatie in de ouderenzorg. De sense of urgency ontbreekt, vindt de Ouderenzorgcoalitie. Ze vragen "een andere kijk en andere aanpak" en "een nieuw sociaal contract". "Als de nieuwe Vlaamse regering niet handelt, zullen de gevolgen niet te overzien zijn", schrijft de coalitie, waar onder meer vakbonden, CM, OKRA en de Vlaamse Ouderenraad deel van uitmaken.
Van 17 tot 21 juni organiseert het Brussels Gezondheidsnetwerk, met de steun van Vivalis, de eHealth Week, een evenement gewijd aan het sensibiliseren van het belang van de toegang van patiënten tot hun eigen gezondheidsgegevens. Het is ook een gelegenheid om de laatste cijfers te ontdekken over de soorten documenten die door patiënten worden geraadpleegd.
Het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA) heeft vrijdag het licht op groen gezet voor het allereerste vaccin tegen de infectieziekte chikungunya. Dat meldt het in een persbericht.
De acceptatie en integratie van nieuwe digitale medische hulpmiddelen door artsen is cruciaal voor de toepassing ervan in de gezondheidszorg. Uit een recent onderzoek blijkt dat de perceptie van het nut en gebruiksgemak van deze “digitale therapieën” (DTx) een positieve invloed heeft op de inburgering ervan.
Elk jaar overlijden in België jaarlijks meer dan 9.000 personen aan de gevolgen van roken, wat neerkomt op één persoon per uur. Dat blijkt uit een studie die Sciensano vrijdag heeft gepubliceerd. Opvallend is een groot verschil in het aantal overlijdens tussen mannen en vrouwen, en de drie gewesten.
Bied opleidingen aan zorgkundigen over sepsis, gebruik waarschuwingssystemen om de aandoening op te sporen en zet Rapid Response Teams in ziekenhuizen. Dat zijn enkele van de aanbevelingen in een advies voor een sepsisplan dat infectioloog Erika Vlieghe samen met een expertengroep op vraag van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke opgesteld heeft.
Vanaf 1 juni wordt het preventieve geneesmiddel Beyfortus, gebruikt tegen het respiratoir syncytieel virus (RSV), vergoed voor baby's, kondigde minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) aan in een persbericht.
Als arts spendeert u veel tijd aan administratie. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van het consultverslag en brieven aan de huisarts, het aanvragen van orders, het voorschrijven van medicatie, etc. Om die administratieve last tot een minimum te beperken beschikt elektronisch patiëntendossier HiX reeds over een innovatief consultformulier waarmee al deze handelingen vanuit één scherm en met zo weinig mogelijk clicks gerealiseerd worden. Met de komst van artificiële intelligentie gaat ChipSoft, IT-leverancier van HiX, hier nog een stap verder in en zet het koers naar het consult van de toekomst. Dit met als doel nog meer administratieve stappen te automatiseren.
Vijf wijzigbare risicofactoren worden in verband gebracht met het risico op hart- en vaatziekten en overlijden ongeacht de oorzaak.
Gibbis is van plan de volgende Brusselse regering te vragen om de nodige middelen vrij te maken zodat het Bouwplan 2024-2029 een echte hefboom wordt voor de toekomstige ontwikkeling van de ziekenhuissector in Brussel.
In verscheidene Franse steden, waaronder Toulouse, Nice, Angers en Limoges, zijn donderdag apothekers op straat gekomen om te betogen. Het orgelpunt van de mobilisatie vindt donderdagnamiddag plaats in de hoofdstad Parijs: actievoerders houden daar een mars van de farmaciefaculteit van de universiteit naar het ministerie van Economie.
In 2023 peilde de Commissie Geestelijke Gezondheid van de FAMGB en de BHAK bij de leden van de twee Brusselse huisartskringen (Franstalig en Nederlandstalig) naar de geestelijke gezondheid van de Brusselaars. Het doel was een momentopname te maken van de geestelijke gezondheid in de huisartspraktijken en de manier waarop ermee wordt omgegaan te evalueren, om samen met de verschillende betrokken actoren gepaste oplossingen te kunnen uitwerken en/of ondersteunen.
Ultrabewerkte voedingsmiddelen zijn o.m. verpakte tussendoortjes, bruisende dranken, instant noedels en kant-en-klare maaltijden. Het zijn industriële bereidingen die hoofdzakelijk bestaan uit stoffen die uit voedingsmiddelen worden gehaald en dan chemisch worden gewijzigd, en additieven om de smaak, de textuur, het uitzicht en de houdbaarheid te verbeteren. Ze bevatten weinig of geen volledige voedingsmiddelen. De consumptie van ultrabewerkte voedingsmiddelen blijkt te stijgen, vooral in landen met een laag of intermediair inkomen. Het aandeel calorieën dat door die producten wordt geleverd, bedraagt in Italië circa 10% en in de Verenigde Staten 58%. In Colombia en Mexico, landen met een intermediair inkomen, is dat respectievelijk 16% en 30%.
Hoe ontstaan ouderdomskwalen zoals minder vlot kunnen bewegen of geen eenvoudige taken meer kunnen uitvoeren zoals een hemd dichtknopen of veters strikken? Welke veranderingen in het brein treden er dan op en hoe kunnen we die tegengaan zodat ouderen zo lang mogelijk gezond kunnen blijven? Om hierop een antwoord te vinden is de faculteit Revalidatiewetenschappen van UHasselt op zoek naar gezonde proefpersonen tussen 25 en 80 jaar oud.
Naar aanleiding van de Werelddag zonder Tabak, die traditiegetrouw plaatsvindt op 31 mei, lanceert Stichting tegen Kanker een oproep om mensen die willen stoppen met roken te ondersteunen met een extra boost.
Binnen de medische vrije beroepen zijn er nog heel wat vraagtekens over de gevolgen van het gebruik van AI in diagnostiek. Ze zijn bang voor foute interpretaties en vraagtekens bij de aansprakelijkheid.
Het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties (CEV) en het Centrum voor Vaccinologie (Cevac), respectievelijk verbonden aan de universiteiten van Antwerpen en Gent, sturen in een rapport "een noodsignaal" uit over Europese wetgeving over vaccinonderzoek.
Twee recente congressen boden Hilde Deneyer, voorzitter van het Brabants Apothekers Forum (BAF), wereldwijde inzichten over 'geintegreerde zorg'. Wat heeft ze onthouden? Wat stelt ze vast? En wat geeft ze graag mee?
De Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef roepen op tot een snelle reactie op de mazelenuitbraak in Europa. Miljoenen kinderen lopen gevaar, waarschuwen de twee instanties.
In mei 2023 heeft de WGO haar vierde ‘Strategic Preparedness and Response plan’ gepubliceerd voor de periode 2023-2025 om informatie te verzamelen over de gezondheid na covid-19. Volgens de eerste gegevens vertoont circa 50% van de patiënten die covid-19 overleven, langdurige respiratoire afwijkingen (dyspneu, chronische hoest, verminderde longfunctie). De oorzaken van die pulmonale restletsels zijn niet heel duidelijk en we weten ook niet goed hoe ze evolueren. Mogelijk is er sprake van longfibrose zoals is vastgesteld bij eerdere pandemieën van coronavirusinfectie en griep. Die fibrose kan het gevolg zijn van een ARDS (‘acute respiratory distress’-syndroom) of van door het SARS-CoV-2 veroorzaakte auto-inflammatoire en/of auto-immune verschijnselen.
Binnen de contouren van het nieuwe Health Value Space Ghent evolueert Maria Middelares naar een ‘smart’ hospital, een slimme organisatie, klaar voor de zorg van de toekomst. Sinds dinsdag 21 mei is de nieuwe da Vinci SP robot (single port) robot in gebruik, die complexe ingrepen mogelijk maakt via één enkele insnede. Afgelopen maandag pakte het ziekenhuis uit met een wereldprimeur: met de SP robot vond een autotransplantatie van de nier plaats.
Sportieve inspanningen vertragen de verouderingsprocessen in het lichaam aanzienlijk. Dat is aangetoond in een UGent-studie. Bij 33 proefpersonen werden de effecten van een trainingsprogramma 6 maanden lang onderzocht. De resultaten waren opmerkelijk: de veroudering van de 'echte lichaamsleeftijd' werd met 7,7 maanden verminderd en de slagaders zelfs met 3,6 jaar verjongd.
De Hoge Gezondheidsraad pleit in een nieuw advies voor een totaalverbod op gokreclame. Dat verbod moet ook gelden voor de Nationale Loterij. Er zijn volgens de HGR naar schatting meer dan 380.000 risicogokkers ouder dan 18 jaar, maar dat is een onderschatting wegens gebrek aan controle op onlinegokken, wat vooral bij de jongere gokkers aan populariteit wint.
Het Deense insulinebedrijf Novo Nordisk is sinds 2023 goed voor de helft van de banengroei in thuisland Denemarken. De vrees bestaat dat de Deense economie te afhankelijk wordt van het farmabedrijf. Het succes van het diabetesmedicijn Omzempic en afslankmiddel Wegovy hebben van Novo Nordisk het waardevolste bedrijf van Europa gemaakt. Het Deense bbp groeide in 2023 met 1,9 procent, maar zonder Novo Nordisk was sprake van een nulgroei.
AZ Oudenaarde trekt volop de kaart van de robotchirurgie. Ook op de dienst urologie behoort een ingreep met een geavanceerde operatierobot vanaf nu tot de mogelijkheden. Robotchirurgie in de urologie werd in AZ Oudenaarde opgestart in samenwerking met prof. dr. Alex Mottrie, een wereldautoriteit op het vlak van robotchirurgie, en dr. Edward Lambert. Beide artsen zijn verbonden aan het OLV Ziekenhuis Aalst.
Verpleegkundigen kunnen via hun buikgevoel mogelijk levens redden. Dat blijkt uit een studie van de UA, recent bekroond met een prestigieuze wetenschapsprijs. "We krijgen veel oproepen van patiënten met een hartstilstand waarvan een aanzienlijk aandeel potentieel vermijdbaar is", legt Prof. Verpleegkunde Filip Haegdorens uit. "De gebruikte scores om een hartstilstand te voorspellen, werken redelijk goed. Maar ze leveren heel wat vals positieven op, wat een soort alarmmoeheid veroorzaakt."
Sinds gisteren is het officieel: de opvolging van Jo De Cock door Mickaël Daubie als voorzitter van de medicomut (nationale commissie artsen-ziekenfondsen), door ons al eerder aangekondigd en ook bevestigd door de medicomut zelf, verscheen immers in Het Staatsblad. Het betreffende koninklijk besluit treedt in werking op 1 juli.
Op een boerderij in het noordwesten van de Verenigde Staten is voor het eerst vogelgriep vastgesteld bij alpaca's. Dat heeft het Amerikaanse ministerie van Landbouw bekendgemaakt. De alpaca's liepen het virus op nadat op dezelfde boerderij eerder al besmettingen waren vastegesteld bij gevogelte. Alpaca's, die oorspronkelijk uit de Andes komen, worden voornamelijk gekweekt voor hun wol.
De kwaliteit van het zwemwater in Vlaanderen is opnieuw zeer goed. Tegelijkertijd valt opnieuw een hoog aantal vaststellingen van blauwalgen op. Dat blijkt dinsdag uit de zwemwaterresultaten van 2023, die bekend worden gemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
In een nieuw standpunt over de wachtdiensten pleit Bvas voor een performant en operationeel triagesysteem, gebaseerd op het 1733-oproepnummer of een gelijkaardig systeem, dat tijdens de ‘diepe nacht’ van 23u tot 8u zowel van toepassing is voor wachtposten van huisartsen als voor de spoeddiensten van ziekenhuizen.
Ondanks de extra middelen is het aantal mensen met een handicap dat wacht op een (hoger) persoonsvolgend budget vorig jaar gegroeid. Eind 2023 stonden er 17.648 personen op de wachtlijst voor een (hoger) persoonsvolgend budget. Dat zijn er 922 of 5,5 procent meer dan de 16.726 personen in 2022. Dat blijkt uit het jaarverslag 2023 van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH).
De Europese Commissie heeft het licht op groen gezet voor een project van België en vijf andere lidstaten om research en innovatie in de farmaceutische sector te ondersteunen. Dankzij soepelere staatssteunregels zullen de deelnemende bedrijven tot één miljard euro aan openbare steun kunnen ontvangen.
OpenAI zet een nieuwe stap voorwaarts op het gebied van artificiële intelligentie met de lancering van GPT-4o (“o” voor “omni”). Dit innovatieve model is ontworpen voor natuurlijke en veel soepelere interactie tussen mensen en computers, waarbij een combinatie van inputs - tekst, audio, beeld en video - wordt geaccepteerd en outputs in tekst, audio en beeld worden gegenereerd.
De klimaatverandering heeft wereldwijd gemiddeld 26 extra dagen van extreme temperaturen hitte veroorzaakt de voorbije twaalf maanden. Dat blijkt uit een rapport van het klimaatcentrum van het Internationale Rode Kruis. De grote meerderheid van de wereldbevolking kreeg te maken met hitte.
Ter gelegenheid van de Wereld Multiple Sclerose Dag op 30 mei biedt het Hôpital de la Citadelle in Luik een innovatief initiatief aan om het bewustzijn te verhogen van de dagelijkse uitdagingen waarmee patiënten die aan deze ziekte lijden, geconfronteerd worden. Op donderdag 30 mei, van 9 tot 14 uur, kunnen professionals uit de gezondheidszorg en het publiek experimenteren met virtual reality en haptische handschoenen om een beter inzicht te krijgen in de symptomen en beperkingen die MS veroorzaakt.
Na het Europees Parlement was het op 21 mei de beurt aan de Raad van de Europese Unie om de “artificial intelligence act” goed te keuren, die tot doel heeft de regels voor artificiële intelligentie te harmoniseren. Deze wetgeving gaat uit van een risicogebaseerde benadering, wat betekent dat hoe groter het risico dat de samenleving schade wordt berokkend, hoe strenger de regels. Het is de eerste wet in zijn soort ter wereld, die een wereldwijde norm kan stellen voor de regulering van AI.
Patiënten met vroegtijdige stadia van longkanker kunnen gebaat zijn met een nieuwe combinatie van immunotherapieën voor er een chirurgische ingreep plaatsvindt. Dat blijkt uit een onderzoek van dr. Kristof Cuppens, longarts bij Jessa en Sint-Trudo in samenwerking met het Nederlands Kanker Instituut en Universiteit van Essen.
In Vlaams-Brabant en Brussel werd het dagelijks bestuur van de provinciale raad ook herschikt na de verkiezingen. Prof. dr. Dirk Michielsen neemt de teugels in handen als voorzitter en afgevaardigde voor de nationale raad. Een blik op de andere namen.
Het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen en Alzheimer Liga Vlaanderen slaan de handen in elkaar voor de lancering van hun inspiratiegids ‘dementievriendelijk ziekenhuis’. Het is hun doel om de zorg voor personen met dementie en hun naasten in ziekenhuizen te optimaliseren. In deze inspiratiegids staat een omschrijving van wat een dementievriendelijk ziekenhuis is en hoe men hieraan vorm kan geven.
Ouders die in het voorbije jaar een kind gekregen hebben, starten vaker met antidepressiva. Dat blijkt uit een analyse van een bevraging die het ziekenfonds Solidaris uitgevoerd heeft bij zijn leden. Solidaris onderscheidt een aantal risicofactoren voor postnatale depressies.
De Brusselse gemeenteraad wil dat het Brussel Gewest maatregelen neemt tegen lawaai van versterkte motoren en uitlaten in de straten van de hoofdstad. De raad keurde maandag een resolutie van gemeenteraadslid Mathias Vanden Borre (N-VA) over de problematiek goed.
Na het succes van zes proefprojecten zijn nu alle middelbare scholen van de stad Brussel (16 Franstalige en 3 Nederlandstalige) uitgerust met verdeelpunten voor menstruatieproducten. Dat meldt schepen van Nederlandstalig onderwijs Anaïs Maes (Vooruit.brussels).
AZ Sint-Blasius neemt een nieuwe vleugel voor het operatiekwartier in gebruik. De nieuwe vleugel is een uitbreiding van het bestaande operatiekwartier en bevat twee bijkomende operatiezalen: een extra traumazaal en een hoogtechnologische hybride zaal voor vaatheelkunde. In totaal telt het operatiekwartier nu 8 zalen. De nieuwe vleugel bevat ook een volledig nieuwe centrale sterilisatie afdeling.
De FOD Volksgezondheid lanceert een sensibiliseringscampagne die zwangere vrouwen en vrouwen die zwanger willen worden, beter moet informeren over hormoonverstoorders. Dat zijn chemische stoffen of mengelingen van chemische stoffen die niet door het menselijk lichaam worden geproduceerd en die de werking van hormonen kunnen ontregelen. Ze kunnen schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid, ook die van ongeboren kinderen.
Adam Castillejo, bekend als de "London Patient", is de tweede persoon ter wereld die van hiv is genezen. Op de BREACH voorjaarsconferentie, die als thema "HIV Cure" had, kregen we de kans hem te ontmoeten voor een exclusief interview.
LATITUDE (Long-Acting Therapy to Improve Treatment Success in Daily Life) is een open, gerandomiseerde fase 3-studie waaraan op het CROI 2024 een speciale sessie gewijd werd. De studie is belangrijk omdat ze gegevens verzameld heeft die nog ontbraken voor langwerkende injecteerbare behandelingen: die voor PLHIV met een slechte therapietrouw.
Een bitherapie DTG+3TC (Dovato®) is even werkzaam als eerstelijnsbehandeling als een tritherapie met FTC/TAF/BIC. Toch zijn er nog veel onbeantwoorde vragen met betrekking tot mogelijke metabole effecten, meer bepaald op de lipiden. Die veranderingen kunnen gepaard gaan met een toename van het risico op cardiovasculaire aandoeningen. Een team uit Italië heeft die effecten onderzocht.
We weten nu dat de bitherapie met dolutegravir+lamivudine (DTG+3TC, Dovato®) zeer werkzaam is. Studies hebben uitgewezen dat de werkzaamheid ervan niet-inferieur is aan die van tritherapie. Zweedse onderzoekers hebben langetermijnresultaten uit hun land bekendgemaakt.
Kelon Han (Collegeville, PA, VS) heeft een fase I-studie gepresenteerd waarin werd uitgezocht of het mogelijk is het tijdsinterval tussen twee dosissen van de verschillende formuleringen van cabotegravir LA (CAB-LA) te verlengen van twee tot vier maanden.
Nicholas Paton (Londen, Verenigd Koninkrijk) heeft de resultaten na 48 weken gepresenteerd van de CARES-studie, waarin een langwerkende injectie met cabotegravir en rilpivirine (CAB+RPV LA) vergeleken werd met de standaardbehandeling in Afrikaanse populaties.
Een longembolie is sowieso vaak een geduchte complicatie, ook bij gezonde mensen, maar is dat nog meer bij kankerpatiënten. Die patiënten lopen een hoger risico op recidief en moeten een behandeling op maat krijgen. Professor Laurent Bertoletti heeft daar op 9 december in Brugge een presentatie over gegeven in het kader van de Belgian Pneumology Days 2023.
De titel van dit artikel verwijst naar het debat dat op 9 december jl. in Brugge gevoerd werd in het kader van editie 2023 van de Dagen van de BeRS. Dyspneu is zowel in acute als in chronische vorm een vaak gehoorde klacht in de pneumologie en de cardiologie. Door het grote aantal mogelijke oorzaken is het niet altijd eenvoudig om de oorzaak ervan op te sporen en de gepaste behandeling te geven. Aangezien acute dyspneu veeleer tot de urgentiegeneeskunde behoort, ging het gesprek hier vooral over de chronische vorm.
Een van de guest stars op het 43e jaarlijkse congres van de Belgian Society of Cardiology (BSC) was ongetwijfeld professor Thomas Lüscher, die in augustus voorzitter wordt van de European Society of Cardiology (ESC). In zijn uiteenzetting met als titel The Future of Cardiology heeft hij meerdere studies uitgelicht die mogelijkheden bieden om de cardiovasculaire mortaliteit te verlagen.
Nikolaus Marx was een van de buitenlandse sprekers die waren uitgenodigd om hun kennis te delen met cardiologen in ons land. Hij is de eerste auteur van de ESC-aanbevelingen voor de behandeling van hart- en vaatziekten bij diabetespatiënten, die eind augustus in Amsterdam werden gepresenteerd. Hij was daarom de meest geschikte persoon om deze voor te stellen. Een samenvatting van een zeer duidelijke presentatie, die de noodzaak van interdisciplinaire samenwerking tussen cardiologen en diabetologen prachtig illustreert.
Infectieuze endocarditis is een potentieel fatale bacteriële aandoening die de hartkleppen of het endocard aantast. De incidentie ervan is beperkt in de algemene populatie, maar is veel hoger in hoogrisicogroepen, die meestal aangeboren of verworven cardiale malformaties vertonen. Hoewel ze vaak ter discussie staat, blijft profylactische toediening van antibiotica vóór invasieve tandheelkundige ingrepen in de meeste landen ter wereld aanbevolen voor hoogrisicopatiënten. Een stand van zaken met dr. Laurent Demulier (Cardiologie, UZ Gent).
In de rand van congressen zijn er meestal posters te zien over interessante studies die niet besproken zijn tijdens de sessies. Dat was ook het geval op editie 2024 van het BSC-congres, met meerdere Belgische studies die onze aandacht waard zijn. Een kleine selectie.
Er zijn twee nieuwe verbindingen op de markt gekomen, tapinarof en roflumilast, die allebei de eiwitten van de huidbarrière moduleren en een anti-inflammatoire werking hebben. De eerste is een agonist van de receptor voor arylhydrocarbon en werkt als een transcriptiefactor. De tweede remt het fosfodi-esterase type 4 (PDE4).
Topische en systemische behandelingen.
In een academische fase II-studie die in Nederland uitgevoerd is bij 29 patiënten met ernstig chronisch eczeem van de handen dat niet gereageerd had op alitretinoïne, is met dupilumab na 16 weken een PGA 0-1 bereikt bij 70% van de patiënten (ten opzichte van 33% onder de placebo). Volgens de auteurs hangt de werkzaamheid van dupilumab mogelijk af van het al dan niet hyperkeratotische karakter van het eczeem.
Er zijn nu meer behandelingen beschikbaar, maar geen ervan verricht wonderen.
Voor deze aandoening zijn het de JAK-remmers die het nieuws domineren, zowel de topische als de orale vormen.
Ook voor deze aandoening gaat de meeste aandacht naar de JAK-remmers, vooral dan de orale vormen.
De pathofysiologie van prurigo is ondertussen goed bekend, met vooral de keratinocyten die een bron van groeifactoren vormen en de inflammatoire cytokines die tot immuuunactivering leiden.
Acne, rosacea, seborroïsch eczeem
Bacteriële seksueel overdraagbare infecties, schurft, borreliose.
Vulvovaginale candidose, Lichen planus in de mond, aftosen.
Naar goede jaarlijkse gewoonte vond op 27 januari 2024 het jaarlijkse congres voor pediatrische dermatologie plaats te Brussel. Dit verslag neemt je mee door de hoogtepunten binnen het diverse thema “Pigmentation disorders in children”, van de verschillende types naevi (Spitz, congenitale en nagelmatrix naevi) tot café-au-lait maculae en hypopigmentaties.
De “wereld van tumoren van de huidaanhangsels”, aldus professor Cribier, is gecompliceerd en kan vijandig lijken. Het is echter belangrijk om daar enige kennis van te hebben, mocht het geval zich ooit voordoen.
Dit artikel geeft een overzicht van de recente aanwinsten bij de behandeling van het merkelcelcarcinoom. Het is gebaseerd op de presentatie van professor Jürgen C. Becker en beschrijft de klinische diversiteit, de diagnose en de epidemiologie van het merkelcelcarcinoom en de significante aanwinsten inzake immuuntherapie. In de studies MCC TRIM en ADMEC-O heeft prof. Becker veelbelovende resultaten behaald, die uitzicht bieden op een behandeling op maat. Het artikel gaat verder in op de behandeling van het merkelcelcarcinoom anno 2023.
Verschillende behandelingen worden besproken die geïndiceerd zijn voor plaatselijk gevorderde basaalcelcarcinomen. Het zal vooral gaan over remmers van de hedgehog-signaalroute, de behandeling van hun bijwerkingen en het optreden van resistentie tegen die behandeling. Daarnaast gaan we ook in op immuuntherapie, de tweedelijnsbehandeling.
Professor Maarten Vermeer heeft een presentatie gegeven over cutane lymfomen en de nieuwe therapeutische mogelijkheden.
In de literatuur vinden we enkele studies, merendeels observatieonderzoeken, die overschakeling van B/F/TAF op dolutegravir en lamivudine (DTG/3TC) hebben geëvalueerd bij hiv-geïnfecteerde patiënten bij wie het virus onder controle was. Tijdens de ID-Week enkele dagen voor het EACS 2023 is een tussentijdse analyse van de grote open DYAD-studie gepresenteerd.
Paul O’Brien heeft een studie gepresenteerd die is uitgegaan van de Adelphi HIV II-studie, een Europese enquête uitgevoerd in het reële leven tussen november 2022 en juni 2023, om na te gaan welke factoren belastend zijn en een negatieve invloed hebben op de aan de gezondheid gerelateerde levenskwaliteit van hiv-geïnfecteerde patiënten en hun artsen.
CARISEL is de eerste Europese studie die de haalbaarheid en de werkzaamheid van CAB+RPV LA om de 2 maanden heeft onderzocht. De post-hocanalyse die in Warschau is gepresenteerd, vat de klinische resultaten en de implementering per land samen.
Toediening van de combinatie cabotegravir + rilpivirine (CAB+RPV) om de 2 maanden is het enige bestaande volledige langwerkende (LA) schema dat het hiv-1 onderdrukt houdt. SOLAR is de eerste fase IIIb-studie die CAB+RPV LA direct heeft vergeleken met de drievoudige combinatietherapie bictegravir/emtricitabine/tenofoviralafenamide (BIC/FTC/TAF) (dagelijks per os). De langwerkende injecties zijn niet minder goed gebleken.
Op het congres van de EACS 2023 in Warschau heeft dr. Vani Vannappagari (Durham, Verenigde Staten) de resultaten gepresenteerd van de DOLOMITE-EPPICC-studie over toediening van dolutegravir (DTG) tijdens de zwangerschap en de gevolgen ervan voor moeder en kind.
Met een antiretrovirale behandeling worden spectaculaire resultaten geboekt. Parallel daarmee zijn de doodsoorzaken bij hiv-geïnfecteerde patiënten veranderd. Infecties zijn niet meer de belangrijkste doodsoorzaak, dat zijn nu niet-overdraagbare ziektes en vooral hart- en vaataandoeningen.
Tussen 2011 en 2022 is het jaarlijkse aantal veranderingen van antiretrovirale behandeling in het Chelsea and Westminster Hospital, een groot ziekenhuis in Londen dat een zeer aanzienlijk aantal hiv-geïnfecteerde patiënten volgt, gestegen van 8% naar 18%. Eén van de redenen waren medicamenteuze interacties. Tijdens die periode is het aantal veranderingen van antiretrovirale behandeling wegens medicamenteuze interacties gestegen van 4% naar 33%. Dat heeft te maken met de veroudering van de hiv-geïnfecteerde patiënten.
Op het recente congres van de EACS in Warschau is een Frans observatieonderzoek gepresenteerd dat de virologische werkzaamheid en de veiligheid heeft geëvalueerd van overschakeling op een tweevoudige combinatietherapie met dolutegravir plus doravirine, een NNRTI van de laatste generatie, in plaats van het klassieke lamivudine.
Op het congres van de EACS in Warschau in 2023 heeft een Franse groep een overzicht gegeven van de incidentie van kanker bij hiv-geïnfecteerde patiënten tijdens de laatste 20 jaar. In het algemeen is die incidentie gedaald, maar het risico is toch nog altijd hoger dan in de algemene bevolking. Bovendien blijkt de incidentie van leeftijdsgebonden kankers te stijgen.
Op 2 oktober 2023 heeft de Amerikaanse CDC (Centers for Disease Control and Prevention) de eerste richtlijnen gepubliceerd voor gebruik van doxycyline als post-expositieprofylaxe om seksueel overdraagbare bacteriële infecties te voorkomen. Dat wordt nu doxyPEP genoemd. Die nationale richtlijnen gaan over de toepassing van die nieuwe vorm van preventie. Waarschijnlijk zal dat ertoe leiden dat ook andere landen doxyPEP gaan aanraden.
CARISEL is de Europese tegenhanger van de Amerikaanse CUSTOMIZE-studie. Beide stellen zich tot doel om succesvolle methodes te identificeren om de langwerkende behandeling (long-acting, LA) met cabotegravir en rilpivirine (CAB+RPV LA) te integreren in de behandeling van personen met hiv. Op de IAS werden de bijgestelde resultaten van CARISEL gepresenteerd.
Klinische studies hadden al de werkzaamheid en veiligheid aangetoond van de langwerkende behandeling (long-acting, LA) met cabotegravir+rilpivirine (CAB+RPV LA). Het is echter altijd interessant om de resultaten te kunnen testen in de echte klinische praktijk. Dat deden Amerikaanse onderzoekers in de TRIO-studie.
‘Patiëntgerelateerde uitkomstmetingen’ (patient-related outcomes measures, PROM) worden steeds belangrijker om de werkzaamheid van een behandeling te evalueren bij hiv-geïnfecteerde personen, naast virologische onderdrukking of CD4-getal. Voor de evaluatie van deze PROM's werd een langwerkende injecteerbare behandeling (long-acting, LA) vergeleken met een klassieke orale behandeling.
Dr. Gary Blick (Stratford, Verenigde Staten) stelde de resultaten voor van de prospectieve SOLAR 3D-studie die naging in hoeverre DTG/3TC de virologische onderdrukking kan in stand houden bij volwassenen die op deze behandeling overschakelen na meervoudig virologisch falen en na een huidige of eerdere M184V/I-resistentie.
Een van de grote moeilijkheden bij de behandeling van patiënten is behandelingsresistentie. Slechts weinig studies onderzochten de resistentie die van meet af aan aanwezig is bij behandelingsnaïeve patiënten. De auteurs van de D2ARLING-studie (lees: DARLING) wilden de behandeling met DTG/3TC of DTG+TDF/XTC testen bij naïeve patiënten en vergeleken de resultaten zonder kennis van de resultaten van de genotypische resistentietest bij baseline. De test werd wel uitgevoerd, maar de resultaten werden tot week 48 gemaskeerd.
Tieners vormen in de geneeskunde een kwetsbare groep aan wie slechts weinig studies worden gewijd. De uitdaging is om hen een efficiënte behandeling aan te bieden die lange tijd werkzaam is en goed wordt verdragen, kwestie van de best mogelijke therapietrouw te garanderen. De DANCE-studie toont de werkzaamheid en veiligheid aan van de combinatie dolutegravir/lamivudine (DTG/3TC).
Dat zijn moeilijke vragen, die prof. Giovanni Guaraldi (Universiteit van Modena, Italië), Mario Cascio van de European AIDS Treatment Group (EATG) en Axel Vanderperre (Positieve raad) hebben geprobeerd te beantwoorden.
Herpes zoster is frequent bij bejaarden en immunogedeprimeerde patiënten. Prof. Nicolas Dauby (UMC Sint-Pieter) heeft geprobeerd een antwoord te geven op die vraag.
Er zijn nog altijd heel wat vragen over vaccinatie bij hiv-geïnfecteerde patiënten. Dr. Rémy Demeester (CHU Charleroi) heeft een presentatie gegeven over de nieuwe en de oude vaccins tegen verwekkers van longziekten.
Charlotte Vanden Bulcke (UZ Gent) heeft een presentatie gegeven over de psychosociale aspecten bij veroudering van hiv-geïnfecteerde patiënten.
De behandeling van hiv-geïnfecteerde patiënten moet een breder perspectief hebben dan alleen controle van de viruslast, aldus dr. Marie-Angélique De Scheerder (UZ Gent).
Op die vraag heeft dr. Dominique Van Beckhoven (Sciensano) een antwoord gegeven.
Welke invloed heeft de behandeling op de lengte van de telomeren? Telomeren zijn stukjes DNA die korter worden bij het verouderen. Een internationaal team heeft dat onderzocht.
De ATLAS-2M-studie, een fase 3b-studie, heeft aangetoond dat langwerkende injecties van cabotegravir (CAB) + rilpivirine (RPV) om de 8 weken (Q8W) gedurende 152 weken niet minder effectief zijn dan injecties om de 4 weken (Q4W). Een subanalyse heeft onderzocht of er verschillen waren tussen injectie in de dij in plaats van in de bil.
Checkpointremmers zijn doeltreffend bij heel wat kankers. Dr. Ashish Arunkumar Sharma (Atlanta, GA, USA) et coll. hebben een verrassende studie hierover bij hiv-geïnfecteerde patiënten gepresenteerd.
J.-M. Molina heeft een wellicht hoopgevende studie gepresenteerd waarin de patiënten werden behandeld met vaccinatie en een antibioticum.
Het apenpokkenvirus (mPOX) kan een fatale infectie veroorzaken bij hiv-geïnfecteerde patiënten, vooral patiënten die niet goed onder controle zijn met de behandeling en al zeker patiënten die geen behandeling (kunnen) krijgen.
Prof. Linos Vandekerkhove (Gent, België) heeft een poster gepresenteerd met de resultaten van de RUMBA-studie na 48 weken over de gevolgen van overschakeling van een drievoudige combinatietherapie naar een tweevoudige combinatietherapie met lamivudine (3TC) en dolutegravir (DTG).
Langwerkende intramusculaire injecties van cabotegravir en rilpivirine (CAB + RPV LA) om de maand of om de 2 maanden zijn de eerste en tot nog toe enige langwerkende antiretrovirale behandeling die is goedgekeurd voor hiv-geïnfecteerde patiënten. Moti Ramgopal (Fort Pierce, FL, USA) en zijn collega’s hebben de resultaten gepresenteerd van de eerste studie die CAB + RPV LA heeft vergeleken met de standaardbehandeling bictegravir/emtricitabine/tenofovir alafenamide (B/FTC/TAF) dagelijks per os.
Het lijkt wat op een fabel voor schooljongens, maar is het niet. Rebecca Fielding-Miller et coll. van de University of California (San Diego, CA, USA) hebben hun studie uitgevoerd in scholen om na te gaan welk effect het dragen van een masker heeft op de circulatie van het virus.
Na tientallen jaren onderzoek is er nog altijd geen vaccin tegen het hiv. Verschillende grote studies hebben geleerd dat het erg moeilijk is dat complexe virus te bestrijden, maar er zijn andere mogelijkheden.
Doxycycline wordt al meerdere jaren uitgetest als post-expositieprofylaxe van verschillende seksueel overdraagbare infecties. Op de CROI 2023 zijn opnieuw bemoedigende resultaten gepresenteerd.
Het is uiteraard onmogelijk om hier al het belangrijke nieuws te bespreken dat tijdens editie 2023 van het CROI-congres gepresenteerd is. Hier volgt nog een korte samenvatting van vier volledig subjectief gekozen items.
Uit de studie met de toepasselijke naam LIFE is gebleken dat meting van de virale belasting bij risicokinderen op het moment van de bevalling en onmiddellijke behandeling met virusremmers het aantal sterfgevallen in de eerste 6 levensmaanden verlaagt met 67%.
Niet alleen haute couture verdient een podium. Ook het CROI 2023 was een défilé van nieuwe en innoverende formuleringen om de toediening van antiretrovirale therapie en PrEP te vereenvoudigen en te verbeteren. Vaginale ringen, implantaten en pleisters kenden we al, maar er was nog een andere innoverende toedieningswijze van PrEP of PEP die op veel aandacht van de deelnemers kon rekenen.
Een langwerkende injectie met de combinatie van cabotegravir en rilpivirine zou een oplossing kunnen vormen voor mensen die, als gevolg van hun levenswijze, hun materiële situatie of psychische toestand niet goed gevolgd kunnen worden via de klassieke zorgkanalen, waardoor de virale suppressie niet gegarandeerd is met orale virusremmers.
Prof. Chloé Orkin (Queen Mary University, Londen), de grande dame van de klinische studies naar hiv, mag een nieuwe voltreffer op haar naam schrijven. Op editie 2023 van het CROI-congres riep ze immers op om apenpokken toe te voegen aan de lijst van met hiv samenhangende opportunistische infecties. Ze deed dat op basis van de resultaten van een retrospectieve studie bij bijna 400 seropositieve patiënten.
Tirzepatide is in de Verenigde Staten, Europa en Japan goedgekeurd voor de behandeling van type 2-diabetes. Deze GIP/GLP-1-receptoragonist heeft een halfwaardetijd van 5 dagen, waardoor hij eenmaal per week kan worden toegediend. Hij werd geanalyseerd in het SURPASS-programma, waaruit bleek dat het drievoudige streefdoel HbA1c < 5,7%, gewichtsverlies ≥ 10% en geen hypoglykemie duidelijk beter bereikt werd met tirzepatide dan met zijn actieve concurrenten.
Diabetische retinopathie treft wereldwijd meer dan 100 miljoen mensen, of iets meer dan een kwart van de diabetespatiënten. Nog eens bijna een kwart daarvan is nagenoeg blind. Dat zijn onrustwekkende cijfers, temeer omdat bij extrapolatie van de huidige cijfers die aantallen wereldwijd zouden oplopen tot 130 miljoen in 2030 en 160 miljoen in 2045. De studie die gepresenteerd werd door Rebecca Thomas (Swansea, Wales) had betrekking op de evolutie tijdens het laatste decennium.
De cardiovasculaire mortaliteit als gevolg van luchtvervuiling door fijnstof stijgt voortdurend, en die vorm van luchtvervuiling is ernstiger in Aziatische landen dan elders ter wereld. Een Taiwanees team onder leiding van Jun-Sing Wang (Taichung) heeft onderzocht welke invloed die vorm van luchtvervuiling heeft op het risico op zwangerschapsdiabetes. De onderzochte populatie was die van de stad Chiayi, die op een hoogte van ongeveer 150 meter ligt in een vlakte in het zuidoosten van het eiland en bekendstaat voor zijn hoge mate van luchtvervuiling.
Het totale aantal sterfgevallen wegens hartfalen neemt gestaag toe. De aanbevolen eiwitinname bij die patiënten bedraagt 1,1g/kg, temeer omdat ondervoeding bij deze aandoening vaak voorkomt. Een Taiwanees team onder leiding van Chih-Yun Chang (Taichung) wilde nagaan welke invloed de eiwitinname heeft bij die patiënten, en verzamelde daarom gegevens van een cohort van 52.876 patiënten ouder dan 18 jaar, van wie er 832 hartfalen vertoonden.
De leeftijd en het geslacht hebben een invloed op de activiteit van de mineralocorticoïdreceptoren, wat een rol speelt bij de ontwikkeling van cardiorenale complicaties als gevolg van diabetes (1). Het was echter niet bekend of die factoren ook invloed hebben op de antagonisten van mineralocorticoïdreceptoren in het geval van type 2-diabetes met nierinsufficiëntie.
“Een primipara van 38 jaar met een nuchtere glykemie van 70mg% en een glykemie na 1 en 2 uur van respectievelijk 200mg% en 161mg% behandel je niet op dezelfde manier als een vrouw van 29 jaar die voor de tweede keer zwanger is en waarden van respectievelijk 103, 199 en 169mg% heeft”, aldus Roseanne Yeung (Un. Alberta, Canada).
Diabetes is een erkende risicofactor voor ernstige covid-19. Aangezien we onvoldoende weten over de cardiovasculaire en renale complicaties van die infectie bij diabetespatiënten, heeft een Zweeds team onder leiding van Robin Kristófi (Uppsala) daar onderzoek naar gedaan aan de hand van een Zweedse nationale cohort van alle patiënten met type 1- of type 2-diabetes met een bevestigde diagnose van covid-19 (n = 11.005 van wie 305 met T1D) of griep (n = 5.111 van wie 304 met T1D).
Het Global Health and Population project on Access to Care for Cardiometabolic disease (HPACC) wou de impact evalueren van het project ‘Improving Health Outcomes of People with Diabetes Mellitus’ van de Wereldgezondheidsorganisatie. Daarom hebben ze op basis van nationale enquêtes die uitgevoerd werden bij 39.792 volwassenen tussen 30 en 69 jaar oud, met uitzondering van zwangere vrouwen, de streefdoelen beschreven die in verschillende landen behaald werden en geanalyseerd hoeveel diabetespatiënten de streefdoelen van een HbA1c < 8,0% en een bloeddruk < 140/90mmHg bereikten en welk percentage van de patiënten statines kreeg.
Apolipoproteïne J, (apoJ) ook bekend onder synoniemen als clusterine, TRPP2, ARP, CLI enz., is een glycoproteïne dat overvloedig gesecreteerd wordt in meerdere weefsels (ovaria, testikels, bijnieren, lever, hart en hersenen). Het speelt een rol in tal van biologische processen, waaronder de immunologische modulatie, de rijping van de zaadcellen, het transport van lipiden (HDL), neurodegeneratie en de overleving van kankercellen.
De studies GEMINI 1/2 en STAT zijn bekend. Charlotte-Paige Rolle heeft een analyse van subgroepen gepresenteerd.
Laurence Slama (Parijs, Frankrijk) heeft de resultaten gepresenteerd van de Europese CARISEL-studie, over de obstakels tegen en een optimalisering van een behandeling met langwerkende injecties van cabotegravir + riplivirine (CBG + RPV LA). Na 12 maanden hebben de deelnemers 5 belangrijke factoren geselecteerd die de aanvaardbaarheid van een behandeling met CAB + RPV LA om de 2 maanden verhogen, en 5 remmende factoren.
Celia Jonsson-Oldenbuettel (München, Duitsland) heeft de tussentijdse resultaten na 6 maanden gepresenteerd van de Duitse cohorte van de CARLOS-studie, die een langwerkende combinatietherapie met cabotegravir (CAB) en rilpivirine (RPV) in het reële leven onderzoekt.
Het is altijd goed om het behandelingsschema te vereenvoudigen, op voorwaarde dat het even effectief is. Jean-Pierre Routy (Montréal, Canada) heeft de resultaten van de TANGO-studie na 196 weken gepresenteerd.
Tijdens een plenaire sessie heeft dr. Linos Vandekerckhove (Gent, België) de resultaten na 48 weken van de RUMBA-studie gepresenteerd. Die studie evalueert de effecten van een overschakeling van de ene integraseremmer op een andere, in casu Dovato®.
De morbiditeit en mortaliteit bij hartfalen blijven hoog, en dat rechtvaardigt ruimschoots de publicatie van nieuwe behandelingsrichtlijnen. Temeer omdat de behandeling van die aandoening de laatste 5 jaar drastisch veranderd is, vooral voor patiënten met hartfalen met een verminderde ejectiefractie (HFrEF). Een eerste belangrijke wijziging van die richtlijnen van de AHA/ACC/HFSA is dat hartfalen nu gedefinieerd wordt aan de hand van de ejectiefractie, maar het is vooral de complexe behandeling die opnieuw bekeken is.
Uit een eerste fase I-studie bij de mens is gebleken dat gentherapie met een ‘CRISPR/Cas9-schaar’ veilig is en mogelijk een significante klinische werkzaamheid heeft bij patiënten met cardiale transthyretine-amyloïdose (ATTR-CM). Die aandoening wordt gekenmerkt door een geleidelijke opstapeling van een verkeerd geplooid transthyretine-eiwit.
Patiënten met acuut hartfalen worden meestal meteen in het ziekenhuis opgenomen, omdat hun prognose onzeker is en ze vaak niet strikt genoeg gecontroleerd worden. Een team in Canada gebruikte in de COACH-studie (Comparison of Outcomes and Access to Care for Heart Failure) een algoritme (Emergency Heart Failure Mortality Risk Grade for 30-day mortality of EHMRG30-ST) dat als doel heeft de dienst spoedgevallen te helpen beslissen of een patiënt opgenomen moet worden, of ontslagen mag worden met een strikte follow-up in een gespecialiseerde dienst voor hartfalen.
Bijna 50% van de patiënten met hartfalen heeft een ijzertekort, hoewel de meesten van hen niet anemisch zijn. Dat ijzertekort gaat gepaard met een slechtere levenskwaliteit, een verminderd inspanningsvermogen en een hoger risico op ziekenhuisopname wegens HF en cardiovasculaire sterfte, wat verbeterd kon worden met intraveneus ijzercarboxymaltose.
Vitamine D gaat celvermenigvuldiging tegen en bevordert de apoptose. Daarom wordt vermoed dat vitamine D zou kunnen beschermen tegen het ontstaan en de ontwikkeling van een melanoom.
Het antwoord van prof. Guy Brusselle (UZ Gent) op die vragen kunnen we als volgt samenvatten: “Er is geen tekort aan biologische geneesmiddelen om astma te behandelen en ze hebben alle hun nut. Astma is immers een zeer heterogene aandoening en er zijn nog geen effectieve geneesmiddelen voor de behandeling van ‘type 2-low’-astma. Tekst en uitleg door prof. Guy Brusselle (UZ Gent) in het kader van de ‘Year in review’-sessies van het congres van de Europese Vereniging voor Pneumologie (ERS)*.
Een enquête uitgevoerd door een firma die gespecialiseerd is in schoonheidsproducten en dermatologische zorg heeft in samenwerking met IPSOS bij 17.001 mensen in 17 landen vastgesteld dat veel Europeanen nog in de mythe van ‘gezond bruinen’ en andere mythes over de zon geloven (je hoeft je niet tegen de zon te beschermen als het bewolkt is, je hoeft je niet te beschermen als je al gebruind bent).
Het basalecelcarcinoom is de frequentste huidkanker en de incidentie ervan stijgt snel. De ernst neemt toe met de tijd tot het stellen van de diagnose. Daarom is het belangrijk dat die diagnose tijdig wordt gesteld.
Op grond van de resultaten van het SURPASS-programma is tirzepatide onlangs goedgekeurd om de glykemie te verlagen bij patiënten met type 2-diabetes. De klinische studies van het SURMOUNT-programma hebben aangetoond dat tirzepatide, het eerste geneesmiddel dat zowel de receptor voor GIP als de receptor voor GLP-1 blokkeert, mensen met of zonder diabetes zeer goed helpt om te vermageren.
Dr. Jean-Pierre Riveline (Hôpital Lariboisière, Parijs) heeft een follow-upanalyse gepresenteerd van de RELIEF-studie, een studie uitgevoerd uitgaande van een Franse gegevensbank van 31.446 patiënten met type 1-diabetes en 41.027 patiënten met type 2-diabetes om de impact te evalueren van een toestelletje dat continu het glucosegehalte meet.
Tot 20% van de kinderen krijgt eczeem en de incidentie ervan stijgt gestaag. Het eczeem begint vroeg in het leven en houdt in bijna 50% van de gevallen aan op volwassen leeftijd. Daarom wordt intensief gezocht naar preventieve middelen.
Op het jaarlijkse congres van de Europese Vereniging voor Pneumologie (ERS) heeft Elif Dagli (Istanboel) de laatste literatuur over elektronische sigaretten doorgenomen. Ze heeft 5 artikels geselecteerd die waarschuwen voor een nakende urgentie.* Je krijgt er koude rillingen van. We moeten onze verantwoordelijkheid dus opnemen.
Patiënten die een myocardinfarct hebben doorgemaakt, worden behandeld met plaatjesremmers, cholesterolverlagers en antihypertensiva om een recidief te voorkomen. Maar, aldus dr. Valentin Fuster, “de meeste patiënten leven de behandeling na een acuut accident goed na, maar na de eerste 6 maanden verzwakt de therapietrouw”. Het zou best kunnen dat een polypil, die de 3 geneesmiddelen bevat, de therapietrouw verbetert.
De update geeft adviezen voor een betere gelijkheid inzake zorg en leert hoe de sociale determinanten van de gezondheid invloed uitoefenen op de aanpak van hyperglykemie. Hij legt ook de nadruk op het belang van vermagering en het gebruik van gegevens van gerandomiseerde, gecontroleerde studies met antidiabetica bij het evalueren van de effecten op het gewicht (vermagering of gewichtstoename).
De auteurs hebben, uitgaande van de gegevens van het STEP-programma (Semaglutide Treatment Effect in People with obesity) (STEP 1 en STEP 4), het effect van semaglutide 2,4mg s.c. 1x/week op het risico op ontwikkeling van type 2-diabetes onderzocht bij zwaarlijvige mensen.
Volgens de resultaten van een studie gebaseerd op modelvorming, die in The Lancet Diabetes & Endocrinology is gepubliceerd, waren er in 2021 wereldwijd naar schatting 8,4 miljoen mensen met type 1-diabetes. Tegen 2040 zal dat cijfer allicht stijgen naar 13,5-17,4 miljoen.
Van weinig geneesmiddelen is bewezen dat ze heilzame effecten hebben bij de behandeling van diabetische ulcera. Op grond van de positieve resultaten die in preklinische en fase 2-studies zijn behaald met topische toediening van esmolol, een bètablokker, bij de behandeling van een diabetesvoet, heeft een Indisch team een multicentrische fase 3-studie op touw gezet om de werkzaamheid van esmololgel te evalueren.
In de studies DELIVER en EMPEROR-Preserved resulteerden respectievelijk dapagliflozine en empagliflozine in een daling van de incidentie van cardiovasculaire accidenten bij patiënten met hartfalen met een licht gedaalde of gevrijwaarde ejectiefractie (EF) in vergelijking met een placebo. Sindsdien worden die geneesmiddelen aanbevolen bij alle patiënten met een hartfalen met verminderde EF. Ze worden minder sterk aanbevolen bij patiënten met een licht gedaalde of gevrijwaarde EF. Er is nog onzekerheid over het effect van die geneesmiddelen op de sterfte en in specifieke subgroepen van patiënten met hartfalen met een licht gedaalde of gevrijwaarde EF. Geen van beide studies was ontworpen of was krachtig genoeg om die vragen aan te snijden. Daarom is een vooraf gespecificeerde meta-analyse uitgevoerd, uitgaande van de samengevoegde gegevens van de studies DELIVER en EMPEROR-Preserved.
Bij patiënten met hartfalen is longstuwing een frequente oorzaak van ziekenhuisopname en een mogelijke doodsoorzaak. Een eerdere studie heeft aangetoond dat een app voor stemanalyse vocht in de longen kan detecteren bij patiënten die in het ziekenhuis worden opgenomen wegens een acuut hartfalen. Deze studie heeft onderzocht of de app een verergering van het hartfalen kan voorspellen bij ambulante patiënten.
Er bestaat nog geen duidelijk doseringsschema voor methotrexaat bij psoriasis, wat kan leiden tot een suboptimale behandeling. Dat de stof overal verkrijgbaar is en weinig kost, is een goede reden om een uniform doseringsschema voor de hele wereld te definiëren, en dat is precies wat een panel van experts van SPIN heeft geprobeerd na een enquête volgens de gemodificeerde eDelphi-procedure.
De huidige richtlijnen raden aan lisdiuretica intraveneus (i.v.) toe te dienen om de symptomen van volumeoverbelasting te verminderen bij patiënten met een acuut gedecompenseerd hartfalen. Veel patiënten vertonen echter bij ontslag uit het ziekenhuis nog altijd klinische tekenen van volumeoverbelasting, een belangrijke voorspeller van slechte resultaten, ondanks het gebruik van lisdiuretica in hoge dosering (2- tot 2,5-maal de perorale onderhoudsdosering). Volgens het nationale register van acuut gedecompenseerd hartfalen (ADHERE) heeft circa 20% van de patiënten het ziekenhuis verlaten met een hoger lichaamsgewicht. Voorts is het bewijsmateriaal inzake effectieve diuretica, het toedieningsschema en de toedieningsweg beperkt.
De nachtelijke bloeddruk correleert beter met de cardiovasculaire uitkomstmaten dan de bloeddruk overdag. Het is al bewezen dat de bloeddruk ’s nachts sterker daalt als antihypertensiva ’s avonds worden ingenomen in plaats van ’s morgens. In de Hygia-studie (1) was de incidentie van cardiovasculaire accidenten lager bij inname ’s avonds, maar er is veel kritiek gegeven op die studie.
Bijna een vijfde van de cardiovasculaire sterfte is toe te schrijven aan luchtvervuiling. Luchtvervuiling wordt nu beschouwd als de op 3 na belangrijkste risicofactor voor overlijden na hypertensie, roken en een slechte voeding. Deze studie heeft de correlatie onderzocht tussen luchtvervuiling en ventriculaire ritmestoornissen in Piacenza, in het noorden van Italië, waar de luchtkwaliteit helaas slecht is.
Verschillende klinische studies hebben aangetoond dat een tweevoudige combinatietherapie met dolutegravir/lamivudine (DTG/3TC) of DTG/rilpivirine (DTG/RPV) doeltreffend en veilig is. De therapeutische richtlijnen zijn dan ook in die zin aangepast. In de volgende studie werd onderzocht of dat invloed heeft gehad op het voorschrijfgedrag.
De levenskwaliteit van oudere hiv-geïnfecteerde patiënten is een belangrijke doelstelling op zich. In de SALSA-studie zijn ook door de patiënten zelf gerapporteerde uitkomstmaten (Patient-Reported Outcome Measures, PROM) geëvalueerd bij de patiënten die waren overgeschakeld van een drie- of een viervoudige combinatietherapie op een tweevoudige combinatietherapie dolutegravir/lamivudine (DTG/3TC).
Dankzij de behandeling stijgt de levensverwachting van hiv-geïnfecteerde patiënten, ook die van oudere patiënten (> 50 jaar).
In deze Spaanse studie werd de werkzaamheid en de veiligheid van twee behandelingsschema’s, namelijk Dolutegravir/Lamivudine (DTG/3TC) en Bictegravir/Emtricitabine/Tenofovir alafenamide (BIC/FTC/TAF), in de reële klinische praktijk geëvalueerd.
De kwestie van overschakeling van een klassieke drievoudige combinatietherapie op een tweevoudige combinatietherapie met dolutegravir/lamivudine (DTG/3TC) is nu voor de meeste patiënten die een onmeetbaar lage viruslast hadden in klinische studies, nagenoeg opgelost. Pierone et coll. hebben een studie uitgevoerd in het reële leven.
De gezondheidszorg evolueert naar een benadering die sterker gericht is op de ‘waarde’, en daarom is het belangrijk om te weten welke uitkomsten patiënten het belangrijkst vinden bij de behandeling van hun aandoening. Bij psoriasis kunnen de symptomen variëren van jeuk tot een branderig gevoel, bloedingen, schilferende huid en pijn.
Eerdere studies hebben aangetoond dat de levensverwachting van vrijgezellen, zowel vrijgezellen in de algemene bevolking als vrijgezellen met coronairlijden, minder goed is. Deze post-hocanalyse van de E-INH-studie (Extended Interdisciplinary Network Heart Failure) heeft de invloed van de burgerlijke stand van patiënten met chronisch hartfalen op de prognose onderzocht.
Veel alcohol drinken kan op lange termijn hartfalen veroorzaken (alcoholische cardiomyopathie). Maar volgens studies uitgevoerd in Aziatische populaties zouden ook kleinere hoeveelheden schadelijk kunnen zijn. Aangezien er genetische en omgevingsgebonden verschillen bestaan tussen Aziatische en Europese volkeren, heeft deze studie onderzocht of er een soortgelijk verband bestaat tussen alcohol en hartafwijkingen bij Europeanen met een risico op hartfalen of pre-hartfalen.
Bij 40 à 50% van de psoriasispatiënten volgt een goede respons op methotrexaat (MTX), maar over de mechanismes van non-respons heerst onduidelijkheid. Een van de oorzaken zou een slechte therapietrouw kunnen zijn, maar er bestaat geen gevalideerde schaal om die te beoordelen en zelfverklaring is niet zeer betrouwbaar. Uit onderzoek naar dit onderwerp bij reumatoïde artritis blijkt dat de therapietrouw voor MTX suboptimaal is en evalueerbaar is op een bloedstaal.
Psoriasis kenmerkt zich door het langdurig aanhouden van psoriasisletsels op specifieke plaatsen en het steeds weerkeren op dezelfde plek, zelfs als de behandeling doeltreffend was en klaring van de letsels heeft opgeleverd. Fundamenteel onderzoek verklaart dit doordat zelfs als de psoriasisplaque verdwijnt, er een ontsteking a minima aanhoudt die zich uit in weefselresidente geheugencellen (tissue-resident memory cells of TRM) in een schijnbaar gezonde huid.
Wat precies het risico en de impact van covid-19 op patiënten met een immuungemedieerde inflammatoire ziekte (IMID) is, is nog niet helemaal duidelijk, vooral omdat gerichte immuunmodulerende behandelingen (TIMT) mogelijk interfereren met de humorale immuunrespons tegen SARS-CoV-2, in het bijzonder bij psoriasis.
Dolutegravir (DTG) wordt aanbevolen en veel gebruikt tijdens de zwangerschap om hiv bij de moeder te onderdrukken en perinatale overdracht van hiv te voorkomen. De auteurs van de Dolomite-EPICC-studie (1) hebben, uitgaande van Europese gegevens verkregen in het reële leven, het effect van prenatale toediening van DTG op de zwangerschap en de pasgeborene (met inbegrip van aangeboren afwijkingen) geëvalueerd.
In de fase 3b-studie ATLAS-2M zijn injecties van cabotegravir (CAB) + rilpivirine (RPV) LA (met verlengde afgifte) om de 8 weken na 48 weken niet minder doeltreffend gebleken dan injecties om de 4 weken bij hiv-geïnfecteerde patiënten die met de vorige behandeling een onmeetbaar lage viruslast hadden. Die resultaten werden over verloop van tijd bevestigd. Nu gaat het over die na 152 weken.
De SALSA-studie heeft aangetoond dat bij patiënten die een klassieke drievoudige combinatietherapie krijgen een tweevoudige combinatietherapie met DTG+3TC een interessant alternatief vormt. Mark Underwood et coll. hebben op de CROI 2022 een subanalyse gepresenteerd van de invloed van een vooraf bestaande genotypische resistentie in gearchiveerd proviraal DNA op de viruslast en de TND-status.
De auteurs hebben een subanalyse uitgevoerd van de langetermijnresultaten over de viruslast (gemeten met de Abbott RealTime HIV-1 test) tijdens behandeling met twee, drie of vier antiretrovirale middelen. In die studie zijn strengere criteria van respons gehanteerd.
Tijdens de ‘Actualités’-sessie, de belangrijkste sessie van het Congrès de Pneumologie de Langue Française, werden 6 onderwerpen aangesneden, waaronder de cohortes 2000, 2010 en 2020 van de prospectieve KBP-CPHG-studie over bronchuskanker met de daaruit voortvloeiende perspectieven en hoop, met prof. Didier Debieuvre (Mulhouse).
Tijdens de ‘Actualités’-sessie, de belangrijkste sessie van het Congrès de Pneumologie de Langue Française, werden 6 onderwerpen aangesneden, waaronder over wat je niet mag doen bij acute exacerbaties van idiopathische longfibrose met prof. Jean-Marc Naccache (Hôpital Foch, Parijs).
Tijdens de ‘Actualités’-sessie, de belangrijkste sessie van het Congrès de Pneumologie de Langue Française, werden 6 onderwerpen aangesneden, waaronder de behandeling van infecties met atypische mycobacteriën met prof. Claire Andrejak (Amiens).
Tijdens de ‘Actualités’-sessie, de belangrijkste sessie van het Congrès de Pneumologie de Langue Française, werden 6 onderwerpen aangesneden, waaronder het nut van de fysiotherapeut met apneutechnieken bij radiotherapie met Gregory Reychler (UCL).
Tijdens de ‘Actualités’-sessie, de belangrijkste sessie van het Congrès de Pneumologie de Langue Française, werden 6 onderwerpen aangesneden, waaronder de therapeutische omwenteling van de drievoudige combinatietherapie bij mucoviscidose met Clémence Martin (Hôpital Cochin).
Tijdens de ‘Actualités’-sessie, de belangrijkste sessie van het Congrès de Pneumologie de Langue Française, werden 6 onderwerpen aangesneden, waaronder de behandeling van longfibrose bij bindweefselziekten, met prof. Vincent Cottin (Lyon).
Het gaat om een update van de oude aanbevelingen, die in feite de evolutie van de informatie uit de recentste klinische studies volgt. Kort gezegd is het de bedoeling om de behandeling te verlichten voor een groot aantal patiënten…
Na CUSTOMIZE zijn de eerste resultaten van de Europese studie CARISEL bekend. In deze studie waren 430 deelnemers opgenomen uit 18 centra, waarvan 4 Belgische.
De TANGO-studie had al de non-inferioriteit aangetoond van de bitherapie DTG+3TC ten opzichte van een klassieke behandeling met TAF na 96 weken bij patiënten die gedurende meer dan 6 maanden virologische suppressie vertoonden met TAF. De resultaten gaan nu over 144 weken.
Gegevens uit de dagelijkse klinische praktijk zijn bijzonder waardevol voor de behandeling van personen die leven met hiv (PLHIV). Deze Duitse studie geeft informatie over de doeltreffendheid, gebruiksveiligheid en patiëntgerelateerde resultaten (PRO’s) van personen die de bitherapie DTG+3TC kregen.
De studies GEMINI 1 en 2 zijn verlengd tot 144 weken. De resultaten van die studies verschaffen heel wat informatie over de therapietrouw van personen die leven met hiv.
Studies uitgevoerd in het reële leven zijn altijd erg belangrijk voor clinici aangezien ze de effecten van dergelijke geneesmiddelen en therapeutische strategieën in de gewone praktijk evalueren. Op het IAS 2021 zijn meerdere dergelijke studies gepresenteerd. We hebben er twee geselecteerd.
Hiv-geïnfecteerde patiënten worden nog altijd gestigmatiseerd. Een groep vorsers heeft onderzocht of een online-interventie stigmatisering kan tegengaan, wat interessant zou zijn in de context van de huidige pandemie.
Langwerkende geneesmiddelen zijn doeltreffend gebleken. In de preventie is het ook interessant die geneesmiddelen te vergelijken met een placebo.
Pre-expositieprofylaxe (PrEP) heeft de incidentie van nieuwe hiv-infecties zeer sterk verlaagd. Specialisten waarschuwen echter voor het optreden van resistentie tegen die geneesmiddelen, maar er bestaan oplossingen.
Er zijn veel presentaties gegeven over hiv-geïnfecteerde patiënten tijdens de coronapandemie. En terecht, want die patiënten zijn veel vatbaarder dan de algemene bevolking en zouden dus prioritair moeten worden gevaccineerd. Volgens een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie is een hiv-infectie een onafhankelijke risicofactor voor een ernstige covid-19.
Een langwerkend geneesmiddel voor behandeling van hiv is een van de interessantste aanwinsten van de laatste jaren. Maar het moet dan wel worden aanvaard door de gezondheidswerkers en de patiënten. Dat heeft de CUSTOMIZE-studie onderzocht.
De meeste hiv-geïnfecteerde patiënten willen zo weinig mogelijk geneesmiddelen per dag innemen. De SALSA-studie (1) komt dan ook als geroepen…
Dankzij nieuwe geneesmiddelen tegen het hiv en drievoudige combinatietherapieën is de levensverwachting van hiv-geïnfecteerde patiënten sterk verbeterd en is die nu nagenoeg vergelijkbaar met die bij hiv-negatieve mensen. Dat is een zeer verheugende vaststelling, maar het zorgt wel voor nieuwe sociale en psychologische uitdagingen.
Deze studie werd in 25 landen uitgevoerd bij mannen die geslachtsgemeenschap hebben met vrouwen. De vorsers hebben gezocht naar eventuele verschillen in ervaring, perceptie en gedrag inzake de hiv-behandeling volgens het geslacht en de seksuele geaardheid.
De tweevoudige combinatietherapie dolutegravir (DTG) en lamivudine (3TC) is geïndiceerd bij hiv-geïnfecteerde patiënten die nog geen behandeling hebben gekregen. Er zijn echter nog vragen over het gebruik van die combinatie in een ‘test-and-treat’-strategie gezien de mogelijkheid van resistentie en co-infectie met het hepatitis B-virus (HBV).
TANGO is een gerandomiseerde, open, fase III-, non-inferioriteitsstudie die dolutegravir (DTG) + lamivudine (3TC) in een vaste dosis heeft vergeleken met de drievoudige combinatietherapie (TAF-schema). Het primaire eindpunt van de studie waren de resultaten na 48 weken. In Glasgow werden de resultaten na 96 weken gepresenteerd.
Met een tweevoudige combinatietherapie is er minder blootstelling aan geneesmiddelen dan met een drievoudige combinatietherapie. In de studies GEMINI-1 & -2, fase III-studies met een soortgelijke studieopzet, was de combinatie dolutegravir (DTG) + lamivudine (3TC) na 48 en 96 weken niet minder goed dan het schema DTG + tenofovir/emtricitabine (TDF/FTC) bij volwassenen die nog geen behandeling hadden gekregen.
De EMPOROR-REDUCED-studie toont aan dat empagliflozine de cardiovasculaire sterfte en het aantal ziekenhuisopnames wegens hartfalen bij patiënten met hartfalen die de aanbevolen behandeling krijgen, significant verlaagt, ongeacht of de patiënt al dan niet diabetes heeft.
De REALITY-studie is uitgevoerd bij patiënten met anemie die waren opgenomen wegens een myocardinfarct. Een restrictief beleid, meer bepaald transfusie bij een Hb-gehalte ≤ 8g/dl, was niet minder goed dan een beleid waarbij een transfusie werd gegeven zodra het Hb onder 10g/dl zakte. Met een restrictief beleid kan worden bespaard op het aantal bloedeenheden en dalen de kosten.
Colchicine 0,5mg/d verlaagt het risico op accidenten bij patiënten met chronisch coronairlijden met 31%. Volgens de onderzoekers van de LoDoCo2-studie zou colchicine routinegewijs in de secundaire preventie moeten worden overwogen.
Volgens de resultaten die zijn verkregen in cohorte A van de POPULAR TAVI-studie, vermindert acetylsalicylzuur in monotherapie, als geen antistollingstherapie vereist is, het bloedingsrisico significant in vergelijking met een plaatjesaggregatieremmende behandeling bestaande uit ASZ plus clopidogrel en is de preventie van trombo-embolische accidenten even goed.
In de EAST-AFNET 4-studie bij patiënten met atriumfibrillatie die minder dan 1 jaar geleden was gediagnosticeerd, met een CHA2DS2-VASc-score ≥ 2, was het risico op ernstige cardiovasculaire accidenten significant lager bij een vroeg herstel van het sinusritme.
Iacopo Olivotto (Firenze, Italië) heeft de resultaten van de EXPLORER-HCM-studie gepresenteerd tijdens een ‘hot line’-sessie. Gezien die resultaten zijn veel experts de mening toegedaan dat mavacamten, een myosineremmer, een beslissende doorbraak is bij de behandeling van symptomatische hypertrofische obstructieve cardiomyopathie.
De DAPA-CKD-studie heeft dapagliflozine vergeleken met een placebo bij patiënten met chronisch nierlijden met of zonder diabetes. Dapagliflozine had een significant beter effect op renale en cardiovasculaire eindpunten.
Sommigen vragen zich af of bepaalde antihypertensiva het kankerrisico verhogen. De meningen daarover zijn verdeeld. Die controverse heeft geleid tot meerdere hypothesen over activering van specifieke wegen, los van de bloeddruk.
De BRACE CORONA-studie, die tijdens een ‘hot lines’-sessie is gepresenteerd op het virtuele congres van de ESC (European Society of Cardiology), pleit voor voortzetting van de behandeling met een angiotensineconverterendenzymremmer of sartan bij patiënten die in het ziekenhuis worden opgenomen met een lichte tot matig ernstige Covid-19.
Sommige biomarkers blijken te correleren met een cardiaal fenotype van infectie door SARS-CoV-2. Mogelijk kan op grond daarvan het klinische en therapeutische beleid worden verbeterd. Ook een echocardiografie zou nuttig kunnen zijn.
Er worden/werden meerdere behandelingen geëvalueerd bij ziekenhuispatiënten met Covid-19. Van welke behandelingen is echt bewezen dat ze doeltreffend zijn?
Zoals Giulio Stefanini (Milaan, Italië) heeft uitgelegd op het virtuele congres van de European Society of Cardiology (ESC), is er een duidelijk verschil in kwaliteit tussen de studies die zijn gepubliceerd tussen januari en april 2020, en de studies die tijdens diezelfde periode in 2019 zijn gepubliceerd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op het klinische beleid.
Het doel van de Russische auteurs was om een chirurgische techniek te bepalen waarmee een ooglens die naar de vitreale caviteit verschoven is, verwijderd kan worden en doeltreffend de oogdruk verlaagd kan worden.
Poolse auteurs hebben de correlatie onderzocht tussen een gebrekkige sensorische functie en letsels van het netvlies bij patiënten met een primair openkamerhoekglaucoom (POAG).
Onderzoekers hebben retrospectief de behandeling van patiënten met glaucoom als gevolg van rubeosis iridis geanalyseerd.
De kwaliteit van de zorg verbeteren is een doel op zich. Britse onderzoekers hebben daarom een simpele methode gebruikt nl. een audit.
Olga (Odessa, Oekraïne) en zijn collega’s hebben een studie gepresenteerd waarin de werkzaamheid van laserstimulatie van de nervus opticus en de papil-maculabundel werd onderzocht bij patiënten met een glaucomateuze optische neuropathie.
Toen de REACHIN-studie op touw werd gezet, waren er maar weinig therapeutische alternatieven voor gevorderde of gemetastaseerde galwegkanker naast de combinatie gemcitabine-cisplatine en regorafenib.
Bij de behandeling van vaste tumoren zijn nog geen positieve resultaten beschreven bij behandeling met CAR-T-cellen, en dat komt hoofdzakelijk doordat die CAR-T-cellen moeilijk in de metastasen kunnen komen en het hoofd moeten bieden aan een vijandige immunosuppressieve micro-omgeving.
Er is veel onderzoek verricht naar het verschil in overleving tussen patiënten met kanker van het rechtercolon en patiënten met kanker van het linkercolon. De studies tonen overtuigend aan dat de prognose beter is bij kanker van het linkercolon.
Orgaanbewaringsstrategieën na chemo-radiotherapie voor rectumkanker zijn steeds aantrekkelijker, maar in geval van een vroege relaps is salvagechirurgie vereist.
De Marokkaanse auteurs van deze studie stonden erop om het risico op glaucoom bij de ziekte van Behçet te bepalen. Dit is nochtans geen frequente complicatie van deze ziekte, maar er wordt toch glaucoom vastgesteld in bijna 14% van de gevallen.
De onderzoekers die deze studie presenteerden, hebben een literatuurreview uitgevoerd met een meta-analyse van de prospectieve studies waarin OCT-angiografie (OCTA) werd gebruikt om de vasculaire densiteit (VD) te kwantificeren bij patiënten met glaucoom in vergelijking met personen zonder glaucoom.
De vraag is terecht, want over de behandeling in geval van refractair glaucoom heerst geen consensus. Endocyclofotocoagulatie vormt echter sinds enkele jaren een geschikte alternatieve therapie voor de klassieke cyclodestructietechnieken.
De studie gaat over het nut van volledige perifere en anterieure retinectomie als etiologische behandeling van neovasculair glaucoom bij patiënten die een operatie ondergingen voor rhegmatogene netvliesloslating met chronische persistente netvliesloslating.
In deze studie wilden de onderzoekers de resultaten beoordelen na een behandeling met trabeculaire implantaten van de tweede generatie met micro-bypass die werden geïmplanteerd in combinatie met topische prostaglandines bij patiënten met openkamerhoekglaucoom die twee preoperatieve geneesmiddelen gebruikten.
De incidentie van coeliakie neemt toe met de jaren en blijft zeker niet meer beperkt tot kinderen. In ons land zouden er 50.000 coeliakiepatiënten zijn, terwijl er bij het Riziv eind 2015 slechts 6.882 gevallen waren geregistreerd. Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen als het over deze pathologie gaat. Prof. Martin Hiele probeert ze te beantwoorden.
Leverfunctietests zien er tijdens de zwangerschap enigszins anders uit, maar niet extreem. Wanneer de wijziging aanzienlijk is, moet ze de nodige aandacht krijgen. De patiënt moet worden onderzocht op leverpathologieën die verband houden met de zwangerschap en op onafhankelijke pathologieën.
De eerste beschrijvingen van eosinofiele oesofagitis gaan terug tot een publicatie van Attwood uit 1993. Een gesprek over deze ziekte en de behandeling ervan met prof. Danny De Looze (UZ Gent).
De papil is een belangrijke structuur, maar krijgt het hard te verduren. Dr. Fanny Depasse herhaalt de bases waarop de klinische praktijk kan steunen.
Dr. Joke Ruys (ZNAntwerpen) heeft zich verdiept in de therapeutische mogelijkheden die artsen patiënten kunnen voorstellen, en voornamelijk in het protocol Treat-and-Extend…
De vraag is overbodig als we ons puur zouden houden aan de vergunning voor het in de handel brengen, maar we weten allemaal dat off-labelgebruik van verschillende producten mogelijk is. Werner Dirven (AZ Turnhout) gaf een overzicht van verschillende studies.
Tijdens de AMICO 2019, die onlangs plaatsvond in Brussel, hielden dr. Jacques Lasudry (ULB-Erasme) en Paul Jonckheere (Deurne) een bijzonder interessante uiteenzetting over blefaritis.
Volgens de criteria van Rome IV mag een arts de diagnose van prikkelbaredarmsyndroom stellen als de patiënt minstens één dag per week buikpijn heeft gehad in de voorbije drie maanden en als de pijn gepaard gaat met twee of alle van de volgende symptomen: A. pijn bij het maken van stoelgang; B. een verandering in de frequentie van de stoelgang; C. een verandering in de consistentie van de stoelgang.
Nu er steeds meer behandelingen voor inflammatoire darmziekten beschikbaar zijn, moeten we dringend bepalen welke biomarkers de therapeutische beslissing kunnen sturen.
De ziekte van Crohn is geen rozengeur en maneschijn, met ontstekingsaanvallen en progressieve aantasting van de mucosa die zowel te maken heeft met weefselletsels als met de biologische klok. Dat doet meteen ook de vraag rijzen wat er moet gebeuren als het er slecht uitziet.
In geval van functionele dyspepsie kunnen meerdere symptomen verschijnen: een gevoel van postprandiale repletie, snelle verzadiging, epigastrische pijn, een brandend gevoel, misselijkheid, oprispingen, opgeblazenheid…
Sinds 1 januari 2019 wordt behandeling van hepatitis C voor alle patiënten terugbetaald. Deze beslissing kan op veel bijval rekenen.
Professor Marc Peeters (UZA) benadrukt nog maar eens het belang van screening van colorectale kanker in de hoop deze gegevens te kunnen bundelen en zo een algemene follow-up van deze ziekte te kunnen uitvoeren.
Professor Edouard Louis (CHU Liège) gaf een uiteenzetting over therapeutische de-escalatie bij patiënten met chronische inflammatoire darmziekten.
Professor Sven Francque (UZA) zet de huidige kennis over NASH op een rijtje. Er worden momenteel nieuwe behandelingen voor deze aandoening beoordeeld, en een aantal daarvan laat nu al bijzonder positieve resultaten zien.
De mortaliteitsgraad van blaaskanker is hoog. Volgens een Oekraïens team zou het echter mogelijk zijn om de patiënten met het grootste risico te identificeren door de plasmaconcentratie van de proteasen te meten.
Androgeenongevoeligheid vormt een groep van zeldzame aandoeningen die gekenmerkt worden door afwijkingen in de ontwikkeling van de geslachtsorganen, die variëren volgens de mate van ongevoeligheid van het genitale stelsel voor androgenen. Het gaat om een X-gebonden, recessieve aandoening die veroorzaakt wordt door moleculaire afwijkingen van het gen van de androgeenreceptor.
Een team van de AP-HP vertrok van de stelling dat een vroege screening op zwangerschapsdiabetes de prognose van de zwangerschap kan verbeteren. Ze gingen daarom bij vrouwen die tussen 2012 en 2016 bevallen waren na of het optreden van een samengesteld criterium verschilde naargelang er een screening op zwangerschapsdiabetes gebeurd was voor 22 weken amenorree.
De voedingsvezels die volop aanwezig zijn in de meeste vruchten en veel groenten zoals schorseneren, kolen en tuinbonen, worden door de bacteriën van het darmmicrobioom gefermenteerd tot verschillende metabolieten zoals korteketenvetzuren (KKVZ).
De evolutie van de hypofysaire functies na een eerste chirurgische ingreep voor een klinisch niet-functionerend macroadenoom van de hypofyse (NFMA) blijft weinig voorspelbaar.
Erfelijke of familiaire amyloïdose is een zeldzame ziekte die vooral een neuropathie veroorzaakt, maar ook het hart en minder vaak de ogen en de nieren aantast...
HDL-cholesterol wordt als positief beschouwd, een hypothese die wordt ondersteund door tal van epidemiologische studies...
Endocarditis wordt gewoonlijk behandeld met antibiotica intraveneus gedurende tot zes weken...
De histologische classificatie van gedifferentieerde schildkliercarcinomen is bepalend om te bepalen of er na de heelkundige ingreep een behandeling moet worden gegeven met jodium 131, en op welke manier.
Een goedaardige schildkliernodulus die hinderlijk is, moet soms worden behandeld, en dan bij voorkeur op een weinig invasieve manier. De doelstelling van de studie die gepresenteerd werd door Adrien Ben Hamou (Lille) was om de werkzaamheid en de veiligheid te vergelijken van twee technieken van thermoablatie: radiofrequentie en laser.
Oestrogenen regelen tal van fysiologische processen bij zoogdieren, waaronder ook de voortplanting. Ze oefenen hun werking uit door zich te binden aan de oestrogeenreceptoren (ER) α en β, die respectievelijk gecodeerd worden door de genen ESR1 en ESR2.
Cortisol speelt een rol bij de regeling van tal van metabolismen en functies omdat het interageert met GRalpha, een specifieke, sterk verspreide transcriptiefactor van de familie van nucleaire receptoren die voortkomen uit het NR3C1-gen.
Een gastric bypass met Roux-en-Y-constructie leidt in bijna 60% van de gevallen tot het verdwijnen van de type 2-diabetes. De bètacelfunctie voor de ingreep en de omvang en het behoud van het gewichtsverlies na de ingreep zijn de belangrijkste voorspellende factoren voor de remissie van diabetes.
Dankzij de komst van high-throughput sequencing neemt onze kennis over de moleculaire afwijkingen die tot schildklierkanker leiden snel toe. Zo wordt momenteel in meer dan 90% van de gevallen een moleculaire afwijking gevonden die tot de kanker heeft geleid.
De heterogeniteit van de klinische presentatie van type 2-diabetes wijst op een complexe pathofysiologie, met diverse paden die tot een insufficiëntie van de bètacellen leiden. Zowel genetische varianten, epigenetische factoren als omgevingsgebonden factoren spelen een cruciale rol.
PACIFIC toonde duidelijk de winst aan van een behandeling met durvalumab ten opzichte van placebo in geval van inoperabele NSCLC van stadium III...
De aanwezigheid van levermetastasen is een negatieve prognostische en predictieve factor in geval van NSCLC EGFR+ die wordt behandeld met een tyrosinekinase-inhibitor. Tao Jiang en zijn collega’s uit Shanghai wilden evalueren in welke mate een lokale behandeling van de metastasen de prognose van deze patiënten kon verbeteren.
FLAURA, een studie van fase 3, toonde de superioriteit aan van osimertinib, een tyrosinekinase-inhibitor (TKI) van de 3e generatie, ten opzichte van de referentie- TKI’s op het gebied van progressievrije overleving (PFS) bij patiënten met longkanker in een gevorderd stadium die drager zijn van de EGFR-mutatie en die tot dan nog nooit waren behandeld...
Over de plaats van profylactische intracraniale bestraling (PCI) bestaat nog steeds discussie in geval van NSCLC in een gevorderd stadium.
De referentiebehandeling voor NSCLC in een vroeg stadium is een lobectomie. Maar de resultaten zijn lang niet perfect. Daarom werd in talrijke studies een adjuvante chemotherapie getest...
Plasmine is een protease die zorgt voor de fibrinolyse tijdens het afbraakproces van bloedproppen. Maar de stof is ook een pro-inflammatoire mediator en speelt een immunitaire rol.
Het risico op bloeding bij gebruik van anticoagulantia is bekend. De behandeling ervan kan bestaan uit de toediening van protrombinecomplex-concentraat (PCC, prothrombin complex concentrate) of van FEIBA.
Postoperatieve bloedingen verslechteren de prognose van de patiënten. Meestal zijn dergelijke bloedingen niet kwaadaardig, maar het blijft toch een situatie waarvoor er een hemostaseplan moet worden opgesteld.
Die vraag van een team onder leiding van D. Little van de universiteit McMaster in Hamilton is zeker relevant. Uit bevolkingsstudies blijkt dat in bijna 50% van de gevallen de stopzetting definitief is...
De meeste gezondheidsautoriteiten waarschuwen gebruikers voor het risico op trombo-embolie dat gepaard gaat met testosterongebruik. Maar er bestaan slechts weinig klinische gegevens daarover.
Kunnen we evolueren naar genezing? En wat zijn dan de strategieën? Voor een beter begrip heeft Brad Jones (Weill Corner, Washington) het hiv-reservoir vergeleken met water dat zich stroomopwaarts van een stuwdam bevindt...
Vandaag leven 36,9 miljoen mensen met hiv. Sinds 2017 doken 1,8 miljoen nieuwe gevallen op. Een dramatischer cijfer is dat er slechts 21,7 miljoen onder hen worden behandeld, van wie er 17 miljoen een niet-detecteerbare virale last hebben...
Type 2-diabetespatiënten lopen meer risico om een microangiopathie met aantasting van o.a. de nieren en de ogen en macrovasculaire complicaties te ontwikkelen. Dat is al lang bekend, maar hoe zit het met de behandeling? Wat is de rol van aspirine?
Kohei Shitara (Kashiwa, Japan) onderstreepte dat de mogelijkheden na een tweedelijnstherapie voor gemetastaseerde maagkanker zeer beperkt zijn…
De diagnose van maagkanker wordt meestal gesteld in een gevorderd of gemetastaseerd stadium. De prognose is dan slecht…
“Het hepatocellulair carcinoom is de op een na belangrijkste oorzaak van kankersterfte in de wereld", aldus Andrew Zhu (Harvard, Boston)…
In deze context geldt dat hoe sneller de preventie plaatsvindt, hoe doeltreffender ze is. Zo ook bij adolescenten, van wie de hersenen zeker in staat zijn om de gezondheidsrisico’s in te schatten, vooral als deze met een praktijkgerichte leermethode en in een gezonde sociaal- emotionele omgeving worden aangeleerd...
Zowel in Centraal-Azië als in Oost-Europa is de epidemie nog altijd niet onder controle. Bovendien moeten we rekening houden met het nog (te) weinig onderzochte fenomeen van de micro-epidemie...
Wanneer we tuberculose, dat heel veel voorkomt in de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara, in verband brengen met hiv, stellen we een ‘synergie’ van problemen vast. Voegen we daar nog eens diabetes, voedselonzekerheid en economische instabiliteit aan toe, dan weten we niet meer waar te beginnen op het vlak van coherente volksgezondheidsmaatregelen...
Na een sterke daling van de incidentie tot in 2005 is er nu een duidelijk gebrek aan doeltreffende preventie. Sinds het einde van het vorige decennium stagneren de incidentiecijfers aanzienlijk, waardoor ze nog veraf liggen van de doelstelling van de WHO van minder dan 500.000 nieuwe besmettingen in 2020...
Een belangrijke vraag, die werd voorgelegd aan de specialisten die in Orlando waren samengekomen voor het congres van de American Diabetes Association (ADA) 2018. De behandeling bij adolescenten en jong-volwassenen zou complexer zijn dan weleens wordt gedacht.
Stemmingsstoornissen in samenhang met diabetes worden vaak niet gediagnosticeerd, maar zijn toch een realiteit.
Op het congres van de ADA hebben meerdere sessies plaatsgevonden over continue monitoring en een geslotenlussysteem. Sinds Franse auteurs de werkzaamheid ervan hebben aangetoond, is het aantal systemen sterk toegenomen. Die systemen hebben tot doel een zo fysiologisch mogelijke glykemiecontrole te bewerkstelligen.
“De immunotherapie die wordt voorgeschreven bij de behandeling van een melanoom of longkanker bijvoorbeeld, geeft geen goede resultaten bij pancreaskanker. Waarschijnlijk doordat er uiterst belangrijke barrières zijn”, legde Eileen O’Reilly (MSKCC) uit.
Volgens Philip Agop Philip (Detroit) en Michel Ducreux (Gustave Roussy) zijn de resultaten van alternatieve behandelingen voor gemetastaseerde pancreaskanker niet om over naar huis te schrijven. De klassieke chemotherapie heeft maar een beperkt effect.
In de NAPOLI-1-studie, waarvan de resultaten in 2016 zijn gepubliceerd in The Lancet, was de overleving 45% beter met nal-IRI + 5-FU/LV dan met 5-FU/LV alleen bij een gemetastaseerde pancreaskanker die was verergerd tijdens behandeling met gemcitabine.
Een groep van de BGDO onder leiding van Gabriela Chiritescu (KU Leuven) heeft de levenskwaliteit geëvalueerd bij 143 patiënten, die in twee behandelingsgroepen waren ingedeeld.
Deze Europese studie, die werd gepresenteerd door Julien Taïeb (Hôpital Européen Georges Pompidou), heeft de gegevens geanalyseerd van 2.585 patiënten die door 225 artsen in 9 landen werden behandeld.
De PRODIGE-24-studie heeft uitsluitsel gegeven: het mFOLFORINOX-schema is ongetwijfeld de referentiebehandeling, zei prof. Jean-Luc Van Laethem (Erasmusziekenhuis). Gemcitabine en fluoropyrimidine blijven evenwel valabele opties.
Pancreaskanker is op het ogenblik dat de diagnose wordt gesteld een systemische ziekte. Dat zou kunnen verklaren, aldus Jordan Berlin (Nashville), waarom het hoogste responspercentage wordt behaald met chemotherapie (31% met FOLFIRINOX).
Pancreaskanker is een zeer agressieve kanker, die in de mate van het mogelijke wordt behandeld met chirurgie, in combinatie met een adjuvante chemotherapie met gemcitabine en/of fluoropyrimidine gedurende 6 maanden. Meestal treedt echter een recidief op.
Slechts 10-15% van de gevallen van pancreaskanker is reseceerbaar op het ogenblik dat de diagnose wordt gesteld. Chirurgie is nog altijd de enige mogelijke curatieve behandeling. De overleving na chirurgie hangt af van het kankerstadium en de grootte van de resectiemarge.
Pancreaskanker wordt in 10% van de gevallen genetisch bepaald. Het aantal familiale pancreaskankers met een aantoonbare genetische mutatie is echter laag. Toch spelen genetische factoren voor ongeveer 36% mee bij pancreaskanker.
De processen die leiden tot darmfibrose bij de ziekte van Crohn zijn complex en nog niet helemaal ontrafeld, hoewel chronische ontsteking de hoeksteen van dit fenomeen is...
Eerstegraads ouders van patiënten met de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa hebben een groot risico op het ontwikkelen van inflammatoire darmaandoeningen. Hebben ze een ander profiel dan de normale populatie?
De prognose bij patiënten met een tumor in de colon descendens zou beter zijn dan die bij patiënten met een tumor aan de rechterkant.
“Oudere huid vertoont meerdere fysiologische veranderingen (...) Maar daar hoeft de huid niet noodzakelijk onder te lijden”
De zee fascineert en trekt aan. Ze houdt echter heel wat gevaren in, vooral door de fauna en flora die ze bevat. Het gif dat sommige soorten inspuiten, wekt bij het grote publiek de meeste angst op.
Jin Li stelde de resultaten voor van de FRESCO-studie en herhaalde dat colorectale kanker een frequent probleem blijft, met jaarlijks wereldwijd 1,36 miljoen nieuwe diagnoses en meer dan 694.000 doden.
Ricky Sharma vestigde de aandacht op het toepassen van selectieve interne radiotherapie (SIRT) met yttrium-90-microsferen bij patiënten met colorectale kanker en levermeta’s.
Ulceratie van een primair melanoom is een alom erkende negatieve voorspellende factor. Er zijn echter weinig gegevens beschikbaar over de immunologische en moleculaire wijzigingen die aan de basis liggen van deze slechte prognose.
De nieuwe directe antivirale middelen hebben de prognose van patiënten met chronische hepatitis C ingrijpend veranderd. Dit is een frequente aandoening die ook vaak voorkomt bij patiënten met psoriasis.
Uit een multinationale enquête bij meer dan 1.000 patiënten met psoriasis in 17 verschillende landen, is naar voren gekomen dat ze zich het meest zorgen maken over hun intieme leven.
De incidentie van handeczeem bedraagt ongeveer 5,5 gevallen/1.000 inwoners, wat betekent dat 4% van de algemene bevolking ooit tekenen van eczeem op de handen zal vertonen. Niet iedereen loopt echter hetzelfde risico, want het zijn vooral vrouwen die in een vochtig milieu werken en daardoor atopie hebben ontwikkeld die erdoor getroffen worden.
Vladimir Vasku (Zagreb) wilde het belang van de genetische variabiliteit op het klinische succes van biologische geneesmiddelen onderzoeken.
Vele artsen stellen hun patiënten een lokale anesthesie voor bij een behandeling met cryotherapie van al dan niet genitale wratten. Maar dit analgetische effect is volgens bepaalde auteurs zeer empirisch.
Frontaal fibroserende alopecie is een cicatrificerende bandvormige alopecie die de voorste zone van de hoofdhuid treft, voornamelijk bij postmenopauzale vrouwen. Omdat deze aandoening tal van histopathologische gelijkenissen vertoont met lichen planopilaris, beschouwen velen de aandoening als een variant van deze lichen.
De studies die atopische dermatitis beschouwen als een onafhankelijke cardiovasculaire risicofactor komen tot zeer heterogene resultaten, onder andere door de aanwezigheid van tal van verstorende variabelen (roken, obesitas, enz.). Om duidelijkheid te scheppen, heeft Jakob Thyssen (Kopenhagen) de literatuur doorgenomen en 53 van de 2.855 geanalyseerde studies overgehouden.
Op eenjarige leeftijd vertoont 20% van de kinderen klinische symptomen van atopische dermatitis. Van hen zal 60% een nieuwe aanval krijgen in de loop van de 12 volgende maanden, en 65% zal in remissie zijn op de leeftijd van 7 jaar. We beschikken echter over geen enkele marker van het risico op relaps.
Prof. Heiko De Schepper (UZ Antwerpen) stelde, namens de Belgische deelnemers, de resultaten voor van een Belgische multicentrische observationele studie, waarin 39 gastro-enterologen 604 opeenvolgende patiënten met symptomatische hemorroïden includeerden.
Dr. Shabneez Kautbally (Cliniques Universitaires St-Luc, Brussel) stelde de resultaten voor van een prospectieve studie waarbij 34 patiënten met chronische pancreatitis waarvoor endoscopische drainage noodzakelijk bleek, opgevolgd werden gedurende 9 maanden...
Een internationaal team analyseerde de naleving van aanbevelingen voor polypectomie in 7 landen (Canada, Verenigde Staten, België, Groot-Brittannië, Australië, Nieuw-Zeeland en Israël)...
In België wordt de prevalentie van HCV-infectie in de algemene bevolking geraamd op 0,87%. Studies uitgevoerd in Europa en de VS in spoedgevallendiensten gewagen respectievelijk van 2-3% en 10-18%. Gezien die cijfers raden de CDC in Atlanta aan om mensen die geboren zijn tussen 1945 en 1965 (de babyboomers) te screenen.
Ontregeling van het gastro-intestinale circadiaans ritme door op een later tijdstip te eten leidt tot een aanpassing van de microbiota, zo blijkt uit de gegevens gepresenteerd door Anneleen Segers (KU Leuven).
Probiotica worden steeds meer als een onderdeel van de behandeling van tal van pathologieën beschouwd. Maar volgens de presentatie van M. Figueiredo (UMC Sint-Pieter, Brussel) zijn ze misschien niet geschikt voor alle patiënten…
Prof. Marc Van den Eynde (Clin. Univ. Saint-Luc, UCL, Brussel) heeft een samenvatting gegeven van de belangrijkste vorderingen inzake gastro-oesofageale kanker. 2017 is wat dat betreft een goed jaar geweest, met successen en tegenslagen.
Magali Svrcek van het Hôpital Saint-Antoine (Parijs, Frankrijk) heeft een uiteenzetting gegeven over microsatellietinstabiliteit (MSI) en het belang ervan bij maag-darmkanker. Gewoonlijk denken we bij MSI aan colorectale kanker, maar in feite zou MSI bij alle kankers een rol kunnen spelen en zou dat therapeutische implicaties kunnen hebben.
Er is nog altijd discussie over de vraag of de ligging van kanker, links of rechts, belangrijk is vanuit epidemiologisch en klinisch oogpunt. Volgens embryologische gegevens verschillen de oorsprong en de vascularisatie van de linker- en de rechterkant van de colon. Het is dan ook niet verrassend dat ze een verschillende gevoeligheid vertonen ten opzichte van een pathologie.
Een ongedifferentieerd pancreascarcinoom met osteoclastachtige reuzencellen (undifferentiated carcinoma with osteoclast-like giant cells of the pancreas – UCOGCP) is een zeldzame kanker. De wisselende presentatie ervan en de discussie over de biologie van die tumor waren genoeg reden voor een team van het Erasmusziekenhuis (ULB-Brussel) om er een onderzoek naar te verrichten.
Het gebeurt niet vaak dat een studie wordt gepresenteerd waaraan alle Belgische centra die levertransplantatie uitvoeren, hebben deelgenomen. De studie werd uitgevoerd om na te gaan of een levertransplantatie ook geïndiceerd kan zijn bij bepaalde patiënten die niet voldoen aan de criteria van Milaan.
Fecale transplantatie kan na enkele jaren al flink wat adelbrieven voorleggen. Zo heeft het heilzame effecten bij de behandeling van recidiverende darminfecties, chronische inflammatoire darmaandoeningen en ook het prikkelbaredarmsyndroom. Tom Holvoet (UZ Gent) heeft het effect van fecale transplantatie onderzocht bij het prikkelbaredarmsyndroom.
Er is veel te doen geweest over hepatitis C sinds de lancering van in opzet curatieve combinaties. De terugbetalingsvoorwaarden zijn dan wel uitgebreid, maar het is nog niet mogelijk om iedereen te behandelen. Bovendien bestaat er nog geen programma voor systematische screening, wat toch verwonderlijk is. De cijfers waarover we beschikken, zijn afkomstig van plaatselijke initiatieven, zoals dat van Rob Bielen et coll. van de Universiteit Hasselt.
Prof. Ivan Borbath (BGDO)
Prof. Sven Francque (BWGE)
Prof. Christophe Moreno (Hôpital Erasme, ULB, Brussel)
Prof. Edouard Louis (CHU Liège, ULiège)
Prof. Marc Peeters (UZAntwerpen, UIA)
Prof. Eric Van Cutsem (UZ Gasthuisberg, KULeuven)
Andrew J. Armstrong benadrukte het belang van de Bot Scan Index (BSI), ontwikkeld in 1998 als een methode voor het kwantificeren van de hoeveelheid botmassa op beeldvorming die is ingenomen door botmetastasen.
Mary-Ellen Taplin sprak over de kliniek die gepaard gaat met AR-V7-detectie. Ze baseerde zich op de resultaten van ARMOR3-SV, een gerandomiseerde studie met galeteron vs. enzalutamide bij mannen met gemetastaseerd, castratieresistent, AR-V7-positief prostaatcarcinoom.
Gerhardt Attard voerde met zijn team een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 4-studie uit die continu enzalutamide (Enz) bestudeerde na PSA-progressie bij mannen met gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom die nog geen chemotherapie hadden gekregen.
Federico Innocenti wees erop dat men, om oncologie op een nauwgezette manier te voeren, behoefte heeft aan moleculaire profilering van patiënten.
In de S-TRAC-studie werd aangetoond dat een adjuvante behandeling met sunitinib de DFS kan verbeteren bij patiënten met een hoogrisiconierkanker (HR = 0,76; p = 0,03). In die studie is ook aangetoond dat het effect op de DFS mettertijd gehandhaafd blijft.
“Bijna driekwart van de patiënten met nierkanker heeft een plaatselijke tumor, maar in 30-40% van de gevallen van een hoogrisicotumor treedt een recidief op na nefrectomie”, zei Robert Motzer (MSKCC). Een adjuvante behandeling met sunitinib verlengde de PFS in de S-TRAC-studie, maar niet in de ASSURE- studie. Robert Motzer presenteerde de PROTECT-studie, die werd uitgevoerd met pazopanib als adjuvante behandeling.
Pazopanib maakt deel uit van de standaardeerstelijnstherapie bij gemetastaseerde nierkanker (1). Gezien de hepatotoxiciteit van de combinatie pazopanib-pembrolizumab in groep A en groep B van een fase I/II-studie (2) was sequentiële toediening van pazopanib en daarna de combinatie voorzien in een groep C in diezelfde studie (3).
De combinatie atezolizumab-bevacizumab verhoogt de migratie van antigeenspecifieke T-cellen bij een gemetastaseerde nierkanker. IMmotion150 is een fase II-studie die de combinatie atezolizumab-bevacizumab heeft vergeleken met nivolumab 1.200mg i.v. om de 3 weken of sunitinib 50mg (4/2) bij 305 patiënten met een plaatselijk gevorderde of gemetastaseerde nierkanker die nog geen behandeling hadden gekregen. De patiënten in de twee groepen die een monotherapie kregen, werden na tumorprogressie overgeschakeld op de combinatietherapie...
De prognose van patiënten met gemetastaseerde nierkanker is slecht. De 5 jaarsoverleving bedraagt maar 8% (1).
Na publicatie van de tussentijdse resultaten van 131 urotheliale tumoren presenteerde het Cancer Genome Atlas Research Network met Seth Lerner (Baylor College of Medicine) de definitieve resultaten betreffende 412 patiënten, van wie 61% met blaaskanker T3-4 en 31% met N+.
De activiteit van checkpointremmers staat nu buiten kijf.. Maar dat is nog niet genoeg, “en daarom worden meerdere combinaties getest”, legde David Smith (Ann Arbor) uit.
REGN2810, een gehumaniseerd IgG4-antilichaam gericht tegen PD-1, blijkt in fase I een interessante respons uit te lokken bij diverse types solide tumoren. Deze fase I-studie leidde tot de keuze van de dosis van 3mg/kg voor de extensiefasen...
Dabrafenib in combinatie met trametinib verbetert de prognose van patiënten met een gemetastaseerd melanoom met BRAF V600-mutatie ten opzichte van een behandeling met een BRAF-remmer in monotherapie. Daarbij hebben ook de initiële LDH-concentratie en het aantal organen met metastasen een invloed op de overleving...
Uitzaaiing naar de hersenen komt vaak voor tijdens het ziekteverloop van melanomen (43% in klinische studies en 75% bij autopsieën). Dit gaat gepaard met een ongunstige prognose en stelt grote therapeutische problemen omdat in slechts weinig studies de impact van de nieuwe behandelingen op de hersenen en de hersenvliezen werd onderzocht...
Het is bewezen dat pembrolizumab als eerstelijnstherapie bij patiënten met niet-reseceerbare niet-kleincellige longkanker (NSCLC) in stadium IV met PD-L1- expressie beter is dan klassieke chemotherapie. Omdat het moeilijk is de prognose van de patiënten op een eenvoudige manier te evalueren, heeft het EMA in 2012 het concept van PFS2, PFS met een tweedelijnstherapie, gedefinieerd als de tijd tussen de randomisatie van de eerstelijnsbehandeling en tumorprogressie na de tweedelijnstherapie of overlijden ongeacht de oorzaak...
De rol van wetenschappelijke medische experts is enorm breed; zo moeten ze de therapeutische benaderingen definiëren die voordeel voor de patiënt inhouden. Dat is het resultaat van de samenwerking IDEA (International Duration Evaluation of Adjuvant chemotherapy), die ongeveer tien jaar geleden op het getouw werd gezet met de financiële steun van het Amerikaanse NCI, de Britse MRC, het Franse Ministère de la Santé, het INCA, het Italiaanse nationale geneesmiddelenbureau en een Japanse stichting – dus zonder enige inmenging van de farmaceutische industrie. Elke instelling financierde in eigen land een studie waarin twee therapeutische benaderingen van de adjuvante behandeling van colorectale kanker werden vergeleken. Wat hier wordt gepresenteerd, zijn de samengevoegde resultaten van de zes studies uit tien landen.
Alan P. Venook refereerde aan het ASCO-congres uit 2014 toen de resultaten van CALGB/SWOG 80405 werden voorgesteld. Hieruit bleek er geen verschil te zijn in totale overleving (OS) of progressievrije overleving (PFS) na toevoegen van bevacizumab of cetuximab aan 1st-lijns-FOLFOX of -FOLFIRI in de populatie van patiënten met gemetastaseerd coloncarcinoom en KRAS wild type (wt). Een analyse in functie van de lokalisatie van de primaire tumor (links of rechts), voorgesteld tijdens het ASCO-congres uit 2016, toonde een betere OS voor linkszijdige tumoren (33,3 maanden vs 19,4 maanden voor de rechtszijdige).
Alberto F. Sobrero, die de resultaten van de TOSCA-studie voorstelde – het Italiaanse luik van het IDEA-project – benadrukte dat op het moment dat TOSCA werd opgestart 6 maanden oxaliplatine-gebaseerde therapie de adjuvante standaardbehandeling was voor zowel stadium II- als -III-colonkanker. Ook Sobrero wees erop dat, gegeven de cumulatieve neurotoxiciteit geassocieerd aan oxaloplatine, inkorten van de behandelduur, zonder weliswaar te raken aan de efficaciteit, voordelig zou kunnen zijn, zowel voor de patiënt als voor de maatschappij.
Kimmie Ng wees erop dat vitamine D antineoplastische eigenschappen heeft en dat de vitamine D-receptor tot expressie komt in colorectale kankercellen. Vit D heeft ook een antiproliferatief effect aangetoond in muismodellen van colorectaal carcinoom. Bovendien werden hogere plasmawaarden van 25-hydroxyvitamine D in prospectieve observationele studies van patiënten met metastasen in verband gebracht met een betere progressievrije (PFS) en totale overleving (OS). Toch blijft de rol van vit D-supplementen in de behandeling van gemetastaseerd colorectaal carcinoom onduidelijk.
Scott Kopetz gaf mee dat BRAFV600E-mutaties aanwezig zijn bij 7% van de patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker. Hij wees er ook op dat deze mutaties gepaard gaan met een agressieve biologie, een korte overleving en een slechte respons op klassieke chemotherapie.
Thierry André stelde de resultaten voor van de IDEA France-studie. Hij herinnerde eraan dat 6 maanden adjuvante chemotherapie met fluoropyrimidines en oxaliplatine wereldwijd de standaardtherapie is voor colonkanker in stadium III. Reduceren van de duur van deze adjuvante therapie zou gunstig kunnen zijn met het oog op minder neveneffecten en zou kostenbesparend kunnen zijn voor de patiënt en de samenleving.
Timothy Iveson stelde de eindresultaten inzake ziektevrije overleving (DFS) voor uit de UK Short Course Oncology Treatment (SCOT), de Britse tak van het IDEA-project. Ook hier was het uitgangspunt dat de hoeksteen in adjuvante chemotherapie voor colorectale kanker al meer dan 10 jaar gebaseerd is op 6 maanden oxaliplatine-gebaseerde chemotherapie. Ook hier aandacht voor de cumulatieve neurotoxiciteit geassocieerd aan oxaliplatine-behandeling, die dosisbeperkend is en potentieel irreversibel. En ook hier het idee dat een kortere behandelduur patiënten zou kunnen behoeden voor significante toxiciteit, met een aanzienlijke afname van het kostenplaatje.
Chemotherapie op basis van een platinaverbinding verbetert de overleving bij patiënten met gevorderde urotheliale kanker. Platinaverbindingen zijn evenwel gecontra-indiceerd bij nierinsufficiëntie of een slechte algemene toestand, wat vaak het geval is bij patiënten met urotheliale kanker, gezien hun gevorderde leeftijd. De tot nog toe onderzochte alternatieven zijn ook toxisch, wat niet het geval blijkt te zijn met checkpointremmers...
Er is geen eensgezindheid over de tweedelijnstherapie. In Europa schrijven we bij voorkeur vinflunine voor, het NCCN pleit veeleer voor taxanen. In de Verenigde Staten zijn drie checkpointremmers goedgekeurd na een versnelde procedure op grond van het responspercentage, namelijk atezolizumab, nivolumab en durvalumab...
Immunotherapie zou de tumorbiologie kunnen wijzigen en zou de overleving kunnen verbeteren ook als er radiologische progressie is. Dat zou de discordantie kunnen verklaren tussen de totale overleving en het responspercentage of de PFS, zoals in de OAK-studie met atezolizumab, dat als tweedelijnstherapie werd vergeleken met docetaxel. Na tumorprogressie bedroeg de mediane overleving 8,6 maanden in de atezolizumabgroep en 6,4 maanden in de andere groep.
Schema’s op basis van een platinaverbinding vormen de hoeksteen bij de behandeling van NSCLC in een gevorderd stadium, maar bij oudere patiënten rijst altijd de vraag of je wel een combinatie van twee cytostatica zou geven. Meer dan de helft van de longkankers wordt gediagnosticeerd na de leeftijd van 65 jaar.
Ipilimumab 10mg/kg prijkt sinds kort net als interferon en peginterferon op het lijstje van adjuvante eerstelijnsbehandelingen van een melanoom in stadium III. De EORTC-studie leidde echter niet enkel tot de goedkeuring van de dosis van 10mg/kg, maar bracht ook een hoge graad van stopzetting van de behandeling wegens bijwerkingen en 5 sterfgevallen als gevolg van de behandeling aan het licht. Aangezien de dosis van 3mg/kg ipilimumab werd goedgekeurd voor inoperabel gemetastaseerd melanoom, met weliswaar een iets lagere overleving maar met duidelijk minder bijwerkingen, was het logisch om deze twee dosissen te vergelijken in de adjuvante fase...
Ondanks de overmatige expressie van VEGF bij melanomen en het verband tussen de concentratie van VEGF en de prognose blijkt bevacizumab slechts een geringe werking te hebben bij gevorderd melanoom, “misschien omdat het middel vroeger in het ziekteverloop moet worden toegediend”, oppert Philippa Corrie. Bevacizumab werd in de studie AVAST-M getest in de dosis van 7,5mg/kg om de 3 weken gedurende 1 jaar bij 1.343 patiënten met gereseceerd melanoom in stadium IIB, IIC of III versus placebo.
Patiënten met gemetastaseerde kanker hebben tal van symptomen die inherent zijn aan hun behandeling. Om verschillende redenen melden ze die niet altijd aan hun arts; ze zijn er zich niet van bewust dat ze die moeten bespreken, ze brengen ze niet in verband met hun ziekte, de consultatie was te kort om dit aan bod te laten komen, de arts heeft er geen aandacht aan geschonken, enz.
Poly(ADP-ribose)-polymerase (PARP) is een enzym dat, net als BRCA, een rol speelt bij het herstellen van het DNA maar voor enkelstrengsbreuken een andere route gebruikt, namelijk de PARP-route. De DNA-herstelroutes – homologe recombinatie door BRCA en de PARP-route – vullen elkaar aan. Als de ene faalt (de homologe recombinatie door BRCA-mutatie) en de andere wordt geblokkeerd met een PARP-remmer, veroorzaakt dat celdood door apoptose, terwijl de cel kan overleven als er slechts één route faalt. In verschillende fase II-studies werd het nut van deze PARP-remmers bij gevorderde borstkanker met BRCA-mutatie gesuggereerd.
Uveamelanoom komt niet vaak voor, maar is toch goed voor 5% van alle melanomen en 1 op de 5 patiënten krijgt metastasen binnen 5 jaar na de diagnose...
Een combinatie van drie werkt beter dan een combinatie van twee, dat spreekt voor zich. Maar is dat ook zo bij de behandeling van glaucoom? Het antwoord vindt u in een analyse van de samengevoegde gegevens van meerdere studies.
Een groep oogartsen van het UZ Antwerpen heeft in Helsinki een interessante studie gepresenteerd die de waarde van een lasertrabeculoplastiek ter vervanging van topische middelen heeft onderzocht bij patiënten bij wie de oogdruk goed onder controle was met de medische behandeling.
Een longitudinale analyse van gegevens van Amerikaanse studies leert dat generische producten belangrijk zijn bij de behandeling van glaucoom. De analyse toont inderdaad aan dat invoering van een generiek van latanoprost de impact van de kosten van de behandeling als oorzaak van slechte therapietrouw significant heeft verminderd.
Er bestaan tal van topische middelen die de oogdruk in 3 maanden verlagen met 20 tot 35%. Er is echter een enorm probleem, dat een domper zet op die doeltreffendheid: de slechte therapietrouw van de (vaak) oudere patiënten, vooral op lange termijn. In de VS is een studie uitgevoerd om de oorzaken van een slechte therapietrouw te analyseren.
Als er één chronische ziekte is waarbij een slechte therapietrouw een ernstige negatieve invloed heeft op de werkzaamheid van de voorgeschreven geneesmiddelen, is dat wel glaucoom. Het farmacologisch onderzoek heeft nieuwe, innovatieve geneesmiddelen met andere werkingsmechanismes ontwikkeld om de oogdruk nog beter te verlagen en het gezichtsvermogen te beschermen, maar er wordt ook gezocht, misschien nog meer zelfs, naar een andere toedieningswijze om de therapietrouw ten aanzien van de behandeling te verbeteren en zodoende de werkzaamheid van de geneesmiddelen te vrijwaren. Als voorbeeld een studie met een bimatoprostimplantaat.
Ondanks de onmiskenbare doorbraak van mini-invasieve chirurgie bij de behandeling van therapieresistent glaucoom blijven zwaargewichten zoals de drainage-implantaten van Ahmed (met klep) en van Baerveldt (zonder klep) meer dan ooit actueel en is er nog altijd discussie tussen de voorstanders van Ahmed en die van Baerveldt. En het is nog niet gezegd dat de presentatie van een analyse van de samengevoegde gegevens na 5 jaar van de studies ABC (Ahmed versus Baerveldt Comparison) en AVB (Ahmed Versus Baerveldt) daar snel een eind aan zal maken.
Twee grote redenen om van behandeling te veranderen bij een patiënt met glaucoom: onvoldoende werkzaamheid, uiteraard, maar misschien nog vaker tekenen van irritatie van het oog. Daarom zijn er nieuwe oogdruppels zonder bewaarmiddel ontwikkeld. De FREE-studie heeft de veranderingen met die nieuwe generatie van patiëntvriendelijke oogdruppels onderzocht.
Zoals bij veel andere aandoeningen evolueert de chirurgie meer en meer naar mini-invasieve ingrepen. En waarom zou dat ook niet zo zijn bij oogchirurgie en met name chirurgie voor glaucoom? Op het congres van Helsinki waren er meerdere presentaties over mini-invasieve procedures. Bijvoorbeeld een studie met een follow-up van 18 maanden bij patiënten met een glaucoom dat niet had gereageerd op de topische behandeling, bij wie een concomitante insertie van 2 microstents voor trabeculaire drainage werd uitgevoerd met behoud van slechts één topisch drukverlagend middel.
Bij patiënten met een glaucoom dat niet reageert op de medicamenteuze behandeling, die nog geen oogoperatie hebben ondergaan, is een trabeculectomie een betere chirurgische optie dan het drainage-implantaat van Baerveldt, volgens de gegevens van de PTVT-studie na 1 jaar, die in Helsinki zijn gepresenteerd in het kader van de rubriek Rapid Fire.
Een groep Duitse vorsers heeft een topische combinatie van dorzolamide-timoptol zonder bewaarstof onderzocht als mogelijke nieuwe optie bij de voorbereiding van een trabeculectomie.
Geen chirurgische ingreep zonder complicaties, hoe gering ze ook mogen zijn. Dat geldt ook voor de twee ingrepen die in de PTVT-studie zijn vergeleken. Maar een analyse van de resultaten is toch geruststellend.
Meerdere recente cohortonderzoeken hebben een verband vastgesteld tussen obesitas en de oogdruk. Volgens alle onderzoeken hebben zwaarlijvige patiënten of patiënten met overgewicht een hogere oogdruk dan patiënten met een normaal gewicht. De vraag rijst dan ook of bariatrische chirurgie invloed heeft op de oogdruk en het risico op glaucoom. Het antwoordt vindt u in een verkennende studie van Israëlische vorsers.
Dr. Eric Wyffels: “De conceptnota netwerken is al een eerste stap, maar er blijven nog heel wat onbekenden en we moeten misschien soms springen in het duister: verder wachten op een stringent raamwerk etaleert eerder ons onvermogen.”
Dr. Griet Vander Velpen: “De NWH tekent als hoofdopdracht een zorgstrategisch plan uit voor het netwerk, waarbij vanaf de beginfase alle gevolgen meegenomen worden op juridisch en financieel-economisch vlak.”
Dr. Guy Hans (UZA): “De NWH heeft naast kwaliteitsbewaking als corebusiness de aanstelling van netwerkartsen en het onbevooroordeeld bewaken van de complementariteit in het netwerk.”
Dr. Johan Van Eldere: “Netwerken moeten zich op hun eigen ritme kunnen ontwikkelen en men moet vooral oog hebben voor de dynamiek. De spontaneïteit van de afgelopen maanden mag men niet laten doodbloeden!”
Twee aspecten zijn van groot belang als u een verzekering medische aansprakelijkheid afsluit, aldus professor medisch recht aan de Universiteit Antwerpen, Thierry Vansweevelt.
Volgens de algemeen directeur van het Erasmusziekenhuis, prof. Johan Kips, blijft de rol van de arts in het ziekenhuis ook de volgende jaren even essentieel. Het hoeft niet zo moeilijk te zijn om zich aan te passen.
Adviseur werknemerspensioenen op het kabinet Bacquelaine, Tom Watthy, kondigt een harmonisering aan van de diplomabonificatie binnen de drie jaar.
Directeur algemene ziekenhuizen Zorgnet-Icuro Marc Geboers stelt vast dat het ziekenhuisbestuur sterk geprofessionaliseerd is de afgelopen jaren. In de hervormingen moet iedereen zich nu positioneren.
Dokter Marc Moens, secretaris-generaal van het VBS dat mee ons symposium ondersteunde, dringt aan op een vertegenwoordiging van artsen in overkoepelende medische raden van ziekenhuisnetwerken.
Dr. Dirk Himpe (64) toonde zich enthousiast na afloop van het symposium. Zowel over de locatie als over de gerenommeerde sprekers. Als arts met zicht op een nakend pensioen was hij vooral gecharmeerd door de presentaties over het einde van de loopbaan. Hij wijst nog op problemen bij het Fonds Medische Ongevallen.
Dr. Javdani, oogarts, maakt al een afspraak voor volgend jaar en is graag bereid om onderwerpen te signaleren die haar interesseren. Het symposium reikte kennis aan die ze nog niet bezat.
Dr. Ronny Goethals, medisch directeur AZ Maria Middelares, bevroeg artsen over hun betrokkenheid bij het ziekenhuisbestuur. "Artsen willen zeker hun verantwoordelijkheid opnemen op tal van vlakken."
Meester Filip Dewallens (advocatenkantoor Dewallens & partners) haalt twee basisvragen aan: "Wat zullen we morgen doen?" en "Wat wordt de onderhandelingspositie volgend jaar?" Ingewikkelde collectieve onderhandelingen zijn onvermijdelijk op diverse niveaus.
Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Maggie De Block opende ons symposium 'arts en ondernemer'. "Samenwerken als artsen en ondernemers, dat is de toekomst", luidde haar boodschap.
Volgens Prof. Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel zet zich af tegen de huidige graaicultuur die disproportionele vergoedingen inhoudt. Anderzijds zijn billijke remuneraties noodzakelijk.
VBS-congres Dokter Jean-Luc Demeere, VBS-voorzitter, leidde het congres in als voorzitter met als thema: eHealth: zegen of vloek? Een zekere slordigheid ondermijnt de betrouwbaarheid en confidentialiteit van medische gegevens. Maar eHealth biedt artsen ook kansen.
VBS-congres Op het VBS-congres stelt Marc Moens, secretaris-generaal VBS, traditioneel zijn jaaroverzicht voor, doorspekt met interessante weetjes en cijfers. Dit jaar liep disruptie als een rode draad doorheen zijn verslag.
VBS-congres Professor gezondheidsrecht Stefaan Callens (KU Leuven), advocaat, belicht de juridische aspecten van eHealth. Hij staat stil bij enkele onverwachte negatieve gevolgen voor artsen op internationaal vlak, maar eHealth houdt ook heel wat beloftes in voor de gezondheidszorg.
VBS-congres We vroegen dokter Marc Moens in zijn hoedanigheid van Bvas-voorzitter naar de stand van zaken in het medicomut-overleg dat een nooit eerder geziene crisis meemaakt. Welke strategie volgt het grootste artsensyndicaat, wat bij een ultieme mislukking?
Als je zonder vader wordt geboren of je vader zeer vroeg in je kinderjaren sterft, daalt de levensverwachting op volwassen leeftijd met gemiddeld 1,1 jaar. “Dat wijst erop dat stress bij de moeder een belangrijk element is voor de prognose van het kind”, onderstreepte Nicolas Todd (INSERM, Hôpital du Kremin-Bicêtre) op de 55e jaarlijkse bijeenkomst van de European Society of Paediatric Endocrinology.
Het polycysteusovariumsyndroom is niet zeldzaam; 12% van de vrouwen lijdt eraan. Het syndroom veroorzaakt meestal onregelmatige cycli, anovulatie, vruchtbaarheidsstoornissen en hyperandrogenisme. Die afwijkingen zie je echter ook vaak tijdens de adolescentie, zonder dat er sprake is van het polycysteusovariumsyndroom.
Hoewel de moeders in de studie werden behandeld wegens obesitas en de gevolgen van bariatrische chirurgie, vertoonden hun baby’s bepaalde tekorten die je moet opsporen en volgen. Zo luidt de conclusie van Maxime Gérard en zijn team, de afdeling kindergeneeskunde van de universiteit van Angers.
EASD: ‘Results of EMPA-REG Outcome® Study’ session Op het jaarlijkse congres van de EASD (European Association for the Study of Diabetes) werden de resultaten voorgesteld van de EMPA-REG Outcome®-studie. De zaal zat afgeladen vol...
Er is maar weinig bekend over de oorzaken van de ziekte van Hodgkin. Het is een zeer heterogene aandoening waarvan er verschillende fenotypes bestaan. De incidentie is maximaal op het einde van de adolescentie en na de leeftijd van 55 jaar. Een groep van de Universiteit van Newcastle heeft de gegevens geanalyseerd van 621 kinderen van 0 tot 24 jaar met een ziekte van Hodgkin...
Frédéric Amant (UZ Leuven) heeft de gegevens geanalyseerd van 129 kinderen van 1-3 jaar die ter wereld waren gebracht door moeders met kanker tijdens de zwangerschap. Vervolgens heeft hij die gegevens vergeleken met die van een controlegroep van 129 kinderen met dezelfde kenmerken bij de geboorte. Uit de resultaten blijkt dat de kankertherapie tijdens de zwangerschap vrij ‘onschadelijk’ is...
Kleincellige longkanker is bijzonder moeilijk te behandelen, ook al omdat de diagnose meestal pas wordt gesteld als er metastasen zijn. Sinds de combinatie etoposide/platinaverbinding als eerstelijnstherapie en topotecan als tweedelijnstherapie is er geen enkele behandeling ontwikkeld die werkelijk het verschil heeft gemaakt...
11% van de borstkankers treft vrouwen jonger dan 45 jaar en 6% treft vrouwen jonger dan 40 jaar, een leeftijd waarop bijna de helft van de vrouwen nog een kinderwens heeft. 97% van die vrouwen moet chemotherapie krijgen, wat een zware domper op hun kinderwens is. Tegen die achtergrond werden meerdere technieken voor vrijwaring van de vruchtbaarheid ontwikkeld...
De COMBI-v-studie heeft een bitherapie, in casu een combinatie van dabrafenib, een BRAF-remmer, en trametinib, een MEK-remmer, vergeleken met een monotherapie met vemurafenib, een BRAF-remmer, als eerstelijnstherapie...
EUROCARE-5 heeft de gegevens geregistreerd van meer dan 22 miljoen Europese patiënten bij wie tussen 1978 en 2007 de diagnose van kanker werd gesteld. De studie heeft de evolutie van de 5 jaarsoverleving van die patiënten in 30 Europese landen onderzocht. België behoort blijkbaar tot de ‘goede leerlingen’...
Everolimus blijkt een interessante activiteit te hebben bij meerdere neuro-endocriene tumoren (NET’s), ook in combinatie met octreotide. Bovendien bestaan er maar weinig opties bij een gemetastaseerde of gevorderde NET. Tegen die achtergrond heeft RADIANT-4, een gerandomiseerde, placebogecontroleerde fase 3-studie, de mTOR-remmer everolimus in een dosering van 10mg/d per os onderzocht ...
Gerichte geneesmiddelen hebben de prognose van patiënten met gemetastaseerde nierkanker verbeterd. Het effect op de overleving blijft echter zeer beperkt als de patiënten al een zware behandeling hebben gekregen. In fase 1- en fase 2-studies werden goede resultaten behaald met nivolumab. Daarom werd een fase 3-studie uitgevoerd...
Hersenmetastasen zijn de frequentste hersentumoren. Bijna een kwart van de patiënten met longkanker, borstkanker of een melanoom ontwikkelt hersenmetastasen. De prognose is dan doorgaans beperkt tot enkele maanden...
Na RADIANT 4 heeft Philippe Rusznewski (Hôpital Beaujon, Clichy) nog een andere studie over NET’s gepresenteerd tijdens de presidentiële sessie. Het betrof een studie bij het frequentste type van neuro-endocriene tumoren, meer bepaald neuro-endocriene tumoren van het middelste gedeelte van de darmen. De incidentie van die tumor stijgt gestaag...
Nierkanker in een gevorderd stadium wordt behandeld met VEGF-antagonisten en mTOR-remmers. Er treedt echter vaak resistentie op, met name door ontwikkeling van de proangiogene en pro-invasieve MET- en AXL-weg...
De incidentie van diabetes type 2 neemt gestaag toe. De gemiddelde duur van de slaap neemt gestaag af. Is hier sprake van een causaal verband?
Een progressieve stijging van de TSH-spiegel is de belangrijkste bijkomende schildkliergerelateerde risicofactor voor type 2-diabetes en niet de initiële TSH-spiegel...
De microbiota heeft invloed op de insulinegevoeligheid. Dat is althans bewezen bij dieren. Meerdere observationele studies hebben aangetoond dat er een verband bestaat tussen het gebruik van antibiotica en veranderingen in de bacteriële flora, en tussen obesitas en antibioticagebruik. Wil dat zeggen dat een hoge inname van antibiotica het risico op ontwikkeling van type 2-diabetes zou kunnen verhogen?
Een diabetesvoet met chronische ulcera verhoogt het overlijdensrisico. Hyperbare zuurstoftherapie is zeer heilzaam...
Blootstelling aan de zon tijdens de zwangerschap volstaat niet voor een normaal vitamine D-gehalte...
Deze studie is uitgevoerd in een laboratoriumomgeving. Niettemin is ze interessant, aangezien een Iers team (universiteit van Galway) heeft kunnen aantonen dat overbrenging van stamcellen uit het beenmerg van een gezonde donor op een gebroken bot van een diabeticus het genezingsproces versnelt en de stevigheid van het bot doet toenemen...
In het Westen verschuift het moment waarop de puberteit begint. Een verklaring daarvoor is de verhoogde incidentie van obesitas, maar er zijn ook factoren die de leeftijd van de puberteit in de andere richting kunnen beïnvloeden...
Marihuana roken versnelt de puberteit en vertraagt de groei. Dat is alleszins zo in Pakistan, maar er is geen reden om aan te nemen dat deze vaststelling niet overal zou gelden...
Met het ouder worden daalt het totale testosterongehalte en stijgt het SHBG-gehalte. De huidige aanbevelingen voor behandeling van hypogonadisme zijn gebaseerd op het totale testosterongehalte. Volgens een internationaal team dat geleid wordt door Leen Antonio en Brigitte Decallonne (KU Leuven) is dat misschien niet ideaal en kan het leiden tot zowel onder- als overdiagnostiek...
Niet inactiviteit zou leiden tot obesitas en tot de onhandigheid van obesitaspatiënten, maar veeleer een primitieve sensomotorische onaangepastheid die een verminderde activiteit veroorzaakt die obesitas in de hand werkt...
Het jaarlijkse congres van de Belgian Society of Cardiology (BSC) dat begin 2015 heeft plaatsgevonden, leent zich uitstekend voor een terugblik op de belangrijkste studies van het afgelopen jaar. Philippe van de Borne (Erasmusziekenhuis, Brussel) bespreekt een studie naar de link tussen glykemiecontrole en sterfte.
Volgens Philippe van de Borne (Erasmusziekenhuis, Brussel) behoren ADVANCE-ON en bariatrische chirurgie bij glykemiecontrole tot de hoogtepunten van 2014 inzake diabetes type 2.
… dat de pleiotrope effecten van statines beperkt zijn en dat de genetica nieuwe perspectieven opent.
Als er al een zware tendens bestaat bij de behandeling van een bepaald aantal ritmestoornissen, zoals hypertropische cardiomyopathie of het lange QT-syndroom, dan is het wel de integratie van een genetische evaluatie. Deze behelst zowel de patiënt als zijn familiale entourage. Dr. Georges Mairesse (CSL Aarlen), voorzitter van de Belgian Heart Rhythm Association, becommentarieert het fenomeen en geeft enkele toepassingen. (video in het Engels)
De aanpak van pathologieën van de mitralisklep evolueert steeds meer in de richting van een aanpak op maat van elke patiënt. De therapeutische beslissingen en meer bepaald de keuze tussen chirurgische en percutane technieken worden voortaan besproken in een ‘heart team’, en dat op basis van een multimodale evaluatie gebaseerd op de echocardiografie en steeds vaker ook op beeldvorming via resonantie, alsook op een duidelijke stratificatie van de patiënten. Dat wordt samengevat door dr. Bernard Cosyns (CHIREC Eigenbrakel). (video in het Engels)
De diagnose van longembolie evolueerde grondig de afgelopen tien à vijftien jaar. De klinische evaluatie speelt een fundamentele rol bij de vaststelling van een diagnostische waarschijnlijkheid. Dat is eveneens het geval bij de dosering van de D-dimeren, waarvan het gehalte onlangs herzien werd. Voortaan houdt het rekening met de leeftijd van de patiënt. Prof. Henri Bounameaux (HCUG Genève) is waarschijnlijk een van de meest competente personen in deze materie. Hij geeft ons meer uitleg over deze twee specifieke punten en heeft het ook over het diagnostische traject van de patiënten. (video in het Engels)
De komst van ultragevoelige troponine zorgt voor een herdefiniëring van bepaalde entiteiten. Uitleg door prof. Victor Legrand (CHU de Liège). (video in het Engels)
Fibromusculaire dysplasie lijkt een van de frequent voorkomende oorzaken te zijn van het acuut coronair syndroom bij jonge vrouwen. "Vaak vormt het een echte uitdaging op therapeutisch vlak", stelt prof. Victor Legrand (CHU de Liège). (video in het Engels)
Myocardinfarct van type II wordt gekenmerkt door een onevenwicht tussen de aanvoer en de vraag naar zuurstof die niet gelinkt is aan een coronaire aandoening. Het doet zich voor in verschillende klinische situaties. “De therapeutische aanpak ervan is vooral gericht op de correctie van de precipitante factor”, verduidelijkt prof. Victor Legrand (CHU de Liège). (video in het Engels)
Stenting van de nierslagader, ontzenuwing, de PCSK9-inhibitoren, de consumptie van zout, enz. Prof. Philippe van de Borne (Erasmusziekenhuis Brussel) loodst ons door desillusie, hoop en controverse. (video in het Engels)
Tijdens het laatste congres van de ESMO (European Society for Medical Oncology) heeft prof. Charles Ryan (San Francisco) de eindanalyse voorgesteld van de COU AA-302-studie, met daarin ook de definitieve cijfers op het vlak van overleving. In die dubbelblinde fase 3-studie werd abirateronacetaat (Zytiga®) gegeven aan patiënten met gemetastaseerde, castratieresistente prostaatkanker, die voordien nog geen chemotherapie hadden gekregen...
Twee entiteiten die zich onderscheiden door hun fysiopathologie, verschijningswijze en therapeutische aanpak. Uitleg door prof. Victor Legrand (CHU de Liège). (video in het Engels)
Behandelingen tegen kanker kunnen aan de basis liggen van hartinsufficiëntie. Prof. Luc Piérard (CHU de Liège) bespreekt de hulpmiddelen en parameters die gebruikt worden om het te identificeren. Hij gaat ook kort in op het tweede thema van de sessie gewijd aan geneesmiddelen die mogelijk een aandoening aan de hartklep kunnen veroorzaken. (video in het Engels)
De echografie blijft het basisonderzoek voor een evaluatie, toch moet soms ook een beroep gedaan worden op andere hulpmiddelen. Commentaar van prof. Bernard Paelinck (UZ Antwerpen). (video in het Nederlands)
Shunts, tetralogie van Fallot, tweepuntige aortaklep en coarctatie van de aorta, transpositie van de grote vaten, enz. Prof. Werner Budts (UZ Leuven) vertelt ons wat we hiervan moeten onthouden in de dagelijkse praktijk. (video in het Engels)
Wat moeten we opgeven? Welke innovaties kunnen we verwachten? Welke items vormen het onderwerp van debat? Prof. Peter Sinnaeve (UZ Leuven) geeft aan welke lessen we kunnen trekken uit de evoluties in de acute cardiologie het afgelopen jaar. (video in het Engels)
Deze vraag rijst in 5% van de gevallen van acuut coronair syndroom. Spastische angor en syndroom X horen bij de hypotheses die we kunnen overwegen. Deze twee entiteiten verschillen van elkaar door hun mechanisme, de manier waarop ze optreden en de therapeutische aanpak.
Dit ‘nietje’ om de mitralisklep te repareren dat percutaan wordt ingeplant (Mitraclip®), kan een reverse remodeling veroorzaken bij patiënten met functionele mitralisregurgitatie.
Er zijn heel wat vragen over de cardiotoxiciteit van de middelen tegen kanker en deze zijn complex: de mechanismen aan de basis hiervan, de tools en de parameters die we moeten overwegen in het kader van een vroegtijdige opsporing, de strategie… Om hier een adequaat antwoord op te geven is er een nauwe samenwerking tussen cardiologen en oncologen nodig.
Het aantal longtransplantaties blijft maar toenemen, terwijl de kandidaten steeds ouder worden. De aanbevelingen voor de selectie van de kandidaten op een transplantatie werden onlangs verfijnd. Men beschikt zowel over algemene criteria als over specifieke criteria voor klassieke indicaties zoals COPD, interstitiële pathologieën, mucoviscidose en pulmonale vaatziekten. In dit interview wijst prof. Christiane Knoop (Erasmus) met name op de toegenomen levensverwachting die van de transplantatie verwacht wordt, dat is ook het belangrijkste doel van een transplantatie. Ze wijst tevens op het belang van de timing van de inschrijving van patiënten op wachtlijsten.
Tijdens zijn uiteenzetting schetste prof. Vincent Cottin (Lyon) een opmerkelijk beeld van deze aandoening en van de recente evoluties die het kende. Hij komt terug op de nieuwe diagnostische aanpak die van cruciaal belang is voor het overleven van de patiënten, en op de vooruitgang die de medicamenteuze behandeling heeft geboekt. Hij heeft het meer bepaald over de meest recente gegevens in verband met pirfenidone en nintedanib.
Volgens prof. Vincent Ninane (UMC Sint-Pieter) is heelkunde die zorgt voor een vermindering van het longvolume van belang bij bepaalde gevallen van invaliderend longemfyseem. De ingreep gaat echter gebukt onder een belangrijke morbiditeit en mortaliteit. In de praktijk blijkt het aantal dergelijke ingrepen ook af te nemen. Binnen dit kader werden verschillende endoscopische technieken ontwikkeld als alternatief voor chirurgie en dat met de bedoeling een groter aantal patiënten te behandelen. In dit interview stelt prof. Ninane tevens de techniek van de gerichte pulmonale ontzenuwing voor. Die wordt vooral gebruikt bij bronchiale obstructie.
Naar de Late Breaking poster die werd voorgesteld door Harald Vonkeman, Enschede, Nederland TZo luidt althans de conclusie van een Nederlandse gerandomiseerde, multicentrische studie die werd uitgevoerd bij 817 patiënten die al minstens 1 jaar anti-TNF gebruikten en bij wie al sinds 6 maanden of meer een lage activiteit van reumatoïde artritis werd genoteerd (DAS28 minstens tweemaal < 3,2)...
Naar de mededeling tijdens de plenaire sessie van Iris Markusse, Leiden, Nederland De BeSt-studie vergeleek bij 508 patiënten met reumatoïde artritis vier strategieën die eenzelfde doel nastreefden, namelijk een verregaande controle die werd geobjectiveerd door een DAS 28 ≤ 2,4...
Naar de mededeling van Karin Hellgren, Stockholm, Zweden Dat het gebruik van anti-TNF bij reumatoïde artritis een kankerrisico inhoudt, is welbekend. Het risico is echter minder bekend als deze middelen worden voorgeschreven voor spondylartropathie (psoriasisartritis, spondylitis ankylosans en andere soorten spondylartritis). Dat is des te jammer omdat beide soorten inflammatoire reuma niet overwegend bij een bepaalde leeftijdsgroep of hetzelfde geslacht voorkomen...
Naar de mededeling van Munther Khamashta, Londen, Verenigd Koninkrijk Sifalimumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam dat bindt aan de meeste alfa-interferonen en deze neutraliseert. Zo verhindert het de activering van het receptorcomplex van de type 1-interferonen die we aantreffen in heel wat cellen, met name de dendritische, de B- en T-cellen en de monocyten...
Naar de mededeling van Noortje van Herwaarden, Nijmegen, Nederland, en Judith Haschka, Erlangen, Duitsland Twee gerandomiseerde studies evalueerden de impact van de dosisverlaging van anti-TNF op de waarschijnlijkheid van een evolutieve herneming bij patiënten met lage activiteit (DRESS) of in remissie (RETRO)...
Chirurgie is maar aangewezen bij een minderheid van de patiënten en de selectie moet voorzichtig gebeuren. Vervolgens moet men een keuze maken tussen transplantatie en longvolumereducerende chirurgie. Meer uitleg door Geert Verleden (UZ Leuven).
Een werkgroep van de European Respiratory Society (ERS) onderzoekt de impact van voeding op chronische obstructieve longziekte (COPD). Annemie Schols (Maastricht, Nederland) is de eerste auteur van deze publicatie.
Zoals Anneke ten Brinke (Leeuwarden, Nederland) uitlegt, maken we in de klinische aanpak van ernstig astma vandaag een onderscheid tussen drie subtypes: allergisch astma dat vroegtijdig optreedt, eosinofiele astma bij de volwassen patiënt en astma dat laattijdig optreedt, met zware symptomen.
Optimizing treatment benefits with MKIs: understanding who and when to treat – Satellietsymposium van Bayer op het ESMO congres – 28 september 2014 Het is hedendaags bevestigd dat de omgeving van de tumor en de dialoog tussen de cellen een belangrijke rol spelen. Dat heeft geleid tot de ontwikkeling van gerichte geneesmiddelen. Sorafenib is er één van. Het gebruik van sorafenib werd met succes onderzocht bij hepatocellulair carcinoom, gemetastaseerde nierkanker en recent ook bij gedifferentieerde schildklierkanker refractair aan radioactief jodium. Hieronder een overzicht van deze laatste aandoening. Published ahead of print.
Continue vorming is één van belangrijkste doelstellingen van de BVP. De eindejaarsvergadering en de regelmatige organisatie van bijscholingscursussen over de longfunctie zijn hier het bewijs van. Prof. Renaud Louis brengt ook twee belangrijke lopende registers ter sprake: ernstige astma en relevantie van echo-endoscopie. Het gesprek (in het Frans) wordt afgerond met een update over de politieke dossiers...
Prof. Renaud Louis (CHU Sart-Tilman) is uittredend voorzitter van de Belgische Vereniging voor Pneumologie (BVP). Hij wordt opgevolgd door prof. Geert Verleden (UZ Leuven). Tijdens dit gesprek (in het Frans) blikt prof. Louis terug op de wetenschappelijke missie van de BVP. Hij benadrukt het hoogstaande niveau van het Belgische onderzoek in pneumologie...
De studie IMPROVE-IT – waarvoor tussentijdse analyses waren gepland – werd verstoord door tussentijdse events die konden worden voorspeld aangezien de duur van de studie...
Eerste Late Breaking Clinical Trial Session van het congres van de AHA en al meer vragen dan antwoorden. Met ISAR-SAFE, ITALIC en ook DAPT, een studie uitgevoerd in opdracht van de FDA, was nochtans alles in het werk gesteld om voor eens en altijd uitsluitsel te geven. Samenvatting van de studies... met een analyse en perspectieven van prof. Gilles Montalescot in de papieren versie van BHL.
Late Breaking clinical trials 2: Anti-Lipid and prevention of CAD De cardiovasculaire sterfte blijft hoog, ook als de patiënten ‘correct’ worden behandeld. Kunnen we beter doen?
‘New insights into the clinical impact of Saccharomyces boulardii CNCM I-745 in antibiotic-associated diarrhaea’. Satellietsymposium georganiseerd door de laboratoria Biocodex ter gelegenheid van het UEGW-congres 2014 in Wenen. “Ook al zegt het merendeel van de artsen goed geïnformeerd te zijn over probiotica, toch zijn er nog heel wat die er geen duidelijke definitie van kunnen geven en die de pathologieën niet kennen waarbij deze van belang kunnen zijn en/of de stammen niet kennen waarvoor er al bewijzen bestaan”, aldus Christian Boggio-Marzet (Buenos Aires). Hij voerde met de International Study Group on Probiotics een enquête uit bij een panel van 1.670 artsen uit 10 landen...
Voor ezetimibe, dat zoals we weten complementair is met statines, was tot vandaag nog geen klinisch voordeel bewezen voor de incrementele afname van de LDL-C-waarde. Een lacune die grotendeels wordt opgevuld met de resultaten van IMPROVE-IT (1), een studie waar de gemeenschap van cardiologen met ongeduld naar uitkeek. Dit is de eerste grootschalige studie waarin de klinische werkzaamheid van de combinatie ezetimibe + simvastatine wordt vergeleken met simvastatine. Er werd niet alleen aangetoond dat het toevoegen van een niet-statine aan een cholesterolverlagende behandeling de LDL-C-waarde op een significante manier terugdringt, als ze langer dan 10 dagen na een gestabiliseerd acuut coronair event wordt toegediend, maar ook dat die afname zich vertaalt op klinisch vlak. De resultaten en gevolgen in het kader van een sessie van de Late Breaking Clinical Trials van de AHA.
De toediening van ticagrelor vanaf het eerste contact met de arts – dus vóór de opname in de katheterisatiezaal – kan het risico op stenttrombose verlagen.
Vitamine D-insufficiëntie komt vrij vaak voor. Volgens de WGO liggen een miljard mensen onder de aanbevolen spiegels. In die groep zitten logischerwijze veel astmapatiënten, ook al omdat ze meerdere risicofactoren gemeen hebben met vitamine D-insufficiëntie: obesitas, wonen in een stedelijk gebied, onvoldoende lichaamsbeweging… Moet men die mensen extra vitamine D geven? Een gesprek met Atul Gupta (Londen) in het kader van het Europese congres voor pneumologie in München.
Zoals John Chalmers (Sydney, Australië) uitlegde, werd in het gedeelte over de bloeddruk van de studie ADVANCE de vaste combinatie perindopril-indapamide vergeleken met een placebo bij patiënten met diabetes type 2. De patiënten (n = 11.140) werden in de studie opgenomen los van hun initiële bloeddruk en de lopende bloeddrukverlagende behandeling. Aan deze behandeling werd de vaste combinatie perindopril-indapamide toegevoegd...
Ze waren met acht en Marc Ferrante (KU Leuven) is er een van. Elk jaar reikt de UEG een Rising Star Award uit aan jonge onderzoekers die met hun studie het meest hebben bijgedragen tot de vooruitgang van de gastro-enterologie. Marc Ferrante legt ons de inhoud van zijn onderzoek uit. Dat onderzoek heeft betrekking op het herstel van het slijmvlies.
Transorale chirurgie moet verder ontwikkeld worden voor diverse indicaties tot het einddoel bereikt is, namelijk de morbiditeit van soms zware ingrepen verminderen en de duur van de ziekenhuisopname verlagen. Prof. Jacques Devière (gastro-enterologie, Erasmus, ULB) stelde tijdens de educatieve sessie van de UEG Week de mogelijkheden voor die deze chirurgie biedt voor weefselhechting. Hij vat hier de voor- en nadelen samen en geeft ook enkele toekomstige mogelijkheden aan.
De resultaten van ablatie bij persistente voorkamerfibrillatie zijn niet goed gedocumenteerd, maar we beschouwen ze als minder gunstig dan de resultaten die we zien bij paroxismale VF. Sommigen adviseren daarom eerder een uitgebreidere ablatie bij persistente VF...
Pacing van het rechterventrikel wordt vaak gebruikt bij de behandeling van atrioventriculair blok. In meerdere studies werd aangetoond dat apicale stimulatie van het rechterventrikel nadelige effecten kan hebben voor de hartfunctie...
CINV (chemotherapy-induced nausea and vomiting) heeft ernstige gevolgen: risico op uitdroging, elektrolytenstoornissen, anorexie, “vergeten van de behandeling”… 85% van de patiënten die een zeer braakopwekkende chemotherapie krijgen en daar niet voor worden behandeld, ontwikkelt een ernstige CINV.
CLEOPATRA, een gecontroleerde fase III-studie, heeft de combinatie pertuzumab, docetaxel en trastuzumab vergeleken met docetaxel, trastuzumab en een placebo bij 808 patiënten met een gemetastaseerde HER2+ borstkanker of een niet-reseceerbaar plaatselijk recidief van HER2+ borstkanker. Bij een niet vooraf gespecificeerde tussentijdse analyse werd een toename van de overleving zonder radiologische progressie (absolute winst van 6,3 maanden) en van de totale overleving waargenomen (HR = 0,62). Die resultaten waren echter zuiver speculatief en moeilijk te interpreteren, aangezien de mediane totale overleving nog niet was bereikt bij de tweede tussentijdse analyse...
Chirurgische resectie is de eerstelijnstherapie bij een plaatselijk niet-kleincellig bronchuscarcinoom (NSCLC). Het genezingspercentage bedraagt echter maar 40%. In 2004 heeft de IALT-studie (International Adjuvant Lung Cancer Trial) aangetoond dat chemotherapie met cisplatine de overleving met 5% in absolute waarde verbeterde en weinig bijwerkingen veroorzaakte. Bovendien kan 50% van de patiënten nooit een adjuvante chemotherapie of de geplande behandeling krijgen. Er is dus ruimte voor andere adjuvante behandelingen, maar tot nog toe zonder resultaat.
De cachexie bij kanker is een multifactorieel probleem en wordt vooral gekenmerkt door een gewichtsdaling en inkrimping van de magere massa. De studies concentreren zich dan ook op die twee ‘markers’. Ghreline is een groeifactor die in de maag wordt geproduceerd en de eetlust, het gewicht en de magere massa regelt. Het was dan ook logisch die weg te exploreren.
Deze studie is bescheiden, want ze werd uitgevoerd bij slechts 69 vrouwen met een recidief van baarmoederhalskanker. Toch was het wetenschappelijke comité van de ESMO in de wolken over de studie...
Een wat uitdagende titel, maar wel met het voordeel dat hij de dagelijkse werkelijkheid van verloskundigen en kinderartsen weerspiegelt: de geestelijke ontwikkeling en de gezondheid van het hart zijn niet minder goed bij kinderen geboren bij moeders die tijdens de zwangerschap (vanaf het tweede trimester) chemotherapie kregen, dan bij kinderen van moeders die geen chemo kregen tijdens de zwangerschap.
Gemetastaseerde hoofd- en halskanker komt zeer zelden voor. Toch verdient die kanker de nodige aandacht omdat de incidentie ervan gestaag stijgt, de prognose zeer slecht is (3-6 maanden overleving na mislukken van een behandeling met een platinazout) en er ernstige symptomen kunnen optreden.
Grant MacArthur (Melbourne) heeft een fase 3-studie uitgevoerd die het effect van een combinatie van een MEK-remmer en een BRAF-remmer vergeleek bij patiënten met een gevorderd melanoom met een BRAF-mutatie die nog geen behandeling hadden gekregen. 79 patiënten werden behandeld met een combinatie van vemurafenib 960mg 2x/d en cobimetinib 60mg/d 3 weken op de 4 en 128 patiënten werden behandeld met vemurafenib in monotherapie.
Immunotherapie en geneesmiddelen die specifiek BRAF-mutaties aanpakken, hebben de prognose van een gemetastaseerd melanoom sterk verbeterd. Er is echter nog ruimte voor verbetering, te oordelen naar de 3 studies die dr. Evandro de Azambuja (Bordetinstituut), voorzitter van de sessie over het melanoom, heeft samengevat.
Prof. Jean-Pascal Machiels (Koning Albert II-instituut, UCL) heeft een studie gepresenteerd die aantoont dat afatinib de progressievrije overleving bij patiënten met een recidief of metastasen van hoofd- en halskanker verbetert, maar het resultaat is toch maar pover: 2,5 versus 1,7 maanden. Is een dergelijk resultaat wel relevant?
Remmers van het tyrosinekinase van EGFR zijn ontegensprekelijk de eerstelijnstherapie bij patiënten met een gemetastaseerd NSCLC met een gemuteerde EGFR. De tumor wordt echter nagenoeg altijd resistent na een min of meer lange periode van respons.
“Het principe van immunotherapie bij kanker is eenvoudig: de behandeling heeft tot doel de remmen (checkpoints of controlepunten) van het immuunsysteem te deblokkeren opdat dat zijn troepen, en meer bepaald de T-lymfocyten, op de kankercellen zou afsturen. Het immuunsysteem mag echter niet op hol slaan omdat er dan immunologische bijwerkingen zouden kunnen optreden”, legde Jeffrey Weber (Tampa, Florida) uit bij de presentatie van de resultaten van een fase 3-studie met nivolumab...
“Vemurafenib heeft de prognose van patiënten met een gevorderd melanoom met BRAF-mutatie sterk verbeterd. Ongeveer 40% van de melanomen vertoont een dergelijke BRAF-mutatie”, aldus prof. Caroline Robert (Villejuif). Kan dat nog beter?
Resynchronisatie wordt gebruikt bij patiënten met symptomatische hartinsufficiëntie met afname van de LVEF en een breed QRS. Ongeveer een derde van de patiënten reageert niet en met de studie SEPTAL-CRT wilden de onderzoekers kijken of de positie van de sonde op dat vlak een impact kon hebben...
De resultaten uit de nieuwe subanalyse van het RE-LY® onderzoek werden gepresenteerd tijdens een Clinical Trial Update Hot Line sessie die gehouden werd op het ESC Congress 2014, georganiseerd in Barcelona door de European Society of Cardiology. Uit deze nieuwe gegevens, blijkt dat de afname van de nierfunctie minder uitgesproken is bij patiënten met een onregelmatige hartslag (niet-valvulair atriumfibrilleren, NVAF) die met Pradaxa® (dabigatran etexilaat) worden behandeld, vergeleken met warfarine.
De prevalentie van astma stijgt gestaag. Het risico is vooral hoog als één van de ouders, broers of zussen astma heeft gekregen voor de leeftijd van 10 jaar. De omgeving van de moeder speelt een kapitale rol ter zake, maar dierproeven hebben aangetoond dat men ook rekening moet houden met omgevingsfactoren van de vader, nog voor de bevruchting. Dat fenomeen werd weinig onderzocht bij de mens...
De psychische gevolgen van een ziekte (stigmatisering, desocialisatie, minderwaardigheidsgevoel…) zullen de symptomen ervan vaak nog verergeren. Bij astma kan het bijvoorbeeld gaan om expressieproblemen door een disfunctie van de stembanden en doordat het moeilijk is een volledige zin uit te spreken zonder kortademig te worden...
E-sigaretten die nicotine afgeven, kennen almaar meer succes. Er werd dan ook een specifieke sessie gewijd aan de e-sigaret. Is die wel zo veilig als sommigen ons willen doen geloven?
Het acute respiratory distress syndrome (ARDS) is een zeer ernstige vorm van acuut longfalen als gevolg van afwijkingen van de permeabiliteit van de haarvaten. Er zijn tal van oorzaken van ARDS (pneumonie, sepsis…). ARDS is een belangrijke oorzaak van acute ademhalingsinsufficiëntie en de sterfte kan oplopen tot 40-60%, meestal als gevolg van multiorgaanfalen.
Ontsteking en vorming van nieuwe bloedvaatjes spelen een sleutelrol bij de pathogenese van longkanker. Meerdere preliminaire studies toonden aan dat de temperatuur van de uitgeademde lucht de ontsteking van de luchtwegen en de verhoogde vascularisatie weerspiegelt. Vandaar de hypothese dat meting van die temperatuur weleens nuttig zou kunnen blijken bij de diagnostiek en de opsporing van chronische longaandoeningen.
Astma en wheezing zijn twee verschillende fenotypes van eenzelfde ziekte bij kinderen. Daarnaast kunnen er binnen elke groep nog andere fenotypes zijn...
De eerstelijnstuberculostatica (rifampicine, pyrazinamide, ethambutol, isoniazide) worden niet altijd goed verdragen door het spijsverteringsstelsel. Daarom raadt de WGO aan om ze in geval van nausea en braken na de maaltijd in te nemen. We kennen echter het effect niet van de voeding op de farmacokinetiek van die geneesmiddelen in het begin van de behandeling. Dat is nochtans een essentieel punt aangezien het risico op resistentie stijgt naarmate de plasmaconcentraties lager zijn...
De studie NECTAR-HF (Neurocardiac Therapy for Heart Failure) tot slot, gaf geen bevestiging van de preklinische gegevens, die suggereerden dat vagale neurostimulatie nut kan hebben bij hartinsufficiëntie.
Een hartstilstand die optreedt buiten het ziekenhuis is een groot probleem voor de volksgezondheid. De incidentie wordt geraamd op 500.000 per jaar in Europa en de overlevingskans ligt lager dan 5%. Mensen worden zich hier steeds meer van bewust, wat het aantal defibrillatoren op verschillende plaatsen heeft doen toenemen. Maar zijn ze wel geschikt? Een vraag waarop Benjamin Dahan (Parijs, Frankrijk) probeert te antwoorden.
IJzertekort is een comorbiditeit die vaak voorkomt bij hartinsufficiëntie. Het gaat gepaard met een afname van de functionele capaciteit, veranderingen in de levenskwaliteit en een verhoging van de mortaliteit: zoveel effecten die trouwens niets te maken lijken te hebben met de anemie. Het belang om dit tekort recht te zetten is ondertussen echter bewezen.
In de studie MORE-CRT, een multicentrische, internationale, gerandomiseerde en open studie, werd resynchronisatie met vierpolige elektroden vergeleken met de conventionele aanpak met slechts twee elektroden. De evaluatie betrof vooral de complicaties gerelateerd aan de elektroden, tijdens en na de implantatieprocedure...
In de studie PARADIGM wordt aangetoond dat LCZ696, een neprilysineremmer, een significant voordeel oplevert op het vlak van mortaliteit en ziekenhuisopnames, in vergelijking met de traditionele behandeling. Het resultaat werd beschouwd als voldoende bepalend om een ‘Hot Line’-sessie te openen, voornamelijk gewijd aan hartinsufficiëntie.
In de studie POPE-2 (Post-Operative Pericardial Effusion-2), waarvan de resultaten werden voorgesteld door P. Meurin (Parijs, Frankrijk), werd colchicine vergeleken met een placebo bij postoperatieve pericardiale effusie...
Treatment needs in postmenopausal osteoporosis. Amgen Satellite symposium at the WCO - IOF - ESCEO, Sevilla, april 2014 Het aantal osteoporotische fracturen stijgt gestaag, onder meer omdat de meeste risicopatiënten niet behandeld worden, maar ook omdat de therapietrouw ten aanzien van de klassieke middelen tegen osteoporose gering is. De FREEDOM-studie heeft denosumab onderzocht in de meeste dagelijkse klinische situaties. Die studie toonde aan dat denosumab de incidentie van fracturen op alle plaatsen verlaagt, ongeacht de ernst van de osteoporose of de leeftijd van de patiënte. Denosumab is ook doeltreffend bij de patiënten met het hoogste risico op een fractuur. Published ahead of print.
Prof. Olivier Sanchez sprak over de moderne behandeling van longembolie. We vernamen meer bepaald welke rol de nieuwe directe anticoagulantia kunnen spelen en hoe de kandidaten voor ambulante behandeling en trombolyse worden geselecteerd. Published ahead of print.
Artrose is de meest voorkomende chronische musculoskeletale aandoening, die verantwoordelijk is voor een aanzienlijke morbiditeit. Met de veroudering van de bevolking nemen ook de maatschappelijke kosten van de aandoening jaar na jaar toe. De behandeling van deze aandoening is echter complex wegens het heterogene karakter ervan, de afwezigheid van een rechtstreeks verband tussen de pijn en de ernst van de aandoening, de frequente aanwezigheid van comorbiditeiten en de bijwerkingen die verband houden met de aangeboden behandelingen... Published ahead of print.
33rd Annual Scientific Meeting of the Belgian Society of Cardiology (Brussel, 30-31 januari 2014) Congestief hartfalen met een verminderde systolische functie is goed gekend door cardiologen. Hartfalen kan echter ook gepaard gaan met een behouden ejectiefractie (HFpEF). Deze aandoening, die vooral bij ouderen aangetroffen wordt en die steeds frequenter voorkomt, is veel moeilijker te definiëren en te behandelen. De professoren Thierry Gillebert (UZ Gent), Jean-Louis Vanoverschelde (UCL St-Luc, Brussel) en Olivier Gurné (UCL St-Luc, Brussel) spraken hierover tijdens een thematische sessie georganiseerd door de BWGNICI en de BWGHFCF. Published ahead of print.
De dienst endocrinologie van de Universiteit Gent deed nauwgezet onderzoek naar endocrinologische modificaties en wijzigingen aan het beendergestel van transgenderpatiënten. Ze onderzochten vooral mannen die vrouw wilden worden. De resultaten en de gevolgen ervan worden voorgesteld door prof. Jean-Marc Kaufman (UZ Gent) in het kader van het jaarlijkse ESCEO-congres.
[1. WHO Collaborating Centre for TB and Lung Diseases, Fondazione S. Maugeri, Care and Research Institute, Tradate, Italy & University of Sassari, Italy] De resistente stammen van Mycobacterium tuberculosis veroorzaken heel wat problemen en alle middelen worden ingezet om dat te verhelpen. De vaccinatiepiste leverde tot op heden slechts teleurstellende resultaten op. Gelukkig zijn er testen om snel de resistentiegraad te evalueren, zodat we de meest geschikte geneesmiddelen kunnen kiezen. Naast de conventionele behandelingen komen er ook nieuwe moleculen op de markt. Ten slotte worden er ook verschillende initiatieven genomen om tuberculose permanent uit de wereld te helpen. Published ahead of print.
Kurt Tournoy gaf tijdens het laatste symposium van de Belgische Vereniging voor Pneumologie (Oostende, december 2013) een overzicht wat betreft de rol van thoracale endoscopie voor de diagnose van infectieuze aandoeningen bij een geselecteerde patiëntenpopulatie: de niet-immunogecompromiteerde patiënt. Na het definiëren van deze studiepopulatie, besprak hij de mogelijke redenen en indicatiestelling voor een endoscopische pulmonale monsterafname bij deze patiënten, evenals een aantal aspecten in verband met de techniek. Published ahead of print.
De longen zijn het orgaan dat het meest wordt geïnfecteerd bij immunogecompromitteerde patiënten. De klinische en radiologische tekenen zijn soms weinig opvallend, wat diagnostische problemen kan veroorzaken. Bij patiënten die een transplantatie ondergingen, hangt de oorzakelijke kiem af van de aard, de intensiteit en de duur van de gebruikte immunosuppressiva en van factoren die gebonden zijn aan de gastheer. Een hogeresolutie-CT-scan is een belangrijk diagnostisch middel. Ook moet er tijdig een bronchoscopie worden uitgevoerd om snel een microbiologische diagnose te kunnen stellen en een gerichte behandeling te kunnen opstarten. Published ahead of print.
Olivier Gach (CHU de Liège) leidde samen met prof. Walter Desmet (UZ Leuven) de sessie georganiseerd op initiatief van de Belgian Working Group on Interventional Cardiology. In dit interview (in het Engels) geeft hij aan welke aandacht moet gaan naar de zogenaamde ‘non-culprit lesions’ (uiteenzetting van prof. Joëlle Kefer, Clin. Univ. St-Luc). Hij wijst ook op de beperkingen van de PRAMI-studie die werd voorgesteld tijdens het laatste ZSC-congres en die de aanbevelingen van de Europese vereniging tegenspreekt.
Prof. Victor Legrand (CHU de Liège) zat samen met prof. Guy Van Camp (UZ Brussel) de teaching session voor die de meest markante gebeurtenissen van 2012-2013 overliep inzake preventie en revalidatie (Catherine De Mayer, UZ Antwerpen), hartfalen (Olivier Gurné, Clin. Univ. St-Luc), ritmestoornissen (Yves Vandekerckhove, AZ Sint-Jan, Brugge) en interventionele cardiologie (Walter Desmet, UZ Leuven). (interview in het Frans)
Tijdens dit interview (in het Engels), afgenomen na de sessie georganiseerd door de Belgian Working Group on Interventional Cardiology, benadrukt Olivier Gach (CHU de Liège) het prognostische nut van de meting van de fractional flow reserve (FFR). Hij herinnert eraan dat het uitgevoerd moet worden op het geheel van de letsels van een meertaksaandoening. Het kan immers helpen bij de keuze van de beste strategie inzake revascularisatie (PCI versus CABG). Ten slotte uit dr. Gach zijn onbegrip ten aanzien van het ontbreken van terugbetaling voor deze techniek.
De doeltreffendheid van resynchronisatie hangt af van de selectie van de patiënten. Yves Vandekerckhove (AZ Sint-Jan, Brugge), vicevoorzitter van de Belgian Heart Rhythm Association (BeHRA) bespreekt de criteria die in acht genomen moeten worden. Hij heeft het ook over de keuze tussen CRT-P (Cardiac Resynchronization Therapy with Pacemaker) en CRT-D (Cardiac Resynchronization Therapy with Defibrillator) en over de plaats van een CT-angiografie voorafgaand aan het implanteren.
Deze ietwat provocerende sessie focuste op de vorm van de bewaarde linkerkamerfunctie bij hartfalen. Oorspronkelijk beschouwd als een curiosum, neemt het vandaag epidemische vormen aan. De diagnose ervan blijft een uitdaging. Klinisch onderzoek blijft daarbij erg belangrijk, net zoals BNP-meting en een echografie. Een interview met prof. Bernard Paelinck (UZ Antwerpen).
In dit interview (in het Engels) vat Antoine Bondue (Erasmusziekenhuis & IRIBHN) de uitstekende uiteenzetting samen van Steve Humphries (Institute Cardiovascular Sciences-UCL, London, UK), die aantoonde hoe genetica kan helpen bij de stratificatie van het cardiovasculaire risico bij patiënten met een gemiddeld risico. Vervolgens komt hij terug op zijn eigen uiteenzetting, getiteld Modelling human cardiac disease: towards personalised medicine, waarin hij het verschil aantoont tussen de verschillende fenotypes en het perspectief van gepersonaliseerde behandelingen.
Prof. Julie De Backer (UZ Gent) is voorzitter van de Belgian Working Group on Adult Congenital Heart Disease (BWGACHD). Ze komt in dit interview terug op de Do’s and don’ts of genetic testing in monogenetic cardiovascular disease van prof. Koen Devriendt (Centre for Human Genetics, UZ Leuven). Op vlak van genetische tests werd immense vooruitgang geboekt, maar de interpretatie ervan blijft vaak moeilijk, wat vaak problemen oplevert wanneer men de resultaten moet meedelen aan de patiënt en zijn familie. (interview in het Engels)
De resultaten van EUROASPIRE IV (European Action on Secondary Prevention by Intervention to Reduce Events) tonen aan dat het beheersen van risicofactoren bij patiënten die een hartinfarct of een cerebrovasculaire aandoening hebben gehad, onvoldoende blijft. Ook de gegevens van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) over cardiale revalidatie in België zijn vrij teleurstellend. Meer uitleg van dr. Ivan Elegeert (AZ Groeninge, Kortrijk).
De nieuwe richtlijnen voor het beoefenen van sport bij patiënten met aangeboren hartafwijkingen berusten meer op de hemodynamische en elektrofysiologische status dan op het anatomische defect. Meer uitleg door prof. Werner Budts (UZ Leuven), die ook de klinische benadering van hartgeruis en het interpreteren van een elektrocardiogram bij jonge patiënten bespreekt.
Ieder jaar, tijdens de gezamenlijke sessies van ESC en BSC, stelt een lid van de ESC de Belgische cardiologen de aanbevelingen voor waarvan hij de herziening heeft voorgezeten. Dit jaar was het de beurt aan prof. Gilles Montalescot (Hôpital de la Pitié-Salpêtrière, Parijs) die de grote lijnen uiteenzette in verband met de behandeling van een stabiele coronaire aandoening. (interview in het Engels)
In dit interview komt prof. Peter Sinnaeve (UZ Leuven) terug op de sleutelelementen van de zes uiteenzettingen van deze teaching session gewijd aan het myocardinfarct, die hij voorzat samen met prof. Agnès Pasquet (Clin. Univ. St-Luc). Een uiterst interessante sessie die heel wat succes oogstte! (interview in het Engels)
Prof. Nico Van de Veire (AZ Maria Middelares, Gent) verwoordt de belangrijke punten die men moet onthouden in verband met regurgitatie van de tricuspidalisklep. Het vaststellen van de etiologie en het inschatten van de kenmerken door een gedetailleerd echografisch onderzoek zijn belangrijke stappen in zijn klinische en therapeutische aanpak. (interview in het Engels)
De aanbevelingen van de wetenschappelijke verenigingen vormen de vruchten van hard labeur en moeten artsen informeren over het meest geschikte beleid op basis van de huidige wetenschappelijke kennis. Hoe zit het echter met de implementatie van die aanbevelingen naar de dagelijkse praktijk? De bevindingen uit de EUROASPIRE-studies zijn wat dat betreft bijzonder verhelderend.
Het nut van TAVI (Transcatheter Aortic Valve Implantation) is duidelijk aangetoond, in tegenstelling tot het nut van de techniek bij hoogrisicopatiënten met meerdere comorbiditeiten.
Inhibitoren van het renine-angiotensinesysteem en bètablokkers, toegediend in de aanbevolen doses, verminderen de mortaliteit voor alle oorzaken samen en het aantal nieuwe opnames bij patiënten met hartfalen met een verminderde ejectiefractie. Het gunstige effect van de behandeling en van titratie bij patiënten met een normale ejectiefractie is minder duidelijk.
Tijdens het 33e wetenschappelijke congres van de Belgische Vereniging voor Cardiologie (BSC), vertelde prof. Guy Van Camp, voorzitter van de BSC en hoofd van de afdeling Cardiologie in het UZ Brussel, de redenen voor de frustraties van de cardiologen. Ook gaf hij enkele aanbevelingen voor de overheid mee.
Vermits ze de door het ADP geïnduceerde plaatjesactivering voorkomen, bekleden P2Y12-inhibitoren een belangrijke plaats in het geneesmiddelenarsenaal van kransslagaderziekte. De patiënten kunnen hier echter op verschillende manieren op reageren, wat niet zonder gevolgen is...
Zwangerschapsdiabetes kan de ontwikkeling van het hart van de foetus beïnvloeden (1, 2). De vraag is dan ook of bij kinderen van een moeder die zwangerschapsdiabetes heeft gehad systematisch een echografie moet worden uitgevoerd.
Tot nu beschouwden pneumologen de Tiffeneau-index (FEV1/FVC) als pathologisch wanneer deze index lager was dan 0,7 van de predictieve waarde. Deze opvatting houdt echter enkele beperkingen in. Bovendien baseert men zich bij de nieuwe definitie van de Tiffeneau-index op de LLN (lower limit of normal). Prof. Eric Derom geeft uitleg over deze nieuwe referentiewaarden. Published ahead of print.
Educational symposia held by Boehringer Ingelheim at the ESC Congress 2013: ‘Novel oral anticoagulants for arterial and venous thrombosis’, 1st september, ‘Practical guidance for stroke prevention in atrial fibrillation – interactive case studies’, 2 september Anticoagulatie heeft het risico op cerebrovasculair accident (CVA) van het ischemische type bij patiënten met voorkamerfibrillatie aanzienlijk verlaagd. Het therapeutische venster van vitamine K-antagonisten (VKA’s) is echter smal en moeilijk te respecteren, met een risico op bloedingen als resultaat. Onvoldoende behandelde patiënten lopen een groot risico op CVA van het ischemische type en om te overlijden. In deze context profileren de nieuwe therapeutische aanbevelingen van de ESC voor de behandeling van niet-valvulaire voorkamerfibrillatie de nieuwe anticoagulantia (NOAC’s) duidelijk als primaire behandeling bij patiënten met een CHA2DS2-VASc-score ≥ 2. Van die NOAC’s biedt dabigatran, in de twee doses van 110 en 150mg, een zeer geruststellend veiligheids- en werkzaamheidsprofiel. De registers bevestigen de resultaten en dat ongeacht de gebruikte dosis. Published ahead of print.
De methodologie die gebruikt wordt om de minimale limiet te definiëren van de normen van de gebruikte parameters bij spirometrie is niet ideaal. Nieuwe waarden, gebaseerd op percentiel 5, worden daarom voorgesteld. Het is meer bepaald de Tiffeneau-index die voor discussie zorgt: moet men voor deze parameter, zoals voor de andere, opteren voor percentiel 5 of moet men het vaste gehalte van 0,7 behouden? Uitleg en commentaar van Eric Derom (UZ Gent). (interview in het Engels)
Giovanni Battista Migliori (Italië) verdiept zich sinds meer dan 25 jaar in tuberculose. Zijn ervaring is indrukwekkend en hij wordt momenteel beschouwd als een van de grootste experts in de materie. Spijtig genoeg blijft tuberculose een zeer actueel gegeven. Het aantal gevallen van meervoudige resistentie blijft toenemen en sommige daarvan, vooral afkomstig uit Oost-Europa, komen naar onze contreien. Gelukkig groeit ook het therapeutisch arsenaal beetje bij beetje aan en komen er nieuwe diagnostische technieken ter beschikking. Prof. Migliori betreurt wel het gebrek aan interesse van de politieke wereld voor dit volksgezondheidsprobleem. (interview in het Engels)
In dit interview stelt Didier Lardinois (CHU Bazel, Zwitserland) in detail de techniek voor om wonden te sluiten met negatieve druk (Vacuum-Assisted Closure, VAC) voor. Deze techniek toonde zich efficiënt bij verschillende indicaties zoals beenulcera of diabetische voet, doorligwonden, traumatische wonden, open abdominale wonden, dehiscentie van het borstbeen of empyeem. Deze techniek versnelt (of reactiveert) het genezingsproces door de drainage van serum. Hierdoor neemt het oedeem af en wordt de neoangiogenese en de vorming van granulatieweefsel gestimuleerd. (interview in het Engels)
Jean Lemaitre (UMC Sint-Pieter, Brussel – CHR Ambroise Paré, Mons) pleit voor een vroegtijdig interdisciplinair overleg bij de behandeling van tuberculose, vooral bij gevorderde gevallen die doorverwezen worden of waar de antibiotherapie geen antwoord biedt. Hij komt tevens terug op de bijdrage van de thoracoscopie. (interview in het Frans)
Laurence Hanssens (UKZKF) bespreekt de behandeling van deze zeldzame en laattijdig gediagnosticeerde aandoening. Bij gebrek aan voldoende bewijzen is die weinig in regels gegoten. Er bestaan slechts enkele preventieve maatregelen die nuttig zijn en makkelijk toegepast kunnen worden. Wanneer de situatie erger wordt, is een adequate en rigoureuze behandeling met antibiotica nodig. (interview in het Frans)
Meerdere criteria moeten in acht genomen worden wanneer men de graad van immunosuppressie evalueert van getransplanteerde patiënten. Binnen deze populatie moet het optreden van een pulmonale infectie leiden tot het snel opstarten van een efficiënte strategie, waarbij men vaak te snel toevlucht zoekt tot een fibroscopie. Commentaar van Christiane Knoop (Erasmus Ziekenhuis, Brussel). (interview in het Frans)
Meerdere technieken kunnen in overweging worden genomen bij de diagnostische aanpak van een pulmonale infectie bij een immunocompetente patiënt: bronchiale lavage, broncho-alveolaire lavage, biopsie, naaldaspiratie, enz. Wanneer moet men overgaan tot een bronchoscopie? Het antwoord wordt gegeven door Kurt Tournoy (Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis, Aalst). (interview in het Engels)
Primaire ciliaire dyskinesie, vroeger bekend als de ziekte van Kartagener, is een zeldzame recessieve autosomale ziekte. Marijke Proesmans (UZ Leuven) stelt de essentiële elementen van de diagnose voor, en die zijn vrij ‘challenging’. Ze gaat dieper in op de klinische aanwijzingen - die in 75% van de gevallen opduiken vanaf de geboorte - en op meer gespecialiseerde onderzoeken, genetisch onderzoek inbegrepen. Een van de uitdagingen van de diagnostiek is de preventie van bronchiëctasie. (interview in het Nederlands)
De diagnostische strategie bij een pulmonale embolie is voortaan vastgelegd in duidelijke regels. In welke mate wijzigen de nieuwe anticoagulanten de therapeutische aanpak? Olivier Sanchez (Hôpital Européen Georges Pompidou, Parijs) geeft uitleg. (interview in het Engels)
21% van de sterfgevallen bij diepzeeduikers heeft een pulmonale oorsprong. Pieter-Jan van Ooij (Royal Netherlands Navy) legt uit dat niet alle ademhalingsaandoeningen noodzakelijk een formele contra-indicatie zijn voor duiken, maar dat een minieme anomalie wel grote consequenties kan hebben. (interview in het Engels)
De uiteenzetting van Marie-Elisabeth Faymonville (CHU Luik, ULg) was opgedeeld in twee delen. Het eerste deel focuste op de heersende evolutie in de keuze van het geneesmiddel of van de geneesmiddelen tegen pijn. Verder benadrukte M.-E. Faymonville omstandig het belang van een kwaliteitsvolle communicatie met de patiënt en de macht van woorden. Die kunnen zowel schaden als verlichten… (interview in het Engels)
In zijn lezing pleit Johan Menten (UZ Leuven) voor een integratie van de Advance Care Planning (geanticipeerde zorgplanning) binnen de behandeling van kwaadaardige en niet-kwaadaardige ademhalingsproblemen. Dit is een continu proces van overleg tussen de patiënt en de zorgverstrekker(s) dat erop gericht is de zorg en de behandeling te definiëren die (niet) moet worden opgestart, en eerder prioriteit geeft aan de patiënt dan aan de ziekte. De voordelen situeren zich op het vlak van de levenskwaliteit, maar er zijn ook klinische criteria zoals de levensverwachting. (interview in het Engels).
Zoals de affaire met de glitazonen aantoonde, zijn onderzoekers en artsen geobsedeerd door infarct en CVA. Intussen hebben we een stapel bewijzen ter beschikking die aantonen dat hartfalen meer hospitalisaties en handicaps veroorzaakt en verantwoordelijk is voor meer doden dan deze aandoeningen. Prof. McMurray levert daar ook bewijzen van.
Improving the management of asthma: what’s NEXT? Satellietsymposium georganiseerd door de firma Chiesi in het kader van het jaarlijkse congres van de European Respiratory Society (ERS), Barcelona, 10 september 2013. Het doel van de behandeling van astma is om een goede controle over de ziekte te verkrijgen en te behouden. Helaas lukt dit nog te zelden, en dit om verschillende redenen die zijn toe te schrijven aan zowel de patiënt als de arts, de wijze van behandelen of de aandoening zelf. In dat kader, en omdat de kleine luchtwegen een centrale rol spelen in de pathogenese van astma, werden de vaste combinatie van beclomethasone en formoterol in extrafijne partikels en het concept MART (Maintenance And Reliever Therapy) ontwikkeld...
Op basis van een satellietsymposium georganiseerd door de firma Novo Nordisk in het kader van het congres 2013 van de EASD in Barcelona op 23 september 2013 Tresiba® is de eerste vertegenwoordiger van een nieuwe generatie basale insulines met ultralange werkingsduur en de vrucht van 90 jaar onderzoek en knowhow in de diabetologie van de firma Novo Nordisk. Het heeft een vlak, stabiel en reproduceerbaar farmacokinetisch en farmacodynamisch profiel. Dit verleent het product het voordeel dat het het risico op nachtelijke hypo’s – een grote rem op de vroege instelling van insulinetherapie bij diabetici – aanzienlijk verlaagt...
De comorbiditeiten van COPD zijn vrijwel allemaal gerelateerd aan gemeenschappelijke risicofactoren: roken, leeftijd… Ze hebben een negatieve impact op de prognose, vooral als ze van cardiovasculaire aard zijn. Maar wat zijn de mechanismen die het perinatale risico bij vrouwen met astma verhogen? En wat zijn de perinatale gevolgen van geneesmiddelen tegen astma? En corticosteroïden vormen dan wel de hoekstenen van de behandeling van astma, maar ze worden niet altijd correct gebruikt.
Op basis van een diermodel ontdekten Franse onderzoekers van het INSERM in Lyon het geheim van de snelle metabolische voordelen die worden vastgesteld na een gastrische bypass.
Prospectieve onderzoeken uitgevoerd in reële omstandigheden, waarbij men de frequentie en de risicofactoren tracht te evalueren bij het optreden van hypoglykemieën bij patiënten met diabetes type 1 en 2, zijn eerder zeldzaam. Daarom is er veel interesse voor de resultaten van DIALOG, een onderzoek uitgevoerd bij Franse diabetologen en huisartsen.
Voor de eerste maal is een Amerikaans team erin geslaagd het bestaan aan te tonen van een dynamische evolutie van erectiestoornissen bij patiënten met diabetes type 1. Het is echter opletten geblazen: na vijf jaar van voortdurend onvermogen verdwijnt de kans om opnieuw seksueel actief te zijn als sneeuw voor de zon.
Dat lijkt de conclusie te zijn van het ASSURE-onderzoek (ApoA1 Synthesis Stimulation and Intravascular Ultrasound for Coronary Atheroma Regression Evaluation), waarin RVX-208 werd vergeleken met een placebo bij patiënten met atherosclerotische laesies en met een laag HDL-cholesterolgehalte, en die waren voorbehandeld met een statine. RVX-208 veroorzaakt de aanmaak van apoA1, een belangrijk eiwit in HDL-cholesterol.
De Food and Drug Administration heeft bepaald dat de cardiovasculaire veiligheid van ieder nieuw antidiabetisch middel aangetoond moet zijn voordat het wordt gebruikt. Een eis die onder meer heeft geleid tot de onderzoeken EXAMINE en SAVOR TIMI 53.
Het PURE-onderzoek (Prospective Urban Rural Epidemiologic) richtte zich op het cardiovasculaire risico en de incidentie van cardiovasculaire gebeurtenissen in populaties met een hoog, middelhoog of laag inkomen. Het risico werd geëvalueerd met behulp van de INTERHEART-risicoscore. De verzamelde gegevens hadden ook betrekking op de houding ten opzichte van preventie en behandeling.
In SAVOR TIMI 53 (The Saxagliptin Assessment of Vascular Outcomes Recorded in Patients with Diabetes Mellitus), een fase IV-onderzoek, werd saxagliptine, een andere DPP4-remmer, vergeleken met een placebo bij diabetes type 2-patiënten met een bewezen cardiovasculaire aandoening of verschillende risicofactoren. De rest van de behandeling werd overgelaten aan de beoordeling van de onderzoekers en kon dus worden opgedreven.
Uiteindelijk lijken de resultaten van het COMPARE-onderzoek (COzaar in Marfan PAtients Reduces aortic Enlargement) de gunstige werking van losartan op het syndroom van Marfan te bevestigen.
Blootgesteld worden aan de rook afkomstig van een wapen zoals de HK406 veroorzaakt een significante vermindering van de longfunctie...
Een meting van de zuurstofsaturatie is essentieel voor elke chirurgische ingreep die ietwat invasief is...
Een onderzoeksgroep uit Nieuw-Zeeland vergeleek het percentage rokers dat stopte met roken dankzij de elektronische sigaret met de stoppers dankzij nicotinepleisters. Uit het onderzoek blijkt dat de e-sigaret zeker even efficiënt is met respectievelijk 7,3% en 5,8% (n=292 in beide groepen)...
Het aantal studies over inhalatieapparaten is zeer beperkt. Dat was meteen de reden voor een team onder leiding van prof. Vincent Ninane (UMC Sint-Pieter) om zich volgens de Delphi-methode over deze problematiek te buigen. Uitleg en besluiten van deze procedure die werd uitgevoerd door 50 Belgische experts.
Het project PROactive is een Europees project dat het concept van de Patiënt Reported Outcomes (PRO) wil valideren. PROactive valideert nu drie apparaten die deze activiteit meten...
Olivier Vandenplas en zijn team van de UCL Mont-Godinne bestudeerden de gegevens van 44 patiënten die astmatische symptomen vertoonden op het werk...
Pieter Goeminne (KU Leuven) bestudeerde de impact van stedelijke verontreiniging op het voorkomen van bronchiëctasieën die niet veroorzaakt worden door mucoviscidose.
Recente studies toonden een verband aan tussen slaapstoornissen, in het bijzonder nachtelijke hypoxie veroorzaakt door het syndroom van slaapapneu, en de incidentie van kanker.
Twee ‘verrassingen’ kleurden de uiteenzetting van Nino Juenzli (Basel) over de gevolgen van vervuiling op de mens...
Bij een ernstige vorm van astma is het van primordiaal belang om een correcte fenotypering uit te voeren, stelt prof. Guy Brusselle (UGent).
CTPH (Chronic Thromboembolic Pulmonary Hypertension) is te genezen door middel van chirurgie, meer bepaald angioplastie. Deze pathologie wordt nog al te vaak ondergediagnosticeerd. Prof. Marion Delcroix (KU Leuven) legt ons uit waarom.
De ADAM zijn rechtstreeks betrokken bij astma en bij bronchiale hyperrecativiteit. Naast ADAM33, dat ondertussen goed ingeburgerd is, zijn er nu een aantal nieuwe elementen in de familie geïntroduceerd, waaronder ADAM8. Dr. Didier Cataldo (ULg) geeft hierover tekst en uitleg.
ESCAPE, dat verschillende registers analyseerde, toonde aan dat intens stedelijk verkeer de diastolische druk met gemiddeld 0,22mmHg verhoogde...
Pneumonie en longactelectase zijn de vaakst voorkomende pulmonaire complicaties na pulmonaire chirurgie; pleuropulmonaal oedeem en luchtstroom zijn de pleurale complicaties. Prof. Paul Van Schil (Universiteit Antwerpen) vat zijn uiteenzetting samen.
Twee ‘nieuwe’ fenotypes maken momenteel deel uit van het gamma aan ernstige vormen van astma...
Aliskiren, een renineremmer, heeft weinig effect op de letsels van atherosclerose bij patiënten met coronairlijden, maar zou de incidentie van complicaties kunnen verlagen.
Copeptine verbetert mogelijk het therapeutisch beleid bij patiënten die op de spoedgevallendienst worden opgenomen wegens een vermoeden van acuut coronair syndroom.
De duur van het QRS-complex blijft een belangrijke parameter bij het bepalen van de indicatie voor resynchronisatie bij hartinsufficiëntie.
Omecamtiv mecarbil, een myosineactiverend middel, levert slechts matige resultaten op bij acute hartinsufficiëntie.
ACCOAST (A Comparison of prasugrel at PCI or Time of Diagnosis of Non-ST Elevation Myocardial Infarction), een gerandomiseerde fase 3-studie bij 4.033 patiënten waarin prasugrel vergeleken werd met een placebo voor PCI bij het coronair syndroom NSTE, werd stopgezet alvorens er definitieve besluiten konden worden getrokken.
De efficiëntie van manuele compressie bij een cardio-pulmonaire reanimatie wordt beperkt door de vermoeidheid en de handigheid van de uitvoerder, wat leidde tot de ontwikkeling van apparaten voor mechanische compressie...
Deze studie met als doelstelling een belangrijke vraag te beantwoorden (Moet men een preventieve PCI uitvoeren op gedeeltelijke verstopte aders bij PCI voor STEMI?) werd vroegtijdig stopgezet.
Intensief sporten is niet per se schadelijk. Op een moment dat profsporters in het algemeen en wielrenners in het bijzonder zeer nauwlettend opgevolgd worden, met name inzake dopinggebruik, is het interessant na te denken over de gevolgen op lange termijn.
PRAGUE 14, dat 1.211 patiënten omvatte met een cardiovasculaire aandoening die niet-cardiale chirurgie ondergingen, probeerde een kosten-batenanalyse te maken van antitrombotica of het stopzetten ervan.
De studie RE-ALIGN geeft een negatief resultaat voor het gebruik van dabigratan bij een valvulaire vervanging. Prof. Frans van de Werf (KU Leuven) legt ons de redenen uit.
Een dubbele bloedplaatjesaggregatieremmende behandeling gedurende één jaar maakt deel uit van de aanbevelingen bij de meeste indicaties. Wat gebeurt er echter met patiënten die hun behandeling vroegtijdig stopzetten?
In tegenspraak met wat twee studies in fase 2 hadden aangetoond, eindigde de studie TAO negatief voor otamixaban. Dat is een injecteerbaar anti-Xa dat gebruikt wordt bij het coronaire NSTEMI-syndroom. Prof. Philippe-Gabriel Steg (AP-HP Hôp. Bichat - Claude Bernard, Parijs) legt ons het waarom uit.
Met meer dan 8.000 patiënten met een trombo-embolisch accident toonde HOKUSAI (de Japanse schilder van het schilderij 'De grote golf van Kanagawa') het belang aan van edoxaban...
TASTE verzamelde voor deze studie meer dan 7.000 patiënten (n = 7.244), een groter aantal patiënten dan alle voorgaande studies samen. TASTE baseerde zich op het Scandinavische register SCAAR om een gerandomiseerde prospectieve studie uit te voeren naar het belang van aspiratie van de trombus voor het plaatsen van een stent...
Frank van den Hoogen (Nijmegen) besprak nieuwe classificatiecriteria voor systemische sclerose. Die criteria blijken een stuk gevoeliger en specifieker dan de vorige van de ARA (Arthritis and Rheumatism Association), die inmiddels dateren uit 1980. De criteria worden nu door de EULAR en het ACR herzien (American College of Rheumatology) en zijn dus nog niet gepubliceerd.
Josef Smolen (Wenen) gaf op het congres een eerste zicht op de kersverse, nog ongepubliceerde richtlijnen voor de aanpak van reumatoïde artritis. De vorige dateerden van juni 2010.
Mathilda Björk (Jönköping, Zweden) stelde een analyse voor van het Zweedse TIRA-cohort. Deze analyse vergeleek twee cohorten van patiënten met reumatoïde artritis, een van 1996-1998 en een van 2005-2008. De agressievere behandeling in de laatste cohort halveerde bijna het ziekteverzuim.
Uit een Duits onderzoek naar de oorzaken van blijvend stoppen met werken in de eerste twaalf maanden na diagnose van reumatoïde artritis blijkt dat depressie veel zwaarder doorweegt dan de ziekteactiviteit.
Ziekteremissie is het doel van de behandeling van reumatoïde artritis. Er is veel discussie over de dosis en de duur van therapie met biologicals eens remissie is opgetreden. Bruno Fautrel (Parijs) stelde de resultaten van een studie voor waarin het toedieningsinterval van injecties kon vergroot worden bij aanhoudende remissie.
Alexandre Abizaid (Sao Paulo, Brazilië) presenteerde de DESolve Nx-studie, een non-inferioriteitsstudie waarin de BVS DESolve® werd vergeleken met de referentie-DEX Xience™, een met everolimus beklede stent...
BIOFLOW-II was een internationale, prospectieve, gerandomiseerde studie die werd uitgevoerd bij 452 patiënten met een de novo coronair letsel. De patiënten werden in 19 Europese centra in een 2-1-verhouding behandeld met een biologisch afbreekbare stent (PLLA) bekleed met sirolimus (Orsiro®) of de DES Xience™ Prime met everolimus...
De resultaten van de SOURCE XT-studie, één van de volledigste registers van TAVI, zijn bijzonder interessant...
Het SCAAR-register (Swedish Coronary Angiography and Angioplasty), waarvan de resultaten werden gepresenteerd door Oskar Angerås (Göteborg, Zweden), pleit niet voor de vervanging van heparine door bivalirudine zonder GPIIb/IIIa-receptorantagonist bij patiënten met een NSTEMI...
Het concept bioresorbeerbare stent beantwoordt aan meerdere doelstellingen. De aanwezigheid van metaal of een polymeer in de arteriële wand veroorzaakt een chronische ontsteking en tragere heling met als gevolg een hoger risico op trombose en late restenose...
In de HORIZONS-AMI-studie werd aangetoond dat bivalirudine beter is dan een combinatie van heparine + een glycoproteïne IIb/IIIa-receptorantagonist bij een primaire angioplastiek voor STEMI, behalve wat de ernstige cardiovasculaire accidenten (MACE) betreft. In die studie werd ook aangetoond dat de prognose van de patiënten die aanvankelijk werden opgevangen in een centrum waar geen mogelijkheid bestond tot PCI, veel minder goed was dan bij de patiënten die direct in een dergelijk centrum werden behandeld...
Hoewel de studies ter zake heterogeen zijn, kunnen we toch enkele constanten onthouden...
Olivier Bruyère (ULg) presenteerde de resultaten van de SEKOIA-studie, een dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie van 3 jaar met strontiumranelaat 2g bij 1.371 patiënten met symptomatische gonartrose...
Vitamine D-deficiëntie is nadelig voor de gezondheid van het bot, maar heeft nog vele andere kwalijke gevolgen...
De huidige literatuurgegevens tonen duidelijk aan dat er een correlatie is tussen een lage LDL-cholesterol en een toename in klinische voordelen. Deze correlatie heeft geen negatieve gevolgen inzake veiligheid. (10) Dat een verhoging van de HDL-cholesterol een verminderd risico op cardiovasculaire events als gevolg heeft, is nog niet bewezen.
In de extensiefase van FREEDOM werd bij een subanalyse van de gegevens van vrouwen ouder dan 75 jaar, die dus een hoog fractuurrisico liepen, aangetoond dat denosumab significant doeltreffend was over een periode van 6 jaar...
De kwaliteit van het bot hangt af van de geometrie, de microstructuur en de biologische eigenschappen van het bot, ongeacht het fractuurrisico...
GLOW (Global Longitudinal study of Osteoporosis in Women) is een studie die werd uitgevoerd bij 5.812 vrouwen ouder dan 55 jaar met een hoog fractuurrisico (> 20% over een periode van 10 jaar) die door huisartsen werden behandeld in meerdere Europese landen. In die studie werd aangetoond dat slechts 41% van die vrouwen worden of werden behandeld.
Sinds we het probleem van atypische fracturen beter kennen, wordt almaar vaker een diagnose gesteld van onvolledige fractuur zonder verplaatsing onder bisfosfonaten. Hoe wordt een dergelijke fractuur behandeld?
De FREEDOM-studie is een placebogecontroleerde studie waarin het effect van denosumab 60mg om de 6 maanden op het fractuurrisico werd onderzocht. De resultaten na 7 jaar in de extensiefase (in het totaal is een duur van 10 jaar gepland) werden gepresenteerd door Kurt Lippuner (Bern)...
De gemengde groep van Mickael Hiligsmann (ULg) heeft 257 patiënten met osteoporose gevraagd of ze een voorkeur hadden voor een bepaalde osteoporoseremmende behandeling. Daarbij werd vastgesteld dat de wijze van toediening van het product van kapitaal belang is...
Niet-opioïde pijnstillers en paracetamol zijn de eerstelijnstherapie omdat ze goed worden verdragen, op voorwaarde dat de toegestane dosering niet wordt overschreden...
In de eerste sessie van het jaarlijkse congres van de Belgische Vereniging van Cardiologie, getiteld ‘Update on cardiovascular prevention 2013’ kwamen verschillende sprekers met uiteenlopende visies en expertises op gebied van cardiovasculaire preventie aan het woord. De strijd tegen cardiovasculaire aandoeningen is verre van gestreden, laat staan gewonnen. Bovendien dient ook in moeilijke economische en financiële tijden het belangrijke aspect van de cardiovasculaire preventie met volharding en overtuiging te worden nagestreefd.
Verslag van een sessie van M.-S. Doutre, B. Milpied en E. Collet op de Journées Dermatologiques de Paris 2012 Palmoplantaire pustulose (PPP) is een verzamelnaam voor meerdere ziektebeelden die meestal een chronische evolutie kennen en over het algemeen een belangrijke weerslag hebben op het sociale leven en het beroepsleven. De classificatie is niet goed omschreven en stoelt voor een stuk op klinische argumenten en voor een stuk op pathologisch-anatomische criteria. De behandeling is moeilijk en moet rekening houden met begeleidende factoren, vooral roken. Om een goede diagnose van PPP te kunnen stellen, moeten het uitzicht en de topografie ervan worden geanalyseerd (vingertoppen, centrum van de hand of duimmuis, de hele voetzool of alleen de steunpunten) en daarna moet worden gezocht naar andere afwijkingen van de huid (psoriasis), de slijmvliezen en systemische verschijnselen (koorts, gewrichtsafwijkingen). Ook moet het onderliggende terrein worden gecontroleerd (persoonlijke of familiale antecedenten van psoriasis, roken) en moet worden nagegaan welke de behandeling de patiënt momenteel krijgt. Published ahead of print.
Huidsymptomen die ons bij de thorax brengen… Hieronder een samenvatting van een klinische sessie voorgesteld tijdens de Journées Dermatologiques de Paris*. * De illustraties zijn afkomstig van foto’s gemaakt tijdens de sessie met akkoord van de persdienst van de Journées Dermatologiques de Paris (11-15 december 2012).
Hoe moeten we onschuldige letsels (non-culprit lesions) behandelen die we zien op de angiografie van patiënten met acuut coronair syndroom? Geen overbodige vraag als we weten dat deze letsels de prognose op lange termijn aanzienlijk kunnen beïnvloeden. Het debat handelt niet alleen over de onderzoeken waarmee we deze letsels moeten evalueren, maar ook over de meest geschikte behandelingsoptie.
[1. Cardiologie, Ziekenhuis Oost-Limburg, Genk. 2. Anesthesiologie, Intensieve Zorgen, Urgenties & Pijntherapie, Ziekenhuis Oost-Limburg, Genk. 3. Faculteit Geneeskunde & Life Sciences, Universiteit Hasselt, Diepenbeek] In de hier voorgestelde studie hebben de auteurs de incidentie en karakteristieken van koorts vergeleken tussen een prospectieve groep patiënten opgenomen na hartstilstand en behandeld met therapeutische hypothermie en een retrospectieve groep van patiënten opgenomen na hartstilstand die niet behandeld werden met therapeutische hypothermie.
Anticoagulatie van een zwangere vrouw die draagster is van een mechanische klep vormt een echte uitdaging. De hemostase ondergaat inderdaad vanaf het begin van de zwangerschap wijzigingen. De meeste coagulatiefactoren nemen toe, terwijl de fysiologische inhibitors en de fibrinolytische capaciteit afnemen...
De differentiële diagnose van een syncope is verre van een sinecure. Het vraagt enerzijds een vaak erg grondige anamnese en is erg tijdrovend, maar is anderzijds erg nuttig omdat het toelaat om verschillende discriminerende factoren te verzamelen...
Prof. Agnès Pasquet (UZ St-Luc, UCL) modereerde een sessie gewijd aan niet-ischemische cardiomyopathieën. In dit interview komt ze terug op de belangrijkste elementen die uitgewerkt werden door Sofie Gevaert (UZ Gent) in haar uiteenzetting over de cardiopathieën van het post-partum. U zal merken dat deze behandeling voornamelijk afwijkt van de behandeling van een ‘klassieke’ cardiale insufficiëntie.
Prof. Johan De Sutter (UZ Gent & AZ Maria Middelares Gent) vat een aantal belangrijke elementen van deze sessie ‘epidemiologie’ samen. Tijdens het gesprek gaat hij met name dieper in op de Belgische situatie en op een controverse wat betreft de voordelen van cardiale revalidatie…
Prof. Olivier Gurné (CU Saint-Luc) blikte terug op de recente aanbevelingen van de European Society for Cardiology (ESC) inzake hartinsufficiëntie. Onder de punten waarop vooruitgang werd geboekt, onthouden we de opkomst van de antagonisten van de mineralocorticoïden en van ivabradine. Ook de uitbreiding van de indicaties van cardiale resynchronisatie horen hierbij.
Prof. Victor Legrand (ULg) komt terug op de sessie waarin de behandeling van een angina pectoris aan bod kwam.
Prof. Guy Van Camp, de nieuwe voorzitter van de BSC, modereerde het debat waarbij voor- en tegenstanders van een screening van competitiesporters met elkaar in discussie gingen...
Tijdens de socio-economische sessie “Interpretation of data from Belgian registries” stelde prof. Marc Claeys (Universitair Ziekenhuis Antwerpen) de nieuwste gegevens voor van de Belgian STEMI Database.
Een zeer volledige sessie over niet-ischemische cardiopathieën, georganiseerd door de Belgian Working Group of Non-Invasive Cardiology Imaging (BWGNICI) van de BSC. Een betoog over myocarditis en enkele weinig bekende cardiomyopathieën, onder leiding van de professoren Agnès Pasquet (UCL) en Peter Sinnaeve (KU Leuven). Een bondige maar dus onvolledige samenvatting van de vele zaken die we hebben opgestoken.
Prof. Alec Vahanian (Hôpital Bichat, Parijs) stelde de recente, gezamenlijke richtlijnen van de European Society of Cardiology (ESC) en de European Association for Cardio-Thoracic Surgery (EACTS) voor. Hij is een van de ‘vaders’ van deze richtlijnen.
Een prostaatbiopsie is de enige officiële manier om kanker te diagnosticeren. Het is ook de hoeksteen van de therapeutische besluitvorming en kan in die zin worden aangevuld met MRI-beeldvorming, zoals prof. Geert Villeirs (UZ Gent) signaleert. De nauwkeurigheid van een echogestuurde transrectale biopsie laat echter te wensen over (1). Het is in die context dat artsen hebben geprobeerd om de techniek te verbeteren om inter- en intrapersoonlijke variaties te verminderen en de locatie van de biopsieën zo nauwkeurig mogelijk te kunnen beschrijven. Daarnaast wilden ze het aantal biopsienames en dus de morbiditeit verbonden aan infecties en bloedingen terugdringen. Echogestuurde mapping in 3D zou volgens Pierre Mozer (Pitié-Salpêtrière, Parijs) het uitgelezen instrument kunnen zijn: zijn onderzoeksactiviteiten zijn voornamelijk gericht op robotica. Een samenvatting.
In de dermatologie bestaan er scores om de levenskwaliteit te meten, maar het nut daarvan voor de seksualiteit is maar heel beperkt. Zo bevat de DLQI (Dermatology Life Quality Index) slechts één, overigens erg vaag item, met de vraag: “Heeft uw huidprobleem uw relatie met uw partner, uw goede vrienden of uw familie bemoeilijkt?” In de Skindex wordt in slechts één van de dertig items duidelijk gepeild naar de levenskwaliteit op het vlak van seksualiteit, met de stelling: “Mijn huidprobleem verstoort mijn seksleven.” Dit impliceert dat we direct moeten zijn en — vooral — (ons) de vraag moeten stellen hoe we dat kunnen veranderen. Een stand van zaken met prof. Bruno Halioua (dermatologie, Parijs) en prof. Sylvain Mimoun (androloog, psycholoog en psychosomaticus aan het Cochinziekenhuis, Parijs) naar aanleiding van de Journées Dermatologiques de Paris op 12 december 2012.
Op donderdag 30 januari en vrijdag 1 februari 2013 hield de Belgian Society of Cardiology (BSC) haar 32e jaarlijkse congres. Heel wat onderwerpen passeerden de revue tijdens de verschillende sessies.
[Dienst Cardiologie, Ziekenhuis Oost‑Limburg, Genk; Faculteit voor Geneeskunde & Levenswetenschappen, Universiteit Hasselt] Intraventriculaire dyssynchronie en vertraagde atrioventriculaire (AV) geleiding zijn frequente bevindingen bij patiënten met hartfalen en verminderde ejectiefractie (HFrEF). Beide factoren worden weerspiegeld in de diastolische vullingstijd, die verder varieert naargelang het hartritme. Aangezien cardiale resynchronizatietherapie (CRT) zowel intraventriculaire als atrioventriculaire dyssynchronie kan corrigeren, correleert een verandering in de diastolische vullingstijd gecorrigeerd voor hartritme (DFTC) na implantatie mogelijk met de CRT-respons. Deze hypothese vormt het uitgangspunt van een retrospectieve klinische studie, voorgesteld tijdens de Young Investigator Awardsessie ter gelegenheid van het jaarlijkse congres van de Belgian Society of Cardiology (BSC).
Infectie met Chlamydia trachomatis (CT) is de meest voorkomende bacteriële overdraagbare seksuele infectie bij vrouwen en de belangrijkste oorzaak voor onvruchtbaarheid als gevolg van ontsteking van de eileiders. Het is ook de belangrijkste oorzaak van niet-gonokokken urethritis bij mannen. De meeste geïnfecteerde vrouwen zijn asymptomatisch: de prevalentie van de infectie bij asymptomatische mannen is nog niet goed geëvalueerd...
Dr. Caroline Robert (Institut Gustave Roussy) geeft een stand van zaken van de nieuwigheden bij de behandeling van melanoom.
[AHA 2012 - Enkele hotlines aangeraden door de ‘Young Cardiologists’ - Actualiteit in de cardiologie 2012 (Genval, november 2012)] Het percentage patiënten dat erin slaagt om de LDL-cholesterolstreefwaarden te bereiken, blijft te laag, ondanks de grote vooruitgang die is geboekt in de behandeling (1). PCSK 9-inhibitoren – die momenteel worden geëvalueerd – zouden wel eens een stap in de goede richting kunnen zijn (2). De studie LAPLACE-TIMI 57 toont aan dat deze aanpak bijkomende therapeutische winst geeft op het vlak van de verlaging van de LDL-cholesterol (3).
[AHA 2012 - Enkele hotlines aangeraden door de ‘Young Cardiologists’ - Actualiteit in de cardiologie 2012 (Genval, november 2012)] In de RESPECT-studie werd een sluiting van een open foramen ovale (PFO, patent foramen ovale) vergeleken met medische behandeling in de secundaire preventie van cerebrovasculaire accidenten. De resultaten van de studie suggereren dat een sluiting winst oplevert. Maar die resultaten moet voorzichtig worden geïnterpreteerd.
[AHA 2012 - Enkele hotlines aangeraden door de ‘Young Cardiologists’ - Actualiteit in de cardiologie 2012 (Genval, november 2012)] Neutrofielen bevorderen de instabiliteit van atheroomplaques. Colchicine heeft een invloed op hun functie: daarom overwogen sommigen om het te gebruiken als secundaire preventie bij patiënten met stabiele kransslagadervernauwing. De LoDoCo-studie lijkt hen gelijk te geven
In het kader van de sessie “Diagnosis and imaging of prostate cancer", besprak dr. Pierre Mozer (Hôpital de la Pitié-Salpêtrière, Parijs) de perspectieven inzake de “3D ultrasound-based tracking system for prostate biopsy”. Hij vat hier de belangrijkste punten van zijn uiteenzetting samen. (interview in het Engels)
In het kader van de sessie “Diagnosis and imaging of prostate cancer” behandelde dr. Johan Braeckman (VUB) de “Ultrasound-based diagnostic with histoscanning”. Een samenvatting van de belangrijkste punten van zijn uiteenzetting.
Prof. Roland van Velthoven (Bordet instituut), voorzitter van de SBU en van dit congres (samen met dr. Filip Ameye), boorde het onderwerp aan van de plaats van “High-Intensity Focused Ultrasounds in low-risk prostate cancer” in het kader van de sessie “Targeted therapy for localized prostate cancer: which one and for whom?”. (interview in het Engels)
Sander Van Landeghem lanceert een oproep aan alle artsen. Het KCE zou graag patiënten contacteren die getroffen worden door een gelokaliseerde prostaatkanker om hen te interviewen over de factoren die vooraf gingen aan de beslissing over de modaliteiten van de behandeling.
De iets meer dan twintig jaar geleden opgerichte Belgian Thyroid Club organiseert elk jaar twee vergaderingen voor een voortgezette vorming van hoge kwaliteit. Prof. Kris Poppe (VUB), voorzitter van de BTC, legt ons de fundamenten en de werking van de club uit.
Het TSH-gehalte wordt niet altijd aangepast bij een warme nodule van de schildklier. De Europese en Amerikaanse aanbevelingen stellen ondanks de zeer beperkte literatuur toch een algoritme van behandeling voor. Dat zette een team van de ULB ertoe aan een retrospectieve analyse over het onderwerp op te zetten. Prof. Bernard Corvilain (Erasmus) zette de resultaten en de gevolgen ervan uiteen tijdens de 41ste bijeenkomst van de Belgian Thyroid Club.
Hoewel het thyrogastrisch syndroom vaak voorkomt, is het nog weinig bekend. Het syndroom werd voor het eerst beschreven in de jaren 60 en verbindt schildklierontsteking met chronische gastritis. Uitleg en de gevolgen ervan worden besproken door dr. Chris De Block (Endocrinologie, UZA) in het kader van de 41ste bijeenkomst van de Belgian Thyroid Club.
Eén tablet slikken met een combinatie van acetylsalicylzuur (75mg), een cholesterolverlager (simvastatine 40mg) en twee bloeddrukverlagende geneesmiddelen (lisinopril 10mg in combinatie met ofwel atenolol 50mg, ofwel hydrochloorthiazide 12,5mg) is doeltreffender dan die geneesmiddelen afzonderlijk innemen.
Nog steeds in het domein van de oncologie wees een studie van David Durrant (Virginia) uit dat de combinatie van doxorubicine (een geneesmiddel tegen kanker) met sildenafil en rapamycine (een immunosuppressivum dat wordt gebruikt om afstoting te voorkomen) de doeltreffendheid van doxomycine verhoogt.
“Door te gaan overwinteren in een zacht klimaat kunnen cardiovasculaire accidenten niet worden vermeden”, aldus Bryan Schwarz (Los Angeles) die de overlijdensregisters van 7 regio’s in de Verenigde Staten (Texas, Arizona, Georgia, Los Angeles, Washington, Pennsylvania, Massachussets) raadpleegde. “De winterpiek van cardiovasculaire accidenten komt overal voor, ongeacht de breedtegraad.”
De niet-cardiale oorzaken van overlijden in geval van hartfalen zijn nog maar erg weinig onderzocht. Naast de intrinsieke mortaliteit van hartfalen gaat de aandoening ook gepaard met een risico op kanker...
In een Australische studie werden 17 mannelijke en 3 vrouwelijke vrijwilligers die regelmatig cocaïne gebruikten (ten minste eenmaal per maand in het voorbije jaar, gemiddeld een- tot tweemaal per week gemiddeld) vergeleken met 20 niet-cocaïnegebruikers. De studie wees uit dat recreatieve cocaïnegebruikers stijvere aders hebben (30-35%), een hogere bloeddruk (134mmHg vs. 126mmHg, p = 0,036) en dikkere myocardwanden ter hoogte van het linkerventrikel (+18%, p = 0,007) dan niet-gebruikers.
Twee dubbelblinde studies van fase 3, uitgevoerd bij 1.049 mensen die acetylsalicylzuur met een maagsapresistente coating (325mg) namen bij wijze van secundaire preventie, wezen uit dat de combinatie ervan met 40mg omeprazol in dezelfde tablet het risico op maagzweren verminderde met meer dan 50% (3,4% versus 8,6%, p < 0,001) na 6 maanden behandeling...
“Absoluut”, aldus Anne Tybjaerg-Hansen (Kopenhagen) en ze verwijst naar de vaststellingen gedaan in het universitaire ziekenhuis van Kopenhagen, waar ze samen met haar collega’s 10.885 proefpersonen zonder bijzondere antecedenten bij baseline gedurende 35 jaar volgde.
Een prospectieve observationele enquête van N. Benahmed et al. over twee weken in 12 Belgische ziekenhuizen, waarin 3.177 kinderen werden opgenomen, wees uit dat 39,9% van de gevallen van pediatrische urgentie geen technisch onderzoek in het ziekenhuis vereiste...
Het psychologisch welzijn van werknemers hangt af van talrijke psychosociale risicofactoren op het werk (bv. een stresserende beroepsomgeving), die kunnen worden gekenmerkt door een geringe overeenstemming tussen de persoon en de werkomgeving, de combinatie van een hoge werklast en een geringe controle over de eigen activiteiten, en een gebrek aan evenwicht tussen de geleverde inspanningen en de ontvangen beloning.
In een vergelijkende studie naar de levensverwachting zonder activiteitsbeperking (HLY voor Healthy Life Years) kon een team van het Instituut Volksgezondheid de zeer grote ongelijkheid aantonen tussen personen met een hoge sociaaleconomische status en personen met een laag sociaaleconomisch niveau...
Jaarlijks sterven er 5,8 miljoen mensen wereldwijd als gevolg van een ongeval. Dit is ongeveer 10% van de totale mortaliteit, en dus meer dan malaria, tuberculose en aids samen...
Na kruising van de gegevens van het register voor myocardinfarcten van Charleroi (van 1999 tot 2007) volgens het MONICA-protocol met de omgevingsgegevens verzameld in de 5 meetstations van het Waalse Gewest, kon een team van de ULB het verband bevestigen tussen PM10 (deeltjes in suspensie in de lucht met een diameter van minder dan 10 micron) en myocardinfarct...
Om rekening te kunnen houden met biologische gevoeligheden wordt de effectieve dosis voor fotonen- of röntgenstraling gedefinieerd als de gewogen som van de door bepaalde organen geabsorbeerde dosis...
Een exacte definitie over wat acute atriale fibrillatie eigenlijk is, zal men niet in de guidelines of in de naslagwerken over elektrofysiologie vinden. In de praktijk heeft acute atriale fibrillatie echter betrekking op elk type van AF dat in spoedgevallen, CCU, cathlab, ICU, operatiezaal of ambulante kliniek optreedt. De atriale fibrillatie kan in dit opzicht volledig nieuw zijn, of al bekend maar met een snelle respons, terwijl de AF ook kan voorkomen in een acute situatie zoals congestief hartfalen, acuut coronair syndroom, sepsis, enz. De aanpak van acute AF berust op expertise, literatuurreview en de guidelines en omvat 3 pijlers, namelijk acute anticoagulatie, acute frequentiecontrole en acute ritmecontrole.
De dosering van cardiale troponines is het standaardonderzoek geworden bij myocardiale necrose. Deze vormen een essentieel biologisch basiselement bij de diagnose van acute coronaire syndromen (ACS)... Het advies van prof. Marc Claeys (UZ Antwerpen) (in het Engels).
Dit is de derde editie van dit congres dat tweejaarlijks plaatsvindt. Opnieuw hebben we als doelstelling om functionele aspecten, meteen toepasbaar in de dagelijkse praktijk, te vermengen met meer gespecialiseerde theoretische overwegingen...
Het tweede deel van de sessie gewijd aan acute coronaire syndromen werd voorgezeten door prof. Marc Claeys (UZ Antwerpen) en dr. Herbert De Raedt (OLV Aalst). Beiden komen in hun interviews terug op de interventie van prof. Keith Fox (University of Edinburgh, UK) die sprak over HS troponine.
Prehospitale trombolyse, trombusaspiratie, nieuwe antitrombotica… Er bestaan tal van benaderingen om de behandeling van acuut coronair syndroom te optimaliseren. Op het recente symposium van de Belgian Interdisciplinary Working Group on Acute Cardiology (BIWAC) maakte Professor Philippe Gabriel Steg (Parijs, Frankrijk) van de gelegenheid gebruik om de verschillende benaderingen te overlopen die momenteel worden onderzocht. De resultaten van verschillende van die studies worden verwacht tegen het jaarlijkse congres van de European Society of Cardiology in München.
Tijdens een lezing die briljant te noemen was en die onthaald werd op een warm applaus, maakte prof. Philippe Gabriel Steg (Hôpital Bichat, Parijs) de balans op van die studies die mogelijk een antwoord bieden op de brandende vragen in het debat rond de aanpak van ACS...
Het eerste deel van deze sessie werd voorgezeten door prof. Christophe Beauloye (CU St Luc) en dr. Patrick Coussement (AZ Brugge). Prof. Christophe Beauloye geeft een korte samenvatting van dit deel (in het Engels).
In dit interview (in het Engels) maakt prof. Victor Legrand (CHU Sart Tilman) de balans op van de functies die anti-GP2b/3a nog vervullen in de behandeling van acute slagadersyndromen...
Het BIWAC-congres viel samen met de terbeschikkingstelling van Brilique® (ticagrelor) op de Belgische markt. AstraZeneca had voor de gelegenheid een persconferentie georganiseerd in de marge van de wetenschappelijke presentaties. Drie topsprekers kwamen aan het woord, meer bepaald de professoren Lieven Annemans, Victor Legrand en Peter Sinnaeve. Zij deden hun best om de nog oningevulde behoeften op het vlak van acute coronaire syndromen aan te tonen, alsook de medische en farmaco-economische relevantie van ticagrelor.
De Specialist 233
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...