Verpleegkundigen kunnen via hun buikgevoel mogelijk levens redden. Dat blijkt uit een studie van de Universiteit Antwerpen, recent bekroond met een prestigieuze wetenschapsprijs. "We krijgen veel oproepen van patiënten met een hartstilstand waarvan een aanzienlijk aandeel potentieel vermijdbaar is", legt Prof. Verpleegkunde Filip Haegdorens, onderzoeksleider, uit. "De gebruikte scores om een hartstilstand te voorspellen, werken redelijk goed. Maar ze leveren heel wat vals positieven op, wat een soort alarmmoeheid veroorzaakt."
Omdat Haegdorens merkte dat er in de praktijk heel wat verpleegkundigen hun buikgevoel volgden om te beslissen of een patiënt extra zorg nodig had, besloot hij daar verder onderzoek naar te doen. Hij vroeg verschillende verpleegkundigen uit twee Belgische ziekenhuizen dat zogenaamde buikgevoel te definiëren en te bekijken hoe groot de kans was dat een patiënt sterk achteruit zou gaan of zelfs zou sterven in de komende 24 uur.
Op basis daarvan werd een checklist met negen parameters opgesteld die verpleegkundigen kunnen gebruiken om een situatie van een patiënt in te schatten. Het gaat bijvoorbeeld over een veranderd reactievermogen van de patiënt, een veranderde mimiek en een zichtbare verandering in gedrag. Zodra er vijf parameters aanwezig zijn, is een belangrijke achteruitgang in de toestand mogelijk. "Het buikgevoel is voorspellend als het gaat over achteruitgang en sterfte binnen de 24 uur en is het dus ook een systeem dat in de praktijk gebruikt zou moeten worden", aldus Haegdorens.
Het onderzoek werd recent nog bekroond met de Anna Reynvaan wetenschapsprijs, de prijs voor het beste verpleegkundige initiatief om de patiëntenzorg te verbeteren.