Vorig jaar hebben een pak minder werknemers een aanvraag ingediend om een vergoeding te krijgen voor een beroepsziekte. Dat is een gevolg van een dalend aantal aanvragen naar aanleiding van een coronabesmetting. Dat zegt Fedris, het overheidsagentschap voor beroepsrisico's.
Uit de privésector kreeg Fedris vorig jaar 11.102 aanvragen van werknemers, exact 5.000 minder dan in 2021 en 2.926 minder dan in 2020. Het aantal aanvragen naar aanleiding van een covidbesmetting bedroeg 1.214, tegen 6.529 in 2021 en 7.262 in 2020.
Van bij de provinciale en plaatselijke overheidiensten, waarvoor Fedris ook bevoegd is, kwamen er 1.892 aanvragen. Dat is een daling met 55 procent.
De meeste vergoedingsaanvragen gaan over tendinopathieën, problemen met de pezen. Die zijn goed voor 27 procent van alle aanvragen. Ook aantastingen van de zenuwfunctie, longaandoeningen en rug- en gewrichtsaandoeningen leiden tot een vergoedingsaanvraag wegens beroepsziekte.
Fedris besliste vorig jaar 6.053 keer in de privesector en 2.354 keer in de overheidssector om een vergoeding toe te kennen. Dat gaat niet altijd gepaard met arbeidsongeschiktheid. In de privésector ging bijvoorbeeld 41 procent van de beslissingen over een vergoeding voor medische zorg zonder arbeidsongeschiktheid.
Tot slot waren er vorig jaar 211 erkende sterfgevallen als gevolg van een beroepsziekte. Daarvan was 73 procent te wijten aan asbest en 17 procent aan silicose, een ziekte die onder meer mijnwerkers kan treffen.