Een overlevende partner zal binnenkort tot vijf jaar na de dood van de andere partner zwanger kunnen worden van de overleden partner door het gebruik van gameten of embryo's. De Kamer heeft daarvoor donderdag unaniem het licht op groen gezet.
Vandaag ligt de limiet op twee jaar, maar door de getuigenis van blogster "Madam Bakster" (Laura Verhulst) groeide de consensus dat die termijn te kort is. Voor het overlijden van haar echtgenoot had het stel zijn zaadcellen ingevroren. Maar toen hij stierf, werd Laura Verhulst plots geconfronteerd met de korte termijn om de ingrijpende keuze voor een zwangerschap te maken. Er geldt immers ook een wachtperiode van zes maanden na het overlijden, waardoor er maar anderhalf jaar overblijft om te proberen zwanger te geraken.
Daarom besliste de Kamer in te stemmen met een wetsontwerp dat het voor een overlevende partner mogelijk maakt om tot vijf jaar na het overlijden van de andere wensouder over te gaan tot het gebruik van gameten en embryo's. Het gaat om zeer uitzonderlijke situaties, waarbij de overlevende partner wenst om alsnog over te gaan tot de behandeling, na het overlijden van de andere wensouder.
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) reageert tevreden op de goedkeuring van zijn ontwerp. "Na het overlijden van haar partner gaat elke vrouw door een hele zware periode. Met de termijn van 2 jaar moesten vrouwen echter snel beslissen of ze nog zwanger wilden worden van hun overleden partner, terwijl ze eerst en vooral de tijd moeten krijgen om te rouwen. Daarom trekken we de termijn nu op tot vijf jaar, zodat vrouwen enerzijds de tijd krijgen om het pijnlijke verlies een plaats te geven en anderzijds op een weloverwogen manier te beslissen om al dan niet zwanger te worden van een overleden partner", zegt hij.