De Brusselse regering en openbare vervoersmaatschappij STIB-MIVB hebben vrijdagochtend uit de doeken gedaan hoe ze concrete oplossingen op maat willen uitwerken voor de druggebruikers en daklozen in het Brusselse openbare vervoersnetwerk. Daarvoor worden 25 voltijdse equivalente medewerkers ingezet die in gemengde teams op het netwerk zullen patrouilleren en aldus in een geïntegreerde aanpak van het probleem moeten voorzien. Daarvoor wordt 5,7 miljoen euro uitgetrokken door de Brusselse regering.
Ook worden er 40 extra veiligheidsagenten voorzien in het netwerk en zal er in begin 2024 een nieuwe gebruikersruimte geopend worden binnen de wijken Ribaucourt of IJzer. Daarbij worden drie specifieke locaties onderzocht. Er wordt ook een dag- en nachtcentrum voorzien waarbij ook gezondheidsbijstand geleverd kan worden aan de betrokkenen. Ook wordt ook nog naar een verwarmde locatie gezocht waar daklozen en druggebruikers op adem kunnen komen en zichzelf kunnen verwarmen.
"De toename van het gebruik van crack is ongelofelijk verontrustend. Het zijn vaak mensen die agressief en storend gedrag vertonen naar andere reizigers toe op het openbare vervoer. Ze vormen ook een gevaar voor zichzelf, want in de metrotunnels heb je hoogspanningskabels", aldus Van den Brandt.
"We willen dat onze veiligheidsdiensten veel meer geïntegreerd gaan werken. We gaan sociale interventieteams op poten zetten, mensen die gespecialiseerd zijn in het begeleiden van daklozen en druggebruikers", aldus Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen). In totaal zullen de verschillende maatregelen ongeveer 10 miljoen euro kosten, zo laten minister Van den Brandt en minister van Netheid en Sociale Actie Alain Maron (Ecolo) verstaan.
Het project haalt de mosterd bij soortgelijke maatregelen in Parijs, waarbij de Parijse openbare vervoersmaatschappij Régie Autonome des Transports Parisiens (RATP) sinds 1994 de bakens uitzet voor een geïntegreerde behandeling van daklozen en drugsverslaafden in de metrostations van de lichtstad.
Bedoeling is om in gemengde teams van twee personen en 24 uur op 7 dagen permanentie te voorzien in meer dan zestig Brusselse stations van het MIVB-netwerk. Daarbij zal men vooral focussen op de plekken waar het probleem zich voordoet, zoals Ribaucourt, IJzer, Anneessens, en meer.
Partnerorganisaties zijn vzw Diogenes, Transit en Samusocial, stuk voor stuk organisaties met bijzonder veel expertise inzake de problematiek op het terrein.
In Brussel dus geen 'War on Drugs'. "De enige manier om échte antwoorden te vinden, is veiligheidsdiensten en sociale diensten laten samenwerken", stelt Van den Brandt. "Als je enkel op veiligheid en repressie inzet, krijg je het effect dat we al vaak hebben gezien in Brussel: ze worden uit het station gezet, komen daarna terug. Eigenlijk los je zo niets op, in het beste geval verplaats je het probleem", gelooft de minister. "Als je het sociale luik, naast het veiligheidsluik, niet ook versterkt, dan werk je niet structureel. Het is een en-en verhaal."
"Ik bedank mijn Brusselse coalitiepartners", vervolgt de Groene minister. "Deze beslissing wordt gesteund door de hele Brusselse regering, in een context van moeizame begrotingsbesprekingen. Deze problematiek gaat ook samen met andere overheden", meent Van den Brandt.
Volgens Van den Brandt is het goed dat de federale regering maatregelen nam rond het Zuidstation en in een coördinatie voor de buurt voorzag. "Maar Brussel is groter dan enkel het Zuidstation. We willen niet enkel het probleem verplaatsen, daarom moet de spoorwegpolitie versterkt worden en moet de strijd tegen drugstrafiek sterk worden opgedreven", verklaart de Brusselse excellentie. "Het is essentieel dat de federale overheid hier prioriteit aan geeft. Vanuit Brussel voorzien wij ook extra middelen en nemen we maatregelen. Vele Brusselaars zijn hier vragende partij voor."