Een 26-jarige man uit Kortemark moet zich voor de Brugse correctionele rechtbank verantwoorden voor opzettelijke slagen en verwondingen op een verpleegkundige. M.D. ging door het lint toen hij zijn zwangere partner om medische redenen niet mee naar huis mocht nemen.
De beklaagde vergezelde zijn partner op 20 februari naar het AZ Delta in Torhout. Door problemen met haar zwangerschap werd beslist dat de vrouw in het ziekenhuis moest blijven, maar dat zinde D. duidelijk niet. De twintiger maande zijn vriendin aan om toch mee naar huis te komen. Toen het niet lukte om D. te kalmeren, riep de verpleger hulp in van zijn collega van de spoeddienst.
Even later liep de situatie toch helemaal uit de hand. D. zou geprobeerd hebben om zijn partner manu militari toch mee te nemen naar huis. Daarbij werd de spoedverpleegkundige met zijn hoofd tegen de muur geduwd. Volgens de burgerlijke partij liep hij daarbij een hersenschudding op. D. zou ook zijn arm tegen de keel van het slachtoffer gezet hebben. Bovendien werd zijn pols omgewrongen.
De burgerlijke partij pleitte dat ook de andere verpleegkundige in de klappen deelde toen ze samen de beklaagde buitenwerkten. D. wordt echter niet vervolgd voor geweld tegen die verpleger. Het tweede slachtoffer werd zelfs nooit verhoord over de feiten.
De verdediging weigerde om vrijwillig te verschijnen voor het geweld tegen de tweede verpleger. Vervolgens stelde meester Xavier Van Belleghem dat hij voor die feiten sowieso de vrijspraak zou vragen. Voor de slagen aan de spoedverpleegkundige zal de verdediging aansturen op een straf met uitstel, gekoppeld aan voorwaarden.
De zaak werd uiteindelijk uitgesteld naar 22 januari. De burgerlijke partij overweegt immers om D. rechtstreeks te dagvaarden voor het geweld tegen het tweede slachtoffer. In dat geval zal de man ook nog verhoord moeten worden.