De luchtkwaliteit in Vlaanderen is er in 2022 niet op vooruitgegaan. Uit metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) blijkt dat de concentratie van de meeste vervuilende stoffen stagneert of licht stijgt ten opzicht van 2021. Als belangrijkste oorzaken van de stagnerende luchtkwaliteit wijst de VMM naar de heropleving van de economie na de coronapandemie en de toegenomen houtverbranding.
Hoewel de luchtkwaliteit in Vlaanderen de afgelopen decennia gevoelig verbeterde, is die trend vorig jaar niet verdergezet. Vooral stoffen die sterk gelinkt zijn aan houtverbranding (PAK's, organische massa in fijn stof en bepaalde roetfracties) namen toe, stelt de VMM. De milieumaatschappij suggereert dat die toename een gevolg is van de energiecrisis.
Uit de metingen blijkt dat PAK's het sterkst stijgen. "Benzo(a)pyreen, de belangrijkste PAK, nam gemiddeld over alle stations van het meetnet met meer dan 40 procent toe", schrijft de VMM. "Die stof ontstaat typisch bij onvolledige verbranding en wordt sterk gelinkt aan houtverbranding. Ook bij de organische massa in kleine deeltjes fijnstof, gelinkt aan houtverbranding, zagen we de hoogste meetwaarden in jaren."
Daarnaast werd tijdens de warme en zonnige zomer van 2022 de informatiedrempel voor ozon, een risicodrempel voor kwetsbare groepen, op zes dagen overschreden. De concentratie stikstofdioxide stagneerde vorig jaar, terwijl de hoeveelheid fijnstof op de meeste meetplaatsen licht steeg.
Een stagnerende luchtkwaliteit is niet zonder gevaar. Fijnstof, stikstofdioxide en ozon zijn de drie stoffen met de grootste gezondheidsimpact in Vlaanderen en leiden volgens de VMM tot vroegtijdige sterfte. Volgens berekeningen van de milieumaatschappij worden alle Vlamingen blootgesteld aan te veel fijnstof en ozon en bijna alle Vlamingen aan te veel stikstofdioxide.