Orgaandonatie na euthanasie is ethisch aanvaardbaar als aan verschillende voorwaarden wordt voldaan. Dat meldt het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek in een advies, na vragen uit 2013 en 2017 van de voorzitters van de commissies voor medische ethiek van het UZ Antwerpen en het UZ Leuven.
Het comité stelt dat de vrije en geïnformeerde keuze van de patiënt voor euthanasie en de donatie van zijn of haar organen "een ethische imperatief" is. De patiënt moet die keuze maken zonder morele druk van artsen, familie of naasten.
Daarnaast formuleert het comité drie cumulatieve voorwaarden. Zo benadrukt het dat orgaandonatie en dus de toestemming voor medische onderzoeken en het euthanasieverzoek onafhankelijk en gescheiden moeten worden behandeld door zowel de patiënt als de arts. Ten tweede bepaalt het comité dat het voor artsen voorboden is om de toestemming voor orgaandonatie als voorwaarde te stellen voor euthanasie. Patiënten moeten ook de mogelijkheid hebben om op elk moment van mening te veranderen. Het comité vindt ten derde dat relevante en zo volledig mogelijke informatie over de medische onderzoeken "voorafgaandelijk en tijdig" moet worden meegedeeld.
Het comité voegt aan die voorwaarden enkele aanbevelingen toe, zoals het feit dat alle informatie over orgaanwegneming pas volgt nadat de patiënt zelf een duidelijk verzoek tot euthanasie heeft geformuleerd. De raadgevende instantie stelt ook dat medische teams zelf, op basis van het advies, een gedetailleerd intern protocol zouden moeten opstellen voor de behandeling van dergelijke verzoeken.
Sommige leden van het comité vinden het niet alleen ethisch aanvaardbaar maar zelfs wenselijk, om patiënten te informeren over orgaandonatie. Andere leden menen daarentegen dat zorgpersoneel het onderwerp niet ter sprake moet brengen bij personen die om euthanasie hebben gevraagd, in het bijzonder wanneer het gaat om patiënten met een psychiatrische problematiek.