Jongeren met psychische problemen willen liever individueel gesprek bij eerste therapie

Jongeren met psychische moeilijkheden geven de voorkeur aan een individueel gesprek in plaats van een groepstherapie bij het eerste contact met hulpverlening. Dat is een van de conclusies van een grootschalig onderzoek van het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven. Een en ander heeft te maken met hun wens tot voldoende privacy, blijkt uit het onderzoek.

De onderzoekers bevroegen meer dan duizend jongeren tussen 16 en 24 jaar, en meer dan 700 professionele zorgmedewerkers. De studie peilde naar wat zij verstaan onder de ideale geestelijke gezondheidszorg. Zo zou de geestelijke gezondheidszorg beter georganiseerd kunnen worden, zodat meer jongeren de hulp vinden die ze nodig hebben. Vandaag vindt slechts een op de drie jongvolwassenen met matige tot ernstige psychische moeilijkheden gepaste hulp. 

De bevraagde jongeren hadden een duidelijke voorkeur voor individuele gesprekken met een hulpverlener in plaats van groepsgesprekken bij de eerste keer dat ze hulp zouden zoeken voor hun psychische moeilijkheden. Als onderdeel van een zorgtraject stellen jongeren een groepsbehandeling wel op prijs.

De jongeren gaven daarnaast aan dat een ideale hulpverlening voor hen een korte wachttijd heeft, maar als die twee maanden duurt, vinden ze het aanvaardbaar. Een laag tarief, tot ongeveer 12 euro, vinden ze ook acceptabel. 

"We waren wel wat verrast door de resultaten", vertelt Eline Wittevrongel, onderzoeker bij UPC KU Leuven. "De lange wachtlijsten en het tarief voor geestelijke gezondheidszorg komt vaak in de media, dus verwachten we dat dit ook als belangrijke thema's bij jongeren naar boven zou komen. Maar de privacy van jongeren, en daaruit voortvloeiend een individueel apart gesprek, was het belangrijkste punt." 

Wittevrongel vermoedt dat een en ander te maken heeft met het feit dat sommige jongeren bij een eerste contact met hulpverlening niet gezien willen worden door leeftijdsgenoten. De locatie waar de zorg gegeven wordt, is daarom ook een belangrijk punt: jongeren geven de voorkeur aan een gezellig huis in de stad, dichtbij openbaar vervoer, in plaats van thuishulp, waar de professionals een positiever beeld van bleken te hebben. 

De locatie van de zorg moet liefst een onopvallende ingang hebben, vinden de jongeren, met bijvoorbeeld aparte wachtruimtes en vensters met mat glas, zodat hun privacy gerespecteerd kan worden. Professionals in het onderzoek gaven net aan dat grote open ruimtes en een open deur een taboedoorbrekend effect kunnen hebben. 

"We zagen dus wel wat opvallende verschillen tussen de jongeren zelf en de professionele zorgverleners die met hen werken", vertelt Wittevrongel. "Het is belangrijk om van de jongeren zelf te leren. Deze studie is een eerste stap richting een 'jeugdvriendelijke' geestelijke gezondheidszorg."

Wittevrongel vraagt daarnaast dat de overheid blijft inzetten op individuele gesprekken, zodat de drempel voor een eerste gesprek met een psycholoog of andere hulpverlener verlaagd wordt. Ook pleit ze voor informatiecampagnes specifiek op maat van jongeren. 

Ze geeft het voorbeeld van liefdesverdriet. "De ene jongere kan liefdesverdriet duidelijk kanaliseren, maar als iemand al met depressieve gevoelens kampt, kan hetzelfde liefdesverdriet de druppel worden die professionele hulp nodig maakt. Een jongere moet dan goed geïnformeerd zijn over wanneer hulp aangewezen is, en waar die te vinden is."

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.