Burgers kunnen, na een korte zomerstop, sinds deze week weer wekelijks symptomen van infectieziekten melden via de online Infectieradar. Uit een analyse van de resultaten van het platform blijkt dat belangrijke trends en signalen rond de verspreiding van virussen enkele weken vroeger opgemerkt worden voordat de meeste patiënten aankloppen bij hun huisarts. "Met de Infectieradar hebben we dus een sterke tool om de verspreiding van virussen en infectieziekten nog beter te kunnen opvolgen", zegt Niel Hens (UHasselt/UAntwerpen).
De Universiteit Hasselt en Universiteit Antwerpen lanceerden de Infectierader in samenwerking met Sciensano tijdens de coronaperiode. Tijdens die crisis werd duidelijk dat infectieziektes zich op korte tijd op grote schaal kunnen verspreiden.
Via die radar, die in 2021 werd opgestart, kunnen burgers eenmaal per week aangeven of ze symptomen van infectieziekten, zoals koorts, hoofd of keelpijn hadden. "De data die we de afgelopen jaren hebben verzameld, hebben we naast de data van Sciensano afkomstig van huisartsen en laboratoria gelegd", zo verduidelijkt professor Hens. "De resultaten geven een eerste indicatie dat Infectieradar tot enkele weken eerder trends in gezondheidsklachten kan oppikken. Dat komt omdat mensen niet meteen bij milde symptomen naar de huisarts gaan, en sommigen zullen ook helemaal niet naar de huisarts gaan."
De infectieradar werd deze week weer opgestart. "Dit jaar willen we ons binnen het grotere Europese VERDI-project, waar Infectieradar.be onder valt, ook nog meer focussen op kinderen en zwangere vrouwen", zegt Lisa Hermans, coördinator van Infectieradar.be weten."Dus zeker hier doen we een warme oproep om je te registreren, want naast jezelf kan je ook symptomen van je kinderen doorgeven."
Daarnaast zullen de onderzoekers dit jaar ook voor het eerst burgers bevragen over hun sociale contacten omdat tijdens de coronacrisis meer dan duidelijk werd dat de verspreiding van infectieziekten gelinkt zijn aan de sociale contacten die iedereen heeft.