Wie werkt in zorg en welzijn vindt de job vaak te zwaar, wat hen doet twijfelen aan hun toekomst in de sector. Dat blijkt uit een bevraging door vakbond ACV Puls.
Uit de onlinebevraging bij meer dan 1.600 werknemers uit diverse sectoren van zorg en welzijn blijkt dat bijna drie vierde van de deelnemers aan de bevraging de werkdruk als "structureel te hoog" ervaart.
Concreet zegt 74 procent van de bevraagden vaak of altijd met te weinig personeel te werken en teveel taken te krijgen. De helft zegt overuren te moeten presteren om de taken te kunnen afwerken.
Werknemers zeggen daardoor uitgeput te raken. Zeventig procent voelt zich "op" aan het einde van de werkdag. En zelfs wanneer men zich ziek voelt, gaat men vaak gewoon werken (43 procent). Bijna de helft van de deelnemers (43 procent) is uiteindelijk al eens een lange periode uitgevallen omwille van psychische of fysieke problemen.
Dat weegt ook op de kwaliteit van de zorg. Slechts vier op tien van de werknemers vindt dat ze stelselmatig de zorg- of de hulpverlening kunnen geven die nodig is. Amper een kwart zegt nog tijd te hebben voor een babbeltje of een luisterend oor.
Dat alles maakt dat de helft van de ondervraagden twijfelt of ze wel in de sector willen blijven. Bij werknemers onder de 35 jaar loopt dat percentage op tot 70 procent.
De vakbond bepleit dan ook hogere lonen, meer personeel en meer tijd voor kwalitatieve zorg- en hulpverlening.
Om die eisen kracht bij te zetten, komen de werknemers uit de non-profit op straat. Dinsdag 13 juni is een betoging gepland in Brussel.