Premier De Croo, minister van Volksgezondheid Vandenbroucke en staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez en haar collega van Gelijke Kansen Marie-Colline Leroy beantwoorden meer dan de helft van de schriftelijke vragen niet binnen de gestelde termijn. Voor Kamerfractieleidster Barbara Pas (Vlaams Belang) toont dit aan "dat verschillende ministers in de federale regering de parlementaire democratie allesbehalve serieus nemen".
Uit cijfers van de Kamer blijkt dat er sinds januari 1.013 schriftelijke vragen door Kamerleden gesteld werden aan minister Vandenbroucke (Vooruit). Daarvan werd meer dan de helft (637) beantwoord met vertraging. Het overgrote deel (575) zelfs met een vertraging van meer dan zes maanden. Ook minister Gennez (Vooruit) heeft het moeilijk om tijdig te antwoorden op parlementaire vragen. Van de 71 vragen die de minister ontving, beantwoordde ze er 43 (of 60,6 procent) niet op tijd. Ook hier wordt het merendeel (26) pas beantwoord met een vertraging van meer dan een half jaar.
Premier De Croo (Open VLD) beantwoordt eveneens 61,8 procent van de aan hem gerichte schriftelijke vragen met vertraging. En ook hier weer: 37,5 procent met een vertraging van meer dan zes maanden.
"Het is de essentie van onze job als parlementsleden dat we de regering kunnen controleren", zegt Pas. "Dat gebeurt onder andere door schriftelijke vragen aan de ministers. Als die ministers lak hebben aan het verschaffen van antwoorden, zeggen ze daarmee eigenlijk dat ze lak hebben aan de parlementaire democratie."
Vier excellenties op tijd
Vier excellenties beantwoordden al hun vragen netjes op tijd: minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen), minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) en haar collega's van Klimaat Zakia Khattabi (Ecolo) en Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR).