Nathalie Muylle (CD&V) en Daniel Bacquelaine (MR) pleiten in een resolutie voor het opstellen van een nationaal actieplan ter bestrijding van hart- en vaatziekten, toegespitst op atherosclerose (ASCVD’s). De nationale plannen in de strijd tegen kanker en diabetes kunnen als inspiratiebron dienen.
Samen met kanker zijn hart- en vaataandoeningen de belangrijkste doodsoorzaak in België. Zowel bij mannen als vrouwen zijn cardiovasculaire ziekten de tweede oorzaak van vroegtijdig overlijden in ons land. Men gaat ervan uit dat ruim een miljoen Belgen aan een cardiovasculaire ziekte lijdt en dat alleen al in 2019 27.297 sterfgevallen er door worden veroorzaakt. Ze vertegenwoordigen zo 11,6% van de totale ziektelast in België.
Atherosclerose is de meest voorkomende onderliggende oorzaak van hart- en vaatziekten. ASCVD’s maken 85% uit van alle hart- en vaatziekten, zowel qua prevalentie als qua overlijdens. De financiële last voor de samenleving wordt geraamd op 5 miljard. De individuele kosten per patiënt en per ziektetraject worden geraamd op 7.000 euro. “Toch wordt er weinig aandacht aan geschonken”, stellen Nathalie Muylle (CD&V) en Daniel Bacquelaine (MR) vast. Zij zetten zich prompt aan het uitwerken van een resolutie om meer aandacht voor ASCVD’s te vragen. Eerste punt van de resolutie is de vraag om een nationaal actieplan uit te werken ter bestrijding van ASCVD’s.
Multidisciplinaire benadering
Muylle en Bacquelaine vragen ook dat er geld zou worden vrijgemaakt voor onderzoek naar ASCVD’s bij vrouwen en dat met het oog op een vroegere diagnose en bijgevolg een betere behandeling. De interministeriële conferentie Gezondheid moet volgens de twee kamerleden nagaan hoe jongeren bewust kunnen worden gemaakt van de cardiovasculaire risicofactoren. Dat kan onder meer in te zetten op maatschappelijke opvoeding. Voorts moet worden ingezet op een verhoogde zelfredzaamheid, een betere therapietrouw en campagnes om personen met en hoog risico op te sporen. Patiënten moeten betere toegang krijgen tot de gegevens over de risicofactoren. Zo kan het tekort aan officiële gegevens worden aangevuld. Dat biedt op zijn beurt artsen en overheid de mogelijkheid doeltreffender acties te ondernemen.
De deelstaten moet met aandrang gevraagd worden om in de basisopleiding voor zorgverstrekkers meer aandacht te hebben voor atherosclerotische hart- en vaatziekten. Die deelstaten moeten tevens de vraag krijgen zich toe te spitsen op de oprichting van meer revalidatiecentra voor patiënten met hart- en vaatziekten.
Op vlak van behandeling pleiten Muylle en Bacquelaine voor een meer multidisciplinaire aanpak. “Interdisciplinaire uitwisseling tussen de verschillende actoren moet worden aangemoedigd, met name op lokaal niveau. Er moet een aanpak worden uitgestippeld die gericht is op de invoering van een gepersonaliseerd zorgtraject voor de patiënt.”
Tot slot sporen de kamerleden de regering aan om hart- en vaatziekten op de agenda te plaatsen van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. België neemt het voorzitterschap waar vanaf 1 januari 2024.