De verkoop van PrEP-medicatie (Pre Exposure Prophylaxis), die preventief beschermt tegen een hiv-infectie, is in ons land op drie jaar tijd bijna verdubbeld. Dat bericht VRT NWS op basis van cijfers van de Apothekersbond. De therapie raakt dus steeds beter bekend.
Sinds 1 juni 2017 wordt PrEP grotendeels terugbetaald. In vergelijking met drie jaar geleden is de verkoop van het middel gestegen met 84 procent. Bijna een verdubbeling dus, tonen cijfers van de Apothekersbond tot juni 2023. Volgens de meest recente cijfers van Sciensano namen eind 2021 ruim 5.000 mensen PrEP in ons land, maar intussen zijn het er dus nog een stuk meer.
PrEP zijn pillen die helpen om een infectie met hiv te voorkomen. Het middel is dus niet meteen bedoeld voor mensen die al hiv hebben, wel voor mensen die zich willen beschermen tegen het virus, zoals homomannen met wisselende seksuele contacten. De grootste groep gebruikers van de PrEP-pil zijn homomannen tussen de 30 en 39 jaar oud.
Het stijgende succes van het middel heeft ook een keerzijde. In bepaalde hiv-centra zijn er maandenlange wachttijden. Bovendien zijn er enkele doelgroepen die nog niet genoeg bereikt worden. Intussen wordt gewerkt aan nieuwe vormen van PrEP, om de eventuele drempels van een pil weg te nemen.
Kamerlid Nawal Farih (CD&V) vraagt minister van Volksgezondheid Vandenbroucke al meer dan een jaar om huisartsen in te schakelen om de eerste consultatie te doen en zo de druk op hiv-centra te verlichten. "De stijgende verkoop van PrEP-medicatie toont de grote vraag aan. Door de huisartsen in te schakelen kunnen we de druk op hiv-centra verder verlichten en de drempel voor patiënten nog meer verlagen", zegt Farih.
Het kabinet van Vandenbroucke benadrukt dat alle artsen sinds 1 mei PrEP-medicatie kunnen voorschrijven, terwijl voorheen enkel de artsen verbonden aan hiv-centra dat konden. Bovendien maakte de minister het mogelijk dat patiënten deels bij een huisarts terechtkunnen voor de driemaandelijkse opvolgconsultaties, klinkt het. Dat geldt ook voor de aanbevolen testen op syfilis, gonorroe, chlamydia en hepatitis C. De minister blijft bovendien aandachtig voor eventuele obstakels voor hiv-patiënten en probeert die weg te werken, aldus zijn kabinet.