Patiënten in heel Europa worden geconfronteerd met ongelijke toegang tot medicijnen tegen kanker, nadat die zijn goedgekeurd door het European Medicines Agency (EMA). Deze periode kan zelfs sterk variëren. Gegevens over de eerste toegang van patiënten tot geneesmiddelen en indicaties werden verzameld met behulp van ziekenhuisdatabases. Negentien ziekenhuizen uit Hongarije, Italië, Nederland, België, Zwitserland en Frankrijk namen deel.
De onderzoekers namen zes nieuwe medicijnen – olaparib, niraparib, osimertinib, ipilimumab, nivolumab and ibrutinib – onder de loep voor twintig indicaties, waaronder borstkanker, eierstokkanker, prostaatkanker, melanoom, niet-kleincellige longkanker, niercarcinoom en chronische lymfatische leukemie. Ze deden hun onderzoek bij ziekenhuisapothekers van negentien ziekenhuizen.
Terwijl toegang meestal wordt beoordeeld aan de hand van vergoedingsstatus of verkoopgegevens, kunnen patiënten voor het eerst toegang krijgen via programma's voor vroege toegang, de Early Access Programms (EAP's) of off-label gebruik. Deze studie onderzocht de tijd die nodig was voor toegang voor patiënten op ziekenhuisniveau, rekening houdend met verschillende indicaties en landen.
Hongarije en België
De tijd tussen EMA-goedkeuring en daadwerkelijke toegang tot de zes medicijnen bedroeg gemiddeld 2,1 jaar. Met een variatie van 1 jaar vóór tot 7,1 jaar na goedkeuring van het geneesmiddel. Analyse toonde aan dat sommige ziekenhuizen toegang voor patiënten kregen vóór nationale terugbetaling, voornamelijk via EAP's. Ziekenhuizen in Italië en Frankrijk hadden sneller toegang in vergelijking met Hongarije en België.
Er werden ook verschillen gevonden binnen landen, waarbij gespecialiseerde ziekenhuizen meer geneigd waren om patiënten toegang te geven voorafgaand aan nationale terugbetaling dan algemene ziekenhuizen.
Ook het interval tussen goedkeuring door de nationale zorgautoriteiten en het besluit om een nieuw middel te vergoeden via de zorgverzekering was zeer variabel. Recente door EMA goedgekeurde indicaties en geneesmiddelcombinaties bereikten patiënten in een later stadium. Gemiddeld duurde het een halfjaar voordat patiënten behandeld werden met een nieuw middel, maar de variatie bleek ook hier groot: van 6,7 jaar vóór tot 6,2 jaar ná een vergoedingsbesluit.
Verder werden contextuele verschillen waargenomen, waarbij EAP's of off-label gebruik vaker voorkwamen in Zwitserland dan in Hongarije.
Oorzaken
Een waaier aan oorzaken ligt ten grondslag aan de verschillen. Zo hanteren verschillende landen verschillende methoden om hun zorgbudget binnen de perken te houden. Over de vraag welke kosten acceptabel zijn voor één gewonnen levensjaar bestaat bijvoorbeeld geen overeenstemming. Sommige ziekenhuizen hebben zich toegelegd op de behandeling van specifieke tumortypes en soms worden eigen budgettaire afwegingen gemaakt.
Farmabedrijven lanceren een nieuw medicijn meestal bij voorkeur eerst in dichtbevolkte, rijke landen zoals Italië, Frankrijk of België, onder meer via zogeheten early access-programma’s (EAP’s). Dat brengt vertraging met zich mee voor patiënten elders in Europa.
Vertraging wordt zeker ook veroorzaakt door langdurige prijsonderhandelingen tussen farmabedrijven en nationale zorgautoriteiten. De EU eist weliswaar dat binnen 180 dagen na EMA-goedkeuring duidelijk moet zijn wat een medicijn gaat kosten en of het vergoed wordt, maar die termijn wordt vaak niet gehaald.
Oplossingen
Het verbeteren van de tijdlijnen voor prijsstelling en vergoedingen, bevorderen van samenwerking tussen nationale gezondheidsautoriteiten en houders van marktvergunningen en de implementatie van nationaal geharmoniseerde, gegevens genererende EAP's kunnen de tijdige en eerlijke toegang van patiënten tot innovatieve kankerbehandelingen in Europa optimaliseren.
Een van de adviezen van de onderzoekers is ook om farmabedrijven aan een deadline te houden voor de lancering van een medicijn in alle lidstaten van de EU en sterker de hand te houden aan die 180-dagentermijn.
Nationale zorgoverheden zouden verder onderling informatie moeten delen over hun prijsafspraken en vergoedingsbesluiten, maar hier spelen vaak geheimhoudingsclausules uit commerciële overwegingen.
De studie werd gefinancierd door het European Fair Pricing Network (EFPN).
De resultaten werden gepubliceerd in het International Journal of Cancer.
DOI: 10.1002/ijc.34753