Door Wouter Vermeersch (VB) en zijn partijgenoten Kurt Ravyts, Dominiek Sneppe en Steven Creyelman werd een resolutievoorstel in de Kamer ingediend om de hospitalisatieverzekering fiscaal aftrekbaar te maken.
Uitgangspunt is eerst en vooral de kloof bij de blootstelling aan risicofactoren en toegang tot gezondheidszorg. Belgische volwassenen (74%) scoren weliswaar beter dan het EU-gemiddelde (69%) als gepeild wordt of ze in goede gezondheid verkeren, maar als men de link legt naar de inkomensniveaus begint ons systeem te sputteren: 87% van de Belgische volwassenen in het hoogste inkomenskwintiel gaf aan een goede gezondheid te hebben, tegenover 59% in het laagste kwintiel. Dat verschil is groter dan in bijna alle andere West-Europese landen, heet het.
De hospitalisatieverzekering kan de gezondheidszorg mee betaalbaar houden maar lang niet iedereen krijgt die aangeboden via de werkgever of kan zich die veroorloven. Ze wordt nochtans aangeraden wegens de hoge ziekenhuiskosten die gepaard gaan met onder meer een opname, medische ingreep en behandeling. Sommige kosten kunnen oplopen tot duizenden euro’s, terwijl slechts een gedeelte door het ziekenfonds wordt terugbetaald.
Uiteenlopende prijzen
De prijzen kunnen variëren vanaf enkele honderden euro’s per jaar tot meer dan 2.000 euro per jaar, aldus Wouter Vermeersch. “Van alle uitgaven voor gezondheidszorg werd in 2019 77% gefinancierd met overheidsmiddelen en door de verplichte ziekteverzekering, wat vergelijkbaar is met het EU-gemiddelde (80%). De rechtstreekse eigen bijdragen waren goed voor 18% van de totale uitgaven voor gezondheidszorg, terwijl de vrijwillige ziekteverzekering slechts voor de resterende 5% zorgde.”
Bovendien zijn de premies die de werkgever voor de hospitalisatieverzekering van de werknemers betaalt, vrijgesteld van RSZ-bijdragen; de fiscus beschouwt die immers als een sociaal voordeel dat vrijgesteld is van belastingen. Vandaar dus dit resolutievoorstel voor wie niet via de werkgever over een hospitalisatieverzekering beschikt, om het afsluiten van een hospitalisatieverzekering te stimuleren én betaalbaarder maken.
“Wij willen dit met name doen door de hospitalisatieverzekering op dezelfde manier te behandelen als bijvoorbeeld de derde pensioenpijler: door de voor de verzekering betaalde premies tot een bepaald maximumbedrag gedeeltelijk fiscaal aftrekbaar te maken. Voor de basisformule van de derde pensioenpijler geldt momenteel (in 2023) een plafond van maximaal 990 euro, dat een belastingvermindering van 30% oplevert.”
Budgettaire weerslag gecompenseerd
De budgettaire weerslag van de fiscale aftrekbaarheid voor iedereen wordt op drie manieren gecompenseerd, luidt het betoog.
- Ten eerste zullen personen doordat ze beschikken over een hospitalisatieverzekering de nodige medische ingrepen niet op de lange baan schuiven. Het uitstellen van medische zorg is voor mensen in armoede een reëel gegeven, wat kan zorgen voor verdere medische complicaties;
- Ten tweede zullen bij een afsluiting van meer hospitalisatieverzekeringen, de OCMW’s minder moeten tussenkomen in de kosten;
- En ten derde zullen ook ziekenhuisfacturen sneller worden betaald, waardoor het aantal openstaande vorderingen zal dalen.
Dat heeft dan weer een driedubbel positief gevolg.
- omdat het de hospitalisatieverzekering betaalbaarder maakt, zal het afsluiten ervan worden gestimuleerd;
- het draagt bij tot een betaalbaardere zorg en zal medisch uitstelgedrag tegengaan;
- het zal die groepen van personen die via de werkgever niet over een hospitalisatieverzekering beschikken (met name zelfstandigen en gepensioneerden) gemakkelijker naar een hospitalisatieverzekering leiden.