Sinds het begin van het jaar hebben meer dan 500.000 migranten de gevaarlijke jungle van Darién, op de grens van Panama en Colombia, doorkruist om de Verenigde Staten te bereiken. Dat is een record, zegt de Panamese regering, en een verdubbeling van het totale aantal migranten dat in 2022 de hachelijke reis ondernam. Toen doorkruisten ongeveer 248.000 migranten de jungle, zegt de Panamese minister van Veiligheid, Juan Manuel Pino, aan het Franse persagentschap AFP.

Op hun pad naar een beter leven kunnen de migranten geconfronteerd worden met wilde beesten, kolkende rivieren en criminele bendes die hen geld aftroggelen om hen door het oerwoud te gidsen. Met een lengte van 265 kilometer en een oppervlakte van 575.000 hectare is de jungle een verplichte doorgang geworden voor migranten die van Zuid-Amerika, langs Centraal-Amerika en Mexico, trachten de Verenigde Staten te bereiken. Het merendeel komt uit Venezuela, maar ook mensen uit Ecuador, Haïti, China, Vietnam, Afghanistan en Afrikaanse landen nemen deze route.

De stroom is zo groot dat Panama, met de hulp van internationale organisaties, hulpcentra voor migranten heeft opgezet in verschillende delen van het land. "Duizenden mensen die hun leven riskeren, vaak met hun families, hebben bescherming en onmiddellijke en voortdurende humanitaire hulp nodig", zei Olivier Dubois van het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC). Veel migranten worden het slachtoffer van seksueel geweld, afpersing, ontvoering of andere misdaden, verklaarde hij.

"Het aantal migranten dat de jungle heeft doorkruist, komt overeen met 11 procent van de bevolking van Panama. Het gaat om een ongekende crisis die niet voldoende aandacht heeft gekregen op mondiaal of regionaal niveau", zei ook Luis Eguiluz van Artsen Zonder Grenzen.