De Taskforce Onbeschikbaarheden van het FAGG heeft gisteren de aanbeveling geformuleerd om het geneesmiddel Ozempic uitsluitend voor te behouden voor patiënten met diabetes type 2 en een aantal mensen met ernstige obesitas. Minister Vandenbroucke zal deze aanbevelingen meteen omzetten in een Koninklijk Besluit. “Op een moment van schaarste is het mijn verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de mensen die het geneesmiddel het meest nodig hebben, ook écht toegang krijgen.”
Het dreigende tekort aan het geneesmiddel kan leiden tot een ontregeling van de bloedsuikerspiegel van de patiënten in kwestie. Patiënten kunnen hypo’s of hypers krijgen, met symptomen zoals flauwvallen, coma en epileptische aanvallen.
Minister Vandenbroucke wil deze patiënten de zekerheid geven dat het geneesmiddel in België beschikbaar zal zijn, klinkt het. Hij heeft daarom gisteren de Taskforce onbeschikbaarheden van het FAGG bijeengeroepen om te bekijken hoe we de toegang tot Ozempic kunnen beperken. Samen met de experten van de Taskforce werd besloten om onderstaande aanbevelingen te hanteren.
Deze aanbevelingen van de Taskforce Onbeschikbaarheden zijn gepubliceerd op de website van het FAGG. De publicatie van het Koninklijk Besluit wordt binnen een tweetal weken verwacht en is dan meteen van kracht.
- Aanbevelingen FAGG ter attentie van (ziekenhuis)apothekers en artsen(-specialisten):
1 - Zolang er sprake is van een beperkte beschikbaarheid, moet er voorrang worden gegeven aan de vergunde indicatie van de GLP-1 analogen voor de behandeling van diabetes mellitus type 2. Dat is de behandeling van volwassen patiënten met onvoldoende gereguleerde diabetes mellitus type 2 als toevoeging aan dieet en lichaamsbeweging.
2 - Daarnaast kunnen GLP-1 analogen ook voorgeschreven worden voor:- patiënten met overgewicht waarbij er sprake is van een BMI (Body Mass Index) hoger of gelijk aan 35 kg/m²
- patiënten met overgewicht waarbij er sprake is van een BMI of hoger of gelijk aan 30 kg/m² in combinatie met ten minste één gewichtsgerelateerde comorbiditeit.
Patiënten die momenteel reeds behandeld worden met GLP-1- analogen voor de indicatie obesitas en die bij de start van hun behandeling voldeden aan bovenvermelde voorwaarden kunnen hun behandeling gewoon voortzetten. De GLP-1-analogen geregistreerd voor de behandeling van diabetes mellitus mogen echter niet verder voorgeschreven worden voor patiënten die momenteel behandeld worden met GLP-1-analogen voor de indicatie obesitas, maar die niet voldeden aan bovenvermelde criteria bij de start van hun therapie. Deze patiënten dienen in overleg met hun arts deze behandeling met GLP-1-analogen af te bouwen en te stoppen.
De opstart van een behandeling met GLP-1 analogen voor nieuwe patiënten die lijden aan obesitas en die voldoen aan bovenvermelde criteria, dient te gebeuren door een endocrinoloog in een multidisciplinaire setting en het eerste voorschrift (het opstartvoorschrift) kan enkel worden afgeleverd door deze endocrinoloog. Het tweede en de volgende voorschriften kunnen ook afgeleverd worden door de huisarts van de patiënt.
Afhankelijk van de beschikbaarheid kunnen volgende GLP-1 analogen aangewend worden:
- exenatide (Bydureon suspensie voor subcutane injectie met verlengde afgifte);
- semaglutide (Ozempic oplossing voor subcutane injectie);
- semaglutide (Rybelsus tabletten).
Sinds 1 september 2022 werd het cumulverbod tussen de verschillende specialiteiten van de klasse van de incretinomimetica (A-92) tijdelijk opgeheven door het Riziv. Deze maatregel is nog steeds van toepassing.
> Ozempic-gate in de maak? (ASGB)
> Het is niet aan de minister om te bepalen wat artsen mogen voorschrijven (Bvas)