De slachtoffers van seksueel misbruik worden nog altijd met te veel hindernissen geconfronteerd wanneer ze hulp willen zoeken. Dat hebben vijf slachtofferorganisaties in de Kamer aangekaart voor de parlementaire onderzoekscommissie naar het seksueel misbruik in de Kerk en daarbuiten. De organisaties gaven een algemeen beeld van de problematiek, zonder specifiek op het kerkelijk misbruik te focussen.
"Maak de maatschappij slachtoffervriendelijk", is de oproep die Floor Verhamme van de vzw Anaktisi doet aan de onderzoekscommissie. Ze wijst erop dat vandaag slechts een beperkt deel van de slachtoffers de stap naar de hulpverlening zet. "Die drempel moet lager worden", zo klinkt het. "En zelfs als je de stap zet naar hulpverlening. Waar ga je naartoe? Het zorglandschap is zo versnipperd, dat zelfs de hulpverleners vaak niet weten waar je terecht moet."
De organisaties wijzen wel op de vooruitgang die geboekt werd met de oprichting van de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG), die op verschillende vlakken bijstand aan de slachtoffers bieden. Er wordt wel opgemerkt dat die centra er enkel zijn voor de slachtoffers van acuut geweld, maar niet voor mensen die pas later de stap naar hulpverlening zetten.
Voor Verhamme is ook de betaalbaarheid van de psychologische hulp een belangrijk pijnpunt. "Sommige van onze leden moeten de overweging maken: ga ik deze maand naar de psycholoog, of koop ik eten. Hoe is dat mogelijk in België?"
Ook Sophie Wouters van Punt vzw merkt daar een groot probleem voor de slachtoffers op. "Laten we daar absoluut meer geld voor vrijmaken", zegt ze. "Een trauma is niet opgelost na zes sessies."
Voorts klagen de organisaties over de gebrekkige communicatie voor slachtoffers bij een seponering van het gerechtelijk dossier. De verenigingen zijn het ook eens over de noodzaak tot meer sensiblisering en tot meer preventieve maatregelen om daders te begeleiden. Ze wijzen er ook op dat hun organisaties vaak werken op de inzet van vrijwilligers en dat ze over beperkte financiële middelen beschikken.
De slachtofferorganisaties vragen ook uitdrukkelijk aan de onderzoekscommissie om niet enkel het misbruik in de Kerk te behandelen, maar om de problematiek breder te bekijken. "Wat maakt het uit of het misbruik plaatsvond door iemand vanuit de Kerk, of iemand anders? Voor de slachtoffers maakt dat geen verschil", klinkt het bij Marleen Achtergaele van de vzw IMLandelijk.
Onder meer de verenigingen Brise Le Silence en SOS Inceste Belgique vragen om meer aandacht te besteden aan de slachtoffers van incest. "De slachtoffers worden te vaak niet gehoord", zegt Lily Bruyère van die laatste organisatie. Er wordt ook gewezen op de hindernissen die er zijn om het ouderlijk gezag en het bezoekrecht van de dader op te heffen.
Floor Verhamme (Anaktisi) vraagt tot slot ook aan de commissieleden om geen valse hoop te geven aan de slachtoffers. "Schrijf in de aanbevelingen enkel wat jullie echt kunnen doen. Maak ons niet blij met een dode mus", zegt ze. "Ik hoop echt dat we hier binnen tien jaar niet opnieuw moeten zitten."
Het is de tweede keer dat een Kamercommissie zich over het onderwerp buigt. In 2010, in het kielzog van het gerechtelijke onderzoek 'Operatie Kelk', was al eens een 'bijzondere commissie' opgericht. De beslissing om nu een volwaardige onderzoekscommissie, met meer bevoegdheden, samen te stellen kwam er na de documentairereeks 'Godvergeten'. Alle Nederlandstalige fracties in de Kamer raakten het snel eens over de nood aan een nieuwe commissie rond seksueel misbruik, waarbij de slachtoffers meer centraal worden geplaatst.