Hulpbehoevende kinderen vaak te lang op ongeschikte plaatsen

Hulpbehoevende kinderen verblijven nog steeds langdurig op ongeschikte plaatsen. Tot die conclusie komt het Kinderrechtencommissariaat in het jaarrapport 2022-2023. "Kinderen gaan van noodoplossing naar noodoplossing", stelt het commissariaat.

Het afgelopen werkjaar heeft de organisatie 1.289 meldingen en klachten ontvangen. Het totale aantal meldingen en klachten neemt al jaren lichtjes toe, met een piek in de periode van de coronamaatregelen. De meeste meldingen gingen over onderwijs (42 procent), jeugdhulp (19 procent) en scheidingen (13 procent). Meldingen over problemen van kinderen op de vlucht komen op de vierde plaats (6,6 procent).

Volgens het verslag hebben steeds meer kinderen en jongeren ondersteuning nodig, op school, in de jeugdhulp, de geestelijke gezondheidszorg of de kinderpsychiatrie. Zelfs het aantal kleuters in het buitengewoon onderwijs stijgt met 35 procent terwijl de totale kleuterpopulatie daalde met 3,5 procent.

De meeste meldingen die binnenkomen bij het commissariaat gebeuren door de opvoedingsverantwoordelijken, meestal een ouder. Ongeveer duizend meldingen zijn afkomstig van dergelijke 'privépersonen'. Het overige aantal, zowat driehonderd meldingen, is grotendeels afkomstig van professionelen uit het onderwijs en de zorg.

Kinderen met een complexe problematiek komen vaak terecht op een plek die niet aangepast is aan hun noden, merken de auteurs van het lijvige verslag op. "Jaar na jaar wijzen we op de schrijnende gevolgen van de lange wachtlijsten en het nijpend personeelstekort in de jeugdhulp. We stellen dit nu opnieuw vast. Wat ons echter nog meer verontrust, is dat de tekorten in de ene schakel de volgende schakel doen barsten. Daardoor verblijven kinderen vaak veel te lang op ongeschikte plaatsen."

Met dergelijke plaatsen doelt het Kinderrechtencommissariaat op bijvoorbeeld een voorziening die niet tegemoet kan komen aan de noden van de kinderen. Het kan dan gaan om een gesloten instelling, een kinderpsychiatrie, de volwassenpsychiatrie en grote asielcentra. "Of, ze zitten op schooldagen thuis of in een voorziening omdat het op school niet lukt", aldus nog het rapport. "Sommige leerlingen zitten maandenlang thuis of in de leefgroep omdat er geen plaats is in het buitengewoon onderwijs of in de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs."

Volgens Vlaams kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens weegt de onvoorspelbaarheid enorm op de jongeren. "Elke dag door iemand anders in bed gestopt worden of niet weten waar je volgend weekend zal slapen. Het gebrek aan individuele aandacht heeft ernstige gevolgen." Door de dichtslibbende jeugdhulp zouden ouders, leerkrachten, jeugdwerkers, jeugdrechters en magistraten te vaak onder druk andere oplossingen moeten zoeken.

Verschillende kinderpsychiaters signaleren overigens dat ze steeds meer te maken krijgen met kinderen en jongeren in een gedwongen statuut. In 2018 ging het om 78 gedwongen opnames. Dat steeg naar 148 in 2021 en 189 in 2022. Voor het eerste semester van 2023 zijn er al 125 gedwongen opnames. Omdat er te weinig plaatsen zijn op de kinderafdeling verblijven die kinderen soms op crisisafdelingen voor volwassenen.

De crisis in de jeugdhulp resulteert volgens het verslag in toenemende signalen over steeds complexer wordende problematiek en zwaardere agressie-incidenten. Het commissariaat stelt daarom dat ad-hocoplossingen in de jeugdhulp niet meer helpen. "We vernemen dat het wachten steeds langer duurt", stelt het rapport nog. "Onvoorspelbaarheid kan bij kinderen stress en agressie uitlokken. Het gebrek aan individuele aandacht en perspectief heeft ernstige gevolgen."

Een bijkomend gevolg van de problematiek is dat gezinnen wantrouwig worden ten opzicht van de jeugdzorg. Dat zou de relatie tussen ouders, minderjarigen en professionals extra onder druk zetten. Het rapport heeft verder ook oog voor tal van andere problemen. In het rapport staan bijvoorbeeld bemerkingen rond de lege brooddozen, het recht op vergetelheid (online), naaktfouilles bij minderjarigen of de uitsluitingsmechanismen bij culturele en sportieve activiteiten.

Tot slot, niet-begeleide minderjarigen die naar België komen voordat ze 15 jaar zijn, moeten normaal doorstromen naar kleinschalige leefgroepen in de jeugdhulp of pleeggezinnen omdat ze kwetsbaar zijn. Toch verbleven eind oktober 146 van die minderjarigen in collectieve opvangcentra van Fedasil of partners, door te weinig plaatsen in de jeugdhulp en het tekort aan pleeggezinnen.

"Die plekken kunnen geen gepaste individuele zorg geven en er zijn ook veiligheidsrisico's omdat veel jongeren samenzitten met volwassen asielzoekers", besluit het commissariaat. Voogden van niet-begeleide minderjarigen, Fedasil en Vluchtelingenwerk Vlaanderen signaleren ook dat jongeren door het tekort aan plaatsen in de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs (OKAN) maandenlang niet naar school kunnen gaan.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.