Dat er strengere opleidingsvereisten op til zijn voor medische handelingen zoals bloedafname en de behandeling van transfusiebloed, is een gevolg van een Europese verplichting. Dat bevestigt het kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) in een reactie op een noodkreet van Rode Kruis-Vlaanderen daarover. De beslissing zal pas vanaf 2026 gevolgen hebben, benadrukt Vandenbroucke.
De strengere eisen waarover het Rode Kruis en intussen ook de thuisverpleegsector en de beroepsfederatie voor HBO-verpleegkundigen aan de alarmbel trekken, zijn een onderdeel van het onderscheid tussen 'basisverpleegkundige' en 'verpleegkundige verantwoordelijk voor de algemene zorg' (VVAZ). Dat is dan weer een gevolg van een Europese ingebrekestelling, omdat de HBO5-opleiding verpleegk unde niet voldeed aan de Europese richtlijnen op het vlak van onder meer het aantal stage-uren. Wallonië paste de duur van de opleiding intussen aan, Vlaanderen wil dat niet.
"Het is al jarenlang duidelijk dat ons systeem moet veranderen, mede door de Europese ingebrekestelling", stelt het kabinet-Vandenbroucke. "Dat heeft geleid tot de noodzaak van functiedifferentiatie in de verpleegkundige zorg. Minister Vandenbroucke heeft in samenwerking met experts uit het werkveld gezorgd voor een oplossing. We erkennen nu zowel de basisverpleegkundigen als de VVAZ in hun competenties."
Dat bloedafname op de lijst met handelingen voorbehouden voor VVAZ terechtkwam, is volgens het kabinet-Vandenbroucke een beslissing van "experts uit het werkveld". Alleen wie afstudeert vanaf 2026 zal er de gevolgen van dragen. "We zullen in de periode tot 2026 blijven nadenken over de beste manier om aan de behoeften van patiënten en zorgverleners te voldoen, en tegelijkertijd te voldoen aan de Europese eisen", klinkt het nog op het kabinet. "We doen dit in nauwe samenwerking met experts en actoren uit het werkveld."
Rode Kruis-Vlaanderen liet eerder al weten tot op heden niet geconsulteerd te zijn.