De houdbaarheidsdatum van diagnostisch materiaal blijkt niet altijd even betrouwbaar onder tropische omstandigheden. Sommige bloedkweekflesjes, die worden gebruikt om een bloedvergiftiging op te sporen, falen al voor hun vervaldatum, terwijl andere net langer bruikbaar zijn dan vermeld. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen.
Bloedkweekflessen worden meestal ontwikkeld en getest bij 20 of 25 graden Celcius. In arme landen moeten laboratoria echter werken bij hoge temperaturen en luchtvochtigheid, waar levensreddende diagnostiek niet altijd tegen is opgewassen. Dat de houdbaarheidsdatum van bloedkweekflesjes met een korrel zout moet worden genomen, heeft dan ook erg grote gevolgen voor diagnoses en behandelingen in lage- en middeninkomenslanden.
"Onze studie testte vijf merken bloedkweekflessen onder tropische omstandigheden van 45 graden Celcius en 90 procent luchtvochtigheid", legt Liselotte Hardy uit, professor aan het ITG en hoofdonderzoeker van de studie. "De resultaten zijn opvallend: sommige merken bloedkweekflessen functioneren uitstekend, terwijl andere al voor hun vervaldatum tekortschieten. Daarentegen gaan veel bloedkweekflessen bij kamertemperatuur langer mee dan op het etiket staat."
De timing van de studie is niet toevallig. Deze week vraagt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aandacht voor antimicrobiële resistentie. Naar schatting zullen er in de komende 25 jaar bijna 40 miljoen doden vallen door die vorm van resistentie.
Hardy pleit voor uitgebreidere tests door de fabrikanten en een realistische houdbaarheidsdatum. "Dat verbetert niet alleen de toegang tot levensreddende diagnostiek, maar vermindert ook de hoeveelheid medisch afval", zegt ze. "Door de houdbaarheidsdatum aan te passen en de flessen hitte- en vochtbestendiger te maken, wordt levensreddende diagnostiek toegankelijker en kan resistentie beter bestreden worden."