In vergelijking met tien jaar geleden is het antibioticagebruik in ons land dan wel gedaald, maar na een daling tijdens de coronaperiode zit het gebruik opnieuw bijna op pre-coronaniveau. Dat blijkt uit een rapport van het European Surveillance of Antimicrobial Consumption Network (ESAC-Net), bij de start van de week van de antibioticaresistentie. Europees is ons land nog steeds de elfde grootste consument. Daarmee doen we het beter dan Frankrijk, maar slechter dan Duitsland en Nederland.
In 2023 lag de consumptie, zowel thuis als in de ziekenhuizen, op 20,6 dagelijkse dosissen per 1.000 inwoners per dag (DID). Dat is hoger dan het EU-gemiddelde van 20 DID. Tegen 2030 zou ons land op 17,5 DID moeten uitkomen. Een tiental jaar geleden noteerde ons land enkele ja ren aan een stuk rond de 24 DID. In coronajaar 2020 was dat gezakt tot 16,7 DID, maar dat cijfer is de voorbije jaren dus snel weer toegenomen.
Voor België levert Sciensano elk jaar de cijfers aan bij ESAC-Net, aan de hand van de terugbetalingsgegevens van het Riziv. "Nauwkeurige controle van het antibioticagebruik is essentieel om de volksgezondheid te beschermen, effectieve behandeling te garanderen en de verspreiding van antimicrobiële resistentie te beperken", stelt Sciensano.
De Onafhankelijke Ziekenfondsen, waar Helan deel van uitmaakt, grijpen de week van de antibioticaresistentie aan om erop te wijzen dat in ons land ongeveer 1 op de 11 infecties in 2019 resistent was. Vooral kwetsbare groepen, zoals ouderen en zeer jonge kinderen, worden getroffen. "Zonder een efficiënte en globale actie kunnen eenvoudige infecties onbehandelbaar worden en kunnen routineoperaties ingewikkeld worden door een gebrek aan infectiepreventie", stelt Helan.
Het is daarom cruciaal om voorschijvers te ondersteunen "om verstandig en gematigd voor te schrijven", vindt Helan. Daarnaast moeten burgers gesensibiliseerd worden "over infecties en ongepast gebruik van antiobiotica voorkomen en hen bewust te maken van de gevaren van antimicrobiële resistentie".