Het Grondwettelijk Hof heeft donderdag het beroep tot vernietiging van het verbod op de verkoop van tabaksproducten via automaten verworpen. Het vindt het verbod redelijk verantwoord gelet op de aanzienlijke risico's voor de volksgezondheid. Het beroep was ingesteld door een verdeler van tabaksautomaten in horecazaken, die zich de grootste van het land noemde.
De wet van 29 november 2022 voert vanaf 9 december 2023 een verbod op de verkoop van tabaksproducten via automatische distributieapparaten in. Op het verbod geldt een uitzondering voor de semigeautomatiseerde verkoop van tabaksproducten in de detailhandel zoals supermarkten, op voorwaarde dat er een leeftijdscontrole aan de kassa wordt uitgevoerd en dat de tabaksproducten uit het zicht werden gehaald.
Het Hof is van oordeel dat een dergelijk verbod redelijk verantwoord is, gelet op de aanzienlijke risico's voor de volksgezondheid die gepaard gaan met een ruime beschikbaarheid van tabaksproducten, en op de aantrekkingskracht en het laagdrempelig karakter van tabaksautomaten.
Het Grondwettelijk Hof vindt daarnaast het verschil in behandeling tussen de exploitanten van tabaksautomaten naargelang het gaat om horecazaken of supermarkten redelijk verantwoord is. Volgens het Hof is het aannemelijk dat het risico om in verleiding te komen tabaksproducten aan te kopen en te gebruiken groter is in horecazaken, zodat de wetgever in de eerste plaats die verkooppunten mocht viseren. Het Hof verwerpt bijgevolg het beroep.