De regering schat dat werkgevers een bijdrage van zowat 5 miljoen euro zullen moeten betalen omdat ze een te groot aantal werknemers hebben die met langdurige ziekte uitvallen. Dat geld zal volledig ter beschikking worden gesteld van de sectoren waarbinnen die bedrijven actief zijn, om er preventieve maatregelen mee te nemen. Dat heeft de ministerraad vrijdag beslist op voorstel van minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) en zijn collega van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit).
Ons land telt meer dan een half miljoen werknemers dat niet aan de slag is door ziekte of invaliditeit, en dat aantal neemt nog steeds toe. Om die hoge uitval een halt toe te roepen, besliste de regering onder meer ook de werkgevers voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen. Bedrijven met een hoger d an gemiddelde uitval, moeten een trimestriële bijdrage van 0,625 procent van de loonmassa in het vorige kwartaal ophoesten. Geen straf, benadrukt Dermagne, maar een incentive om de problematiek aan te pakken.
Op basis van de cijfers van de eerste trimestriële inning, kan het jaarlijkse bedrag oplopen tot bijna 5 miljoen euro in totaal. Het geld zal terugvloeien naar meer dan veertig sectoren, om er preventiemaatregelen mee te nemen. De top-vijf van sectoren met de meeste uitval zijn het paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, het paritair comité voor de dienstenchequesector, de paritaire subcomités voor de opvoedings- en huisvestings inrichtingen en -diensten, het paritair comité voor de bewakings- en /of toezichtsdiensten en het paritair comité voor het bouwbedrijf.
Om effectief geld te kunnen ontvangen, moeten de paritaire comités een cao afsluiten rond welke maatregelen ze plannen te nemen. De sectorale sociale partners zullen dus gezamenlijk moeten beslissen welke maatregelen ter preventie van ziekte-uitval het meest geschikt zijn. De sectoren kunnen het jaarlijks uitgekeerde budget beperkt opsparen om later slagkrachtigere initiatieven te nemen. Als echter de middelen binnen de 3 jaar niet of verkeerd worden gebruikt, wordt de bijdrage doorgestort aan de FOD Werk, die dan zelf maatregelen zal financieren.