Uit cijfers van Statistiek Vlaanderen blijkt dat 1,8% van de Vlaamse bevolking van 16 jaar en ouder in 2024 noodzakelijke medische of tandheelkundige zorg moest uitstellen of afstellen vanwege financiële beperkingen. Dit komt neer op ongeveer 100.000 mensen.
De cijfers tonen een lichte schommeling in de afgelopen jaren, met een variërend aandeel tussen 1% en 2% sinds 2020. Werklozen lopen het grootste risico om noodzakelijke zorg te moeten uitstellen: in 2024 gaf 15% van de werklozen aan hiermee geconfronteerd te worden. Ook onder huurders was het probleem significant, met een aandeel van 5%.
Statistiek Vlaanderen baseert zich onder meer op onderzoek van StatBel, wat het mogelijk maakt om de verschillende regio’s van het land te vergelijken. En de regionale verschillen zijn opvallend, zo blijkt. In 2024 stelde minder dan 1% van de bevolking in Vlaanderen medische zorg uit, tegenover 2% in zowel Wallonië als Brussel. Bij tandzorg lag het percentage op 2% in Vlaanderen, terwijl Wallonië en Brussel respectievelijk 5% en 4% noteerden.
“Dergelijke situaties zijn onaanvaardbaar”, zei minister Vandenbroucke in de krant Le Soir. Om de situatie te verhelpen wees hij op het plan van de federale regering om de derdebetalersregeling te veralgemenen. Daarnaast wil hij ook de terugbetaling van tandzorg verbeteren en ereloonsupplementen aan banden leggen.
Uit een vergelijking met Eurostat blijkt dat België in 2023 net onder het Europese gemiddelde scoorde voor uitstel om financiële redenen van zowel medische zorg als tandzorg. Dat wijst op een relatief betere toegankelijkheid van zorg in ons land in vergelijking met andere Europese landen.
Ter vergelijking: in 2023 had 20,4% van de Belgische bevolking recht op een verhoogde tegemoetkoming. Dat percentage ligt dus aanzienlijk hoger dan voor uitstel van zorg om financiële redenen. Het verschil kan verklaard worden door het feit dat niet alle personen met een laag inkomen of met recht op een verhoogde tegemoetkoming daadwerkelijk medische zorg uitstellen om financiële redenen.
