Vanaf 1 januari 2024 wordt de terugbetaling van cochleaire implantaten uitgebreid. Dat laat minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke weten tijdens een bezoek aan de dienst neus-keel-oor van UZ Leuven. “Door de terugbetaling van cochleaire implantaten uit te breiden tot 18 jaar en voor zowel eenzijdige als volledige doofheid kunnen zoveel kinderen en jongeren opgroeien zonder zorgen”, zegt de minister.
Elk jaar worden in België ongeveer 40 kinderen geboren die langs één kant doof zijn. Longitudinaal onderzoek van UZ Leuven in samenwerking met UGent, UZ Antwerpen en het Europees Instituut voor ORL-HNS Sint-Augustinus Ziekenhuis (gestart in 2014) stelt vast dat doofheid aan één oor een enorme impact heeft op kinderen en jongeren, zowel op vlak van cognitieve ontwikkeling, als het mentaal welzijn en binnen sociale context.
Vaak kunnen ze niet aangeven uit welke richting geluid komt, wat bijvoorbeeld gevaarlijk is in het verkeer. Het is moeilijk om mee te zijn in de klas, omdat ze de lessen niet goed verstaan. Sociale contacten zijn moeilijker, omdat ze niet goed mee kunnen bij gesprekken. Ze hebben meer doorgaans moeite om andere kinderen te begrijpen in lawaaierige omgevingen. Ze hebben een verlaagd zelfvertrouwen. Dat alles heeft een impact op hun toekomst.
Professor Astrid van Wieringen (KULeuven) is coördinator van het onderzoek: “Kinderen leren de hele dag, heel vaak in een rumoerige omgeving, op school, tijdens het spelen met vriendjes, aan tafel met het gezin,... Het leren produceren en verstaan van gesproken taal moet aangeleerd worden tijdens de eerste levensjaren en het kunnen horen van subtiele verschillen tussen spraakklanken is daarbij essentieel. Het helpt dan als je 2 oren hebt!”
15.000 euro
Een cochleair implantaat betekent voor deze kinderen en jongeren een normaal leven, wijst datzelfde onderzoek uit. Een cochleair implantaat is een elektronisch medisch hulpmiddel voor dove mensen of mensen met (zeer) ernstig gehoorverlies. De processor, het uitwendige deel van het implantaat, vangt het geluid op en maakt een digitale code op. Het inwendig implantaat zet deze digitale informatie om in een elektrisch signaal dat de gehoorzenuw stimuleert. De hersenen ontvangen vervolgens het geluid dat via de gehoorzenuw wordt doorgestuurd, waardoor je terug hoort.
Dergelijk implantaat kost snel 15.000 euro. En dat zonder de vijfjaarlijkse vervanging van de processor en de levenslange nazorg meegerekend. Daarom breidt minister Vandenbroucke de terugbetaling voor kinderen en jongeren verder uit. Zo wordt er bij hen geen onderscheid meer gemaakt tussen eenzijdige of volledige doofheid. Bovendien trekt de minister de leeftijd op voor alle problematieken naar 18 jaar. Het was ook minister Vandenbroucke die in 2002 ervoor zorgde dat doof geboren kinderen een hoorapparaat konden krijgen.
Concrete voorwaarden voor een cochleair implantaat
Vanaf 1 januari 2024 zullen kinderen en jongeren die doof zijn aan slechts een kant, ook op een cochleair implantaat kunnen rekenen wanneer een hoorapparaat niet meer voldoende is. Specifiek gaat het over de terugbetaling voor kinderen tot 4 jaar met een aangeboren eenzijdige doofheid.
Bij een verworven eenzijdige doofheid zal dat kunnen tot 18 jaar. Voor het implanteren van een contralateraal cochleair implantaat bij kinderen en jongeren met een ernstige bilaterale doofheid (minimaal 70 decibel) wordt de leeftijd opgetrokken van 12 tot 18 jaar. Bij asymmetrisch bilateraal gehoorverlies (minimaal 30 decibel voor het ene oor en minimaal 85 decibel voor het andere) wordt de leeftijd voor de terugbetaling van een conchleair implantaat opgetrokken tot de leeftijd van 18 jaar. Deze uitbreiding betekent dat er voor elk kind of jongere met ernstige hoorproblemen tot zelfs doofheid er nu een terugbetaalde oplossing is.
