Zorgverstrekkers die met drugsverslaafden werken in zogenaamde spuitruimtes, zullen daarvoor binnenkort niet meer strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. De bevoegde Kamercommissie heeft daarvoor een wetsontwerp van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) goedgekeurd. N-VA en Vlaams Belang stemden tegen.
Ons land telt momenteel twee "risicobeperkende gebruikruimtes", waar verslaafden op een veilige manier drugs kunnen gebruiken: sinds 2018 in Luik en sinds vorig jaar in Brussel. De logica achter de ruimtes is dat ze tot minder risicogedrag leiden, omdat verslaafden minder spuiten delen, maar ook tot een lagere morbiditeit als gevolg van overdosissen. Daarnaast verdwijnt overlast uit de publieke ruimte - gebruikte spuiten blijven bijvoorbeeld niet op straat rondslingeren.
In die ruimtes zijn ook multidisciplinaire teams van zorgverstrekkers aanwezig, zoals vrijwilligers, verplegers of maatschappelijk werkers. Het probleem is dat zij vandaag, op basis van de Drugswet van 1921 strafrechtelijk kunnen vervolgd worden, omdat ze druggebruik 'faciliteren'.
De tekst die groen licht kreeg in commissie en binnenkort langs de plenaire Kamer passeert, stelt die zorgprofessionals vrij van vervolging. "Zorgverleners die mensen met een verslaving vooruithelpen moeten dat kunnen doen zonder besognes", lichtte minister Vandenbroucke toe. De regionale en lokale overheden blijven bevoegd voor de omkadering en organisatie van de gebruiksruimtes. Het wetsontwerp voorziet in een overgangsperiode van zes maanden.
Oppositiepartijen N-VA en Vlaams Belang stemden tegen de tekst. "Twee deelstaten organiseren een illegale praktijk, ze komen bij u aankloppen en u wijzigt de wet", laakte Kathleen Depoorter (N-VA). "U gaat hiermee illegaal druggebruik faciliteren. Druggebruik is verboden, hou dat zo!" Net als Dominiek Sneppe (Vlaams Belang) vond ze dat het initiatief haaks staat op de beslissing van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) om het gebruik van cocaïne veel zwaarder te gaan beboeten.
Daniel Bacquelaine (MR) vond dat het debat een verkeerde wending nam. "Het gaat niet om de vraag of die ruimtes moeten worden ingericht. Dit zorgt voor juridische zekerheid voor de begeleiders in de gebruiksruimtes", benadrukte hij. Els Van Hoof (CD&V) riep op geen zaken door elkaar te halen. "Het ene sluit het andere niet uit. We moeten werken op verschillende aspecten. Dit is geen oplossing, maar kadert binnen de schadebeperking." Robby Decaluwé (Open VLD) merkte op dat mensen die buiten de maatschappij vallen, op deze manier naar sociale hulpverlening en reguliere zorgverlening worden toegeleid.
Net als hij benadrukte Karin Jiroflée (Vooruit) dat het ontwerp geen stap richting legalisering zet. "Ik ben daar tegen", voegde ze daaraan toe. Minister Vandenbroucke sloot zich daarbij aan. "Ik ben absoluut tegenstander van normalisering van druggebruik. Ik steun het beleid van minister Van Quickenborne. Ik ben het daar volkomen mee eens." Hij merkte op dat er vandaag in Antwerpen een zorghostel bestaat, dat in zekere zin zou aanleunen bij een gebruiksruimte, al sprak Depoorter dat tegen.
Nog binnen de oppositie stemde PVDA voor het ontwerp. DéFI steunt de tekst, maar heeft in commissie geen stemrecht.