Het Grondwettelijk Hof heeft vorige donderdag een streep getrokken door de voorwaarden om corona tijdens de lockdown van 2020 te erkennen als beroepsziekte. De twee tijdsvoorwaarden die in het daarvoor bedoelde Koninklijk Besluit staan, zijn ongrondwettelijk, zeggen de rechters in een arrest.
Ons land ging op 18 maart 2020 in lockdown. De Belgische bevolking moest zo veel mogelijk thuisblijven. Alle niet-essentiële winkels sloten de deuren en thuiswerken werd de norm. Op 18 mei van dat jaar ging fase 2 van de exitstrategie in, waardoor er terug meer bewegingsruimte kwam.
In de periode daartussen waren er echter cruciale sectoren en diensten waarbinnen telewerk en social distancing ("voldoende afstand houden") onmogelijk waren, maar waarin de voortzetting van de activiteiten werd toegestaan, ondanks het hogere risico op besmetting. Er kwam daarom een KB met daarin de activiteiten waarvoor covid-19 als beroepsziekte geldt.
Die wettekst bevat twee tijdsperioden. Het moet gaan om iemand die heeft gewerkt tussen 18 maart 2020 en 17 mei 2020 én bij wie de ziekte is vastgesteld tussen 20 maart 2020 en 31 maart 2020. Bij die tweede periode werd rekening gehouden met de incubatietijd.
In zijn antwoord op een prejudiciële vraag stelt het Grondwettelijk Hof donderdag dat die twee perioden niet pertinent zijn om vast te stellen dat de ziekte werd veroorzaakt door het beroep. Ook buiten de periode van de lockdown waren bepaalde werknemers van cruciale sectoren en essentiële diensten immers veel meer blootgesteld aan besmetting dan de rest van de bevolking. Het risico hangt dus eerder af van de functie dan van de periode.
De prejudiciële vraag kwam er op basis van een klacht van een vrouw die indertijd bij een warenhuis werkte. Ze was vanaf 16 maart arbeidsongeschikt door een besmetting met corona en verbleef nadien zelfs een tijdlang op de dienst intensieve zorg. Haar vergoedingsaanvraag werd echter geweigerd omdat ze niet aan de slag was in de periode die het KB voorziet. Dat verschil in behandeling is voor het Grondwettelijk Hof dus ongrondwettelijk.
