De gemiddelde inwoner van Vlaanderen blijft vijftien maanden minder lang gezond door blootstelling aan fijn stof. Dat blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen.
De cijfers slaan op 2021. Door de impact van fijnstof gingen dat jaar in het Vlaamse gewest potentieel 153 gezonde levensjaren verloren per 10.000 inwoners. Omgerekend naar de gevolgen op de volledige levensduur van de bevolking - bij een gemiddelde levensverwachting van 82,4 jaar - betekent dit dat een Vlaming gemiddeld vijftien maanden minder lang gezond blijft door blootstelling aan fijnstof.
De cijfers van Statistiek Vlaanderen wijzen op een verslechtering van de gezondheidssituatie. In 2020 was er nog sprake van 143 gezonde levensjaren per 10.000 inwoners die verloren gingen door fijnstof. In 2021 was dat aantal dus toegenomen tot 153, wat een stijging is met 7 procent.
Op langere termijn is er wel sprake van een gunstige evolutie. In 2006 gingen er bijvoorbeeld nog 287 potentieel gezonde levensjaren verloren. Die dalende tendens kan verklaard worden door een verminderde uitstoot van luchtverontreinigende stoffen, maar ook door gunstige meteorologische omstandigheden.
Vooral blootstelling op de lange termijn aan fijnstofdeeltjes met een diameter kleiner dan 2,5 micrometer (PM 2,5) heeft gevolgen voor de gezondheid. In 2021 waren die deeltjes goed voor maar liefst 97,5 procent van de totale gezondheidsimpact van fijnstof. "Het merendeel komt door vroegtijdige sterfte, maar ook een verhoogd voorkomen van astma en longkanker spelen daarin een belangrijke rol", aldus de Vlaamse statistiekdienst.
Fijnstof komt onder meer vrij in het verkeer. Vooral dieselmotoren stoten fijnstof uit, maar ook bandenslijtage of remmen veroorzaakt fijnstof. Ook in de industrie kan het vrijkomen, net als bij gezinnen die de houtkachel of open haard aansteken.