Meer dan een op de vijf (21,7 procent) Vlaamse jongeren heeft overgewicht of obesitas. Dat blijkt donderdag uit de vierjaarlijkse studie Jongeren en Gezondheid van het Departement Zorg. Bij het vorige onderzoek, in 2018, was dat iets meer dan een op de zeven.
Het onderzoek kadert in de internationale Health Behaviour in School-aged Children-studie (HSBC) en werd uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit Gent bij 20.000 Vlaamse jongeren tussen 11 en 18 jaar.
Het aandeel jongeren met overgewicht en obesitas nam sterk toe, van 13,8 procent in 2018 naar 21,7 procent in 2022. Beduidend meer meisjes (47,5 procent) dan jongens (26,7 procent) volgde een dieet of dacht dat te moeten volgen en meisjes zijn over het algemeen minder tevreden over hun lichaam (60,9 procent) dan jongens (86,4 procent).
"De stijging in de prevalenties van overgewicht en obesitas bij jongeren ligt in lijn met de stijging die in de corona-gezondheidsenquêtes bij volwassenen is geobserveerd", zegt Loes Stukken van kenniscentrum Eetexpert. "Jongeren leven niet los van hun gezin, een negatieve impact van corona op het leefgedrag binnen hun gezin heeft dus ook een invloed op hen."
Wat betreft voedingsgewoonten zijn er zowel positieve als negatieve evoluties, zegt het Departement Zorg in een persbericht.
Zo drinken jongeren meer water - van 86,4 in 2018 naar 87,6 procent in 2022 - en minder frisdrank - van 24,1 naar 22,6 procent. Het aandeel dat dagelijks groenten at, nam dan weer sterk af, van 61,9 naar 54,5 procent. Een pak minder jongeren - van 68,6 naar 58,6 procent - ontbijt elke dag tijdens de week. De fruitconsumptie bleef stabiel - van 37,5 naar 36,5 procent.
"De voorbije jaren is er in scholen sterk ingezet op een gezond drankenbeleid, met meer aanbod van water en minder frisdranken", zegt Jolien Plaete, voedingsexperte bij het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw.
"Mogelijk zien we hiervan het resultaat in deze studie. We moeten nog meer inzetten op het creëren en promoten van een gezond aanbod in omgevingen waar jongeren vaak aanwezig zijn, bijvoorbeeld in en rond de school. In de studie zien we ook duidelijk dat jongeren uit het aso er gezondere voedingsgewoonten op nahouden dan jongeren uit het bso."
Ook op het vlak van beweging toont de studie een wisselend beeld. Iets meer jongeren bewegen elke dag voldoende - van 17,5 procent in 2018 naar 20,1 procent in 2022. Maar minder jongeren -van 7,8 naar 5,0 procent - halen de aanbeveling over sedentair gedrag: ze zitten dagelijks meer dan 2 uur achter een scherm. Er is ook een groot verschil tussen jongens en meisjes: meer jongens (25,5 procent) dan meisjes (14,0 procent) bewegen elke dag voldoende.
Ten slotte blijkt ook dat jongeren slechter slapen. Het aandeel 11- tot 12-jarige jongeren dat tijdens schooldagen niet elke nacht de aanbevolen 9 uur slaap haalde, nam toe van 44,8 naar 51,4 procent. Bij de 13- tot 18-jarigen steeg het aantal dat geen 8 uur slaap haalde van 57,7 naar 67,3 procent. Ook de slaapkwaliteit ging achteruit: in 2018 was die bij 40,3 procent slecht, in 2022 bij 48,4 procent.
Eerder verschenen van de studie Jongeren en Gezondheid al resultaten over fysiek, mentaal en sociaal welzijn en seksuele gezondheid. Er volgen nog resultaten over middelengebruik, gokken en gaming.