In het Verenigd Koninkrijk sterven meer mensen aan darm-, borst- of longkanker dan in achttien vergelijkbare landen. Britse leiders zouden zich dan ook "ernstige zorgen" moeten maken over de toestand van de gezondheidszorg, aldus een vergelijkend rapport van denktank King's Fund.
Het land staat op de een na laatste plaats wat betreft overlijdens aan ziektes die als geneesbaar worden beschouwd, zoals darm- of borstkanker. Alleen de Verenigde Staten doen het nog slechter, terwijl Australië, Frankrijk en Japan het hoogst scoren. Op het vlak van ziektes die vaak voorkomen kunnen worden, zoals longkanker, staat het VK helemaal onderaan. Voor beroertes heeft het Verenigd Koninkrijk het hoogste 30-dagen sterftecijfer na ziekenhuisopname.
Daarnaast heeft het land "een verrassend laag aantal verpleegkundigen en artsen per persoon" in vergelijking met andere landen, aldus het rapport. Het land loopt ook achter op vlak van apparatuur en bengelt achteraan wat betreft aantal scanners en MRI's. Verder zijn er ook minder ziekenhuisbedden beschikbaar dan in andere landen.
De Britse gezondheidsdienst (NHS) verkeert al een tijdlang in diepe crisis, verzwakt door het bezuinigingsbeleid en de gevolgen van de coronapandemie. De dienst wordt al maanden geconfronteerd met historische stakingen van zorgpersoneel, dat loonsverhoging en betere arbeidsomstandigheden eist.