Tijdens de EU-top in Brussel hebben de Europese staats- en regeringsleiders opgeroepen om de productie van kritische medicijnen - waar een tekort voor dreigt in heel Europa - opnieuw in eigen handen te nemen. Dat gebeurde naar aanleiding van een hervormingsplan dat minister Vandenbroucke op tafel legde. "Dat de regeringsleiders dit principe steunen, is een belangrijke stap vooruit, want ook medicijnzekerheid is een kwestie van veiligheid."
De voorbije 25 jaar zijn steeds meer producenten van medicijnen en actieve farmaceutische ingrediënten van Europa naar Azië verhuisd. Op die manier konden bedrijven niet alleen hun arbeidskosten drukken, er was nog een voordeel: minder strikte milieuregels. Medicijnproductie is immers erg vervuilend en in Europa gelden strenge standaarden om het milieu - én dus ook onze volksgezondheid - te beschermen.
Gevaar van monopolisering en geografische concentratie
Het gevolg van die verhuizing is navenant: waar anno 2000 nog meer dan de helft van de wereldwijde productie van actieve farmaceutische ingrediënten uit Europa kwam, is dat vandaag nog maar een kwart. Sommige bestanddelen worden ook steeds vaker door een beperkt aantal fabrieken buiten Europa gemaakt.
Dat is niet zonder gevolgen voor de Europese patiënt. Zo zorgden leveringsonderbrekingen de voorbije jaren al voor een tekort aan bloedverdunners, terwijl voor Antabuse - een medicijn tegen alcoholverslaving - Europa intussen helemaal afhankelijk is van aanvoer uit het Verre Oosten. Kortom, die monopolisering en geografische concentratie brengt de Europese medicijnbevoorrading ernstig in het gedrang.
Europese solidariteit als antwoord
"Een nieuwe en eensgezinde Europese aanpak was dus nodig om de Europese bevoorradingszekerheid te verzekeren", zegt Frank Vandenbroucke. "Daarom stelden we begin mei een hervormingsplan voor, dat intussen breed is gesteund door de Europese lidstaten."
De strategie bevat drie pijlers. Een eerste pijler richt zich op de solidariteit tussen Europese landen, en voorziet een mechanisme om medicijnen uit te wisselen in geval van dringende tekorten. Zo vermijden we dat sommige landen compleet zonder voorraad van levensreddende middelen vallen.
Pijler twee vraagt om de aanvoerketens van cruciale medicijnen in kaart te brengen. Dat wil zeggen we voor die medicijnen nagaan waar ze exact geproduceerd worden, welke ingrediënten ervoor nodig zijn en waar die ingrediënten vandaag komen. Op die manier kunnen we veel sneller ingrijpen wanneer problemen zich stellen en kunnen we risico’s veel beter inschatten.
De derde pijler tot slot is de ‘Critical Medicines Act’, die ervoor moet zorgen dat Europa de capaciteit heeft om de meest kritische medicijnen en ingrediënten opnieuw zelf te produceren. Het is dit principe dat de regeringsleiders vandaag steunen. De COVID-19 pandemie heeft ons geleerd dat het absoluut noodzakelijk is dat we die Europees kunnen produceren, en minder afhankelijk zijn van anderen.
Vandenbroucke: "De steun van de EU-regeringsleiders vandaag is een belangrijke stap vooruit. De Commissie kan er nu mee aan de slag. En dat is hard nodig, want anders zullen de grotere Europese landen weer eigen plannen ontwikkelen om hun buitenlandse afhankelijkheid af te bouwen. Dat moeten we absoluut vermijden, want apart zijn we te klein om het verschil te maken."