De bevolking vergrijst, en toch zoeken jonge artsen werk. Daarnaast is een artsenoverschot, en toch zoeken patiënten zorg: de knelpuntparadox.
De nationale Vereniging voor Arts-Specialisten in Opleiding, VASO-AMSF, wijst op die vreemde dubbele paradox.
-
De psychiaters, geriaters en urgentie-artsen van morgen moeten zich vandaag weinig zorgen maken qua werkzekerheid. Maar een ticketje binnen hun contingent (minder technische disciplines) garandeert niet dat ze die plaats makkelijk zullen kunnen verzilveren wegens gebrek aan financiële middelen.
-
Maar Vaso breekt vooral een lans voor ‘die andere knelpuntspecialismen’: jonge cardiologen, (algemeen) chirurgen, nefrologen, radiotherapeuten of radiologen,(...) die na 5 à 8 jaren ‘superspecialisatie’ geen kans krijgen om hun kennis en kunde te gelde te maken. Voor hen is er nochtans tijdens hun ‘werkplekleren’ in de universitaire centra meer dan genoeg werk. Maar eens de erkenning ‘specialist’ behaald, loert de werkonzekerheid om de hoek wegens te veel kandidaten. De residentencontracten, gebaseerd op het voordelige assistentenstatuut met onvolledige sociale bescherming (lees: geen pensioen- noch werkloosheidsbijdragen) en vaak onredelijke arbeidsvoorwaarden in zowel universitaire als niet-universitaire centra zijn hun lot. Onderhandelingsmarge is er niet. Er is zelfs geen uitwijkmogelijkheid naar werkloosheid. En de tijd loopt: hun speerpuntkennis kan maar gedijen binnen een klinische omgeving - tijdelijk uitwijken naar de Colruyt of farmasector is dus contraproductief, heet het.
Dit gaat dus echt om een arbeidsmarktprobleem. En met de komst van de dubbele cohorte zullen de moeilijkheden evenredig toenemen. Vandaar de oproep van de Vaso: “Beste gezondheidszorgbeleidmakers, federaal of Vlaams, zolang de artsen-in-opleiding via hun beperkte statuut wisselgeld vormen voor de onderfinanciering van de ziekenhuizen, zolang er geen toezicht komt op de arbeidsvoorwaarden, zolang het opleidingscontingent gestuurd wordt door de financiële draagkracht van een dienst en niet door de maatschappelijke behoefte, zien wij geen oplossing voor de knelpuntspecialismen.”