Forensische artsen kritisch voor wiegendood

"Bij 1 op 3 wiegendoden is ouder op baby gaan liggen", zegt Werner Jacobs, forensisch arts UZA, in de kranten van de persgroep. Enkele maanden geleden pleitte Wim Van de Voorde in De Specialist en MediSfeer onder de titel 'tal van dodingen onontdekt' nog voor een 'wiegendoodwet'.

Bij één op de drie zogenaamde wiegendoden is de baby wellicht per ongeluk doodgedrukt door een ouder, doordat die al slapend over het kind rolt. Dat schrijven Het Laatste Nieuws en De Morgen dinsdag. "De term wiegendood wordt veel te snel bovengehaald", zegt wetsdokter Werner Jacobs van de dienst Gerechtelijke Geneeskunde van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

Jacobs is er van overtuigd dat bij de onverwachte dood van baby'tjes in het verleden al te vaak onterecht de diagnose wiegendood is gesteld. En hij vreest dat dit ook vandaag nog gebeurt. "Wiegendood bestaat in feite amper of niet. Het bestaat alleen maar omdat men niet grondig wil of dúrft zoeken naar de oorzaak van het overlijden", aldus de professor. Hij noemt het onaanvaardbaar dat de term gebruikt wordt zonder grondig forensisch onderzoek naar de juiste doodsoorzaak.

Zelf onderzoekt hij elk jaar ongeveer vijftien wiegendoden. "Gemiddeld drie van de vijftien zijn door extern geweld om het leven gebracht. Daarnaast is ongeveer één op de drie wiegendoden vermoedelijk accidentele dooddrukking door de ouders", zegt Jacobs. Naast het overlijden door extern geweld en de dooddrukking door overligging, blijkt ruim 40 pct van de plotse en onverwachte overlijdens van baby's achteraf verklaard te kunnen worden door natuurlijke doodsoorzaken of door verslikking in pap.

Zwak juridisch systeem

Zijn collega Wim Van de Voorde (UZ Leuven) stelde het zwakke juridische systeem in België om de dood aan te melden en te onderzoeken, al eerder aan de kaak. Zo stuit Van de Voorde geregeld op ‘toevalstreffers’ in zijn werkgebied Limburg en Vlaams-Brabant. In Limburg is sinds een jaar of twee een richtlijn van kracht die zegt dat alle ongewone sterfgevallen naar de politie vertaald moeten worden als verdacht overlijden. En  dat bij dergelijke overlijdens een wetsarts met kennis van zaken samen met iemand van het gerechtelijk lab en de tactische recherche het sterfgeval moeten checken. “Op die twee jaar is ongeveer de helft van de dodingen per toeval ontdekt door de grotere alertheid”, licht prof. Van de Voorde toe. De richtlijn leidt dus al tot een verhoogde ontdekkingsgraad, zelfs zonder goede wet.

Van de Voorde ziet wel wat in de wiegendoodwet als voorbeeldregeling. Bij elk kind jonger dan anderhalf jaar dat plots zonder verklaring komt te overlijden, moet de arts immers een centrum voor wiegendood inlichten, gevolgd door een uitwendig onderzoek en een autopsie door de patholoog anatoom van het centrum. “Eigenlijk moeten alle onverwachte overlijdens automatisch onderzocht worden. Zoals in de VS.” Wetsvoorstellen in die zin haalden bij ons evenwel niets uit.

Lees ook: wim-van-de-voorde-ldquo-tal-van-dodingen-onontdekt

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.