Het aantal geregistreerde feiten van opzettelijke slagen en/of verwondingen tegen 'beroepen van algemeen belang' zoals leerkrachten of politieambtenaren daalde de afgelopen jaren van 2.057 in 2013 tot 1.923 in 2015. Anderzijds blijft agressie tegen artsen nagenoeg status quo. Dat blijkt uit cijfers van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon.
In het eerste trimester van 2016 werden 479 agressiegevallen vastgesteld, aldus Jambon nog in antwoord op een schriftelijke vraag van Gautier Calomne (MR).
- Het aantal gevallen van fysieke agressie ten aanzien van politieambtenaren daalde in de periode 2013-2015 van 868 tot 803.
- In 2015 waren 358 personeelsleden van onderwijsinstellingen slachtoffer tegenover 386 twee jaar eerder.
- Ook het aantal feiten ten aanzien van personeel van het openbaar vervoer en andere openbare diensten nam af, van respectievelijk 383 tot 350 en van 244 tot 184.
- Voor het medisch beroep werd een bijna status-quo opgetekend (van 176 tot 174)
- Voor cipiers en leden van het veiligheidskorps constateerde men nog een lichte stijging van 30 in 2014 tot 54 in 2015.
Meeste feiten in Vlaanderen, 48 medisch beroep
Opgesplitst per gewest werden in 2015 de meeste feiten geregistreerd in Vlaanderen (1.110), gevolgd door Wallonië (471) en Brussel (342).
In het eerste trimester van 2016 waren 182 politieambtenaren slachtoffer van agressie, 119 personeelsleden van onderwijsinstellingen, 66 personeelsleden uit het openbaar vervoer, 33 bij andere openbare diensten, 48 beoefenaars van medische beroepen en 11 cipiers en andere leden van het veiligheidskorps.
De cijfers zeggen niets over de ernst van de agressie of over verbaal geweld. Zo werd net eind 2015 huisarts Patrik Roelandt vermoord door een agressieve patiënt en ook een Brusselse huisarts werd in die periode zwaar gemolesteerd.
Degelijker cijfermateriaal over geweld tegen artsen wordt verwacht via deze pas gelanceerde enquête.