De Belgische Vereniging voor Radiologie (BVR) verbaast zich erover dat minister De Block de nieuwe mammografie-nomenclatuur on hold plaatst. Die moest normaal op 1 april in werking treden. Hiermee krijgt het debat een nieuwe dimensie.
Voorzitter Geert Villeirs wijt het tumult dat ontstond rond de invoering van de nieuwe mammografie-nomenclatuur aan 'een golf van desinformatie op de social media.' Een andere bron van verwarring situeert hij bij de diagnostiek en onderzoeken in het kader van preventie van borstkanker.
"De Belgische Vereniging voor Radiologie wil via dit bericht scherpstellen op een aantal fundamentele begrippen. Diagnostiek is aangewezen bij vrouwen met symptomen die kunnen wijzen op borstkanker (bvb. een knobbeltje). In deze groep vrouwen is de kans op het vinden van een kwaadaardige tumor reëel. De gekozen onderzoekstechniek moet maximale zekerheid bieden dat een eventueel aanwezige tumor ook als dusdanig herkend wordt."
Combinatie
"Een diagnostische mammografie wordt daarom dikwijls gecombineerd met een klinisch onderzoek, extra mammografische opnamen (bijvoorbeeld een “tomosynthese”), een echografie of een MRI-scan", luidt verder de reactie van de BVR. "Dit verhoogt de kans op het ontdekken van een tumor, maar tegelijk ook de kans op een “vals alarm”: een afwijkend beeld dat aanleiding geeft tot een biopsie, terwijl er in werkelijkheid geen kanker aanwezig is. Dit is bij diagnostiek echter aanvaardbaar, aangezien de vrouw hoe dan ook een symptoom heeft waarvoor ze een verklaring wenst."
Preventie: andere situatie
Bij preventie liggen de kaarten anders omdat de vrouwen die zich voor een screeningsonderzoek aanmelden geen symptomen vertonen. "De overgrote meerderheid (>99%) heeft ook helemaal geen borstkanker. Deze vrouwen hebben nochtans evenveel recht op een correct onderzoeksresultaat, met name een “normaal resultaat”. De voordelen van maximale detectie moeten dan ook zorgvuldig afgewogen worden tegen het risico op “vals alarm” (met onnodige angst en zelfs nodeloze behandelingen tot gevolg)."
Verhouding winst - vals alarm
"Uit talloze wetenschappelijke studies is gebleken dat de kleine winst in extra kankerdetectie dankzij het combineren van screeningsmammografie met bijkomende technieken (zoals echografie) niet in verhouding staat tot het grote aantal gevallen van “vals alarm”", aldus nog de BVR. "Dat is de reden waarom alle screeningsrichtlijnen (waaronder de Amerikaanse, Canadese, Australische, Europese, Britse, Franse én Belgische) enkel een mammografie als screeningsonderzoek aanbevelen. Bijkomend onderzoek wordt gereserveerd voor de uitwerking van een afwijkende screeningsmammografie of voor screening van vrouwen met sterk verhoogd risico (bijvoorbeeld vrouwen met genetische afwijkingen)."
Wetenschappelijke consensus
Volgens de BVR kwam de recente aanpassing van de nomenclatuur voor radiologie van de borsten aan deze wetenschappelijke consensus tegemoet: de diagnostische nomenclatuur voor échte diagnostiek reserveren en het oneigenlijk gebruik verhinderen van de 50% duurdere diagnostische mammografie voor screeningsdoeleinden.
"De echografie kon eventueel nog uitgevoerd, maar niet meer als extra “screeningsonderzoek” aangerekend worden. Bovendien voorzag de nieuwe nomenclatuur in een verplichte dubbele lezing van elk screeningsdossier (afzonderlijke beoordeling door twee onafhankelijke radiologen) en bleef bij vrouwen met een sterk verhoogd risicoprofiel een gepersonaliseerde screening (met eventuele bijkomende echografie of MRI) mogelijk."
Internationale consensus en budgettaire overwegingen
Dit alles was volgens de BVR gebaseerd op internationale wetenschappelijke consensus, consensus die niet bestaat over screening bij vrouwen jonger dan 45 jaar en ouder dan 75. "Daarom werden deze groepen terecht niet opgenomen in de nieuwe nomenclatuur (tenzij bij sterk verhoogd risico)."
Tot slot wijst de BVR er nog op dat naast een verduidelijking en wetenschappelijk correctere ondersteuning van de nomenclatuur, de wetgever ook een efficiëntere besteding van het beschikbare budget voor ogen had. "Het bedrag dat jarenlang oneigenlijk uitgegeven werd aan diagnostische mammografie en echografie voor screeningsdoeleinden, kon nu gebruikt worden voor investering in performantere digitale apparatuur. De Belgische Vereniging voor Radiologie betreurt dan ook ten zeerste dat de nieuwe mammografie-nomenclatuur “on hold” geplaatst werd, maar hoopt dat Minister Maggie De Block deze nomenclatuur, die gebaseerd is op een correcte toepassing van de internationale wetenschappelijke consensus en een efficiëntere besteding van het beschikbare budget, alsnog snel kan invoeren."