Het Comité voor Vigilantie in de Geestelijke Gezondheidszorg luidt de noodklok en roept op tot een publiek debat over het coderen van gegevens over geestelijke gezondheid in elektronisch patiëntendossiers. Het systematisch delen van deze gegevens kan schadelijke gevolgen hebben voor patiënten. Er moet rekening worden gehouden met hun specifieke aard.

De Kwaliteitswet stelt het bijhouden van een elektronisch patiëntendossier (EPD) verplicht. Het is duidelijk dat dit systeem, door de uitwisseling van informatie over de fysieke gezondheid van een patiënt te vergemakkelijken, belangrijke diensten kan leveren aan patiënten. Het kan zelfs levens redden. Maar, zoals dr. Jacques De Toeuf in 2022 waarschuwde, er zijn risico's voor de privacy en het medisch beroepsgeheim. De situatie is nog delicater als het gaat om geestelijke gezondheid.

Op dit gebied, zegt het Comité voor Vigilantie in de Geestelijke Gezondheidszorg in een recente brief, "kan het gebruik van dit dossier schadelijke gevolgen hebben en een belemmering worden voor de toegang tot psychiatrische en psychologische zorg, evenals een belemmering voor het daadwerkelijk verlenen van dergelijke zorg". Het Comité voor Vigilantie voegt eraan toe dat de moeilijkheid om het recht om vergeten te worden af te dwingen de situatie nog verergert.

Er lijkt geen rekening te zijn gehouden met de aanbevelingen van de Gegevensbeschermingsautoriteit met betrekking tot het wetsontwerp inzake de Kwaliteitswet. Ook aan de brieven aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid lijkt geen gevolg te zijn gegeven. Voor het Comité is "de plicht om de psychologische privacy te respecteren in tegenspraak met de verplichting om systematisch een EPD te openen. Het principe van "passieve" toestemming voor het delen van gegevens, zolang de patiënt geen bezwaar maakt, kan niet worden toegepast.

Om deze valkuilen te vermijden, vindt het Comité voor Vigilantie het noodzakelijk dat artsen in overleg met hun patiënten beslissen of ze al dan niet een elektronisch patiëntendossier openen, en dat ze ervoor zorgen dat de gegevens die erin worden ingevoerd "formeel objectiveerbaar" zijn. Naast de voor de hand liggende regels van respect voor de persoonlijke levenssfeer en het medisch beroepsgeheim, dringt de commissie aan op wettelijke erkenning van de specifieke aard van de gegevens die aan professionals in de geestelijke gezondheidszorg worden toevertrouwd bij het openen van een EPD. In het bijzonder vestigt het de aandacht op "de bescherming van de vertrouwelijkheid van minderjarigen en hun toestemming voor het delen van intieme gegevens, vooral met betrekking tot hun ouders of wettelijke voogden". Aangezien dit een keuze is voor de samenleving, roept de commissie op tot een publiek debat over deze kwestie.

> Lees de brief van het Comité voor Vigilantie in de Geestelijke Gezondheidszorg