Het Mira ziekenhuisnetwerk heeft de wind in de zeilen. AZ Sint-Blasius en Vitaz maakten samen een ambitieus zorgstrategisch plan voor de regio Dender en Waas. Op 10 juni werd het plan goedgekeurd door de Vlaamse overheid. Het netwerk ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet.
“De ziekenhuisnetwerken hebben twee doelstellingen,” zegt prof. Anne De Paepe, Mira-voorzitter. “Enerzijds moeten we erover waken dat de zorg in de regio voor iedereen toegankelijk blijft. Waar mensen ook wonen, ze moeten gemakkelijk toegang hebben tot de basis tweedelijnszorg. Anderzijds willen we de gespecialiseerde tweedelijnszorg meer concentreren. Op die manier versterken we de expertise.”
“Het zorgstrategisch beschrijft hoe de zorg vandaag georganiseerd is, hoe de ziekenhuizen samenwerken en hoe ze de zorg in de toekomst willen organiseren, samen met de partners van de eerste lijn. Voorts moeten de ziekenhuizen aangeven hoe ze de kwaliteit van de gezondheidszorg garanderen.”
Realistisch en ambitieus
“Als basis voor het zorgstrategisch plan werkten we met data van de overheid,” verduidelijkt Karen Pieters, algemeen directeur AZ Sint-Blasius. “De regio Dender en Waas omvat 450.000 inwoners. Vitaz en AZ Sint-Blasius bestrijken samen, met alle campussen, de hele regio. We kiezen er uitdrukkelijk voor om als twee acute ziekenhuizen naast elkaar te blijven bestaan. Het kader voor de toekomst is er nu. De komende jaren krijgt het zorgstrategisch plan vorm in de praktijk. Omdat we kiezen voor een bottom-up benadering met een groot draagvlak, vergt dat nog veel overleg.”
“Een sterkte van ons zorgstrategisch plan is dat het rekening houdt met toekomstige noden,” zegt Stefan Van Den Brouck, algemeen directeur Vitaz. “Bijvoorbeeld op het vlak van beddencapaciteit. Meer en meer gezondheidszorg vindt plaats in dagkliniek of ambulant. Daarom wil de overheid het aantal ziekenhuisbedden afbouwen. Met ons zorgstrategisch plan schrijven we ons in die evolutie in. Verder is het plan ook besproken met de huisartsen en met het netwerk geestelijke gezondheidszorg.”
“We zijn realistisch, maar ambitieus,” zegt Karen Pieters. “Zo spreken we in het zorgstrategisch plan de ambitie uit voor een PET-scan. Die ontbreekt in onze regio en die leemte willen we met Mira ingevuld zien. Ook voor toekomstige erkenningen, bijvoorbeeld voor de behandeling van zeldzame tumoren, willen we vanuit het netwerk onze ambities formuleren.”
“Het statement dat we voor de toekomst maken is krachtig,” zegt Stefan Van Den Brouck. “Op langere termijn evolueren we naar een eenheid van visie, leiding en vermogen. Beide raden van bestuur en beide medische raden hebben daar hun akkoord voor gegeven. Dat statement toont dat het ons menens is. We kiezen voor elkaar. Die duidelijkheid stimuleert de bottom-up dynamiek. Iedereen weet waar we naartoe gaan. Dat schept vertrouwen en geeft ambitie.”
Wat zijn de volgende stappen?
“Nu het grotere raamwerk vastligt, maken zowel Vitaz als AZ Sint-Blasius binnen die krijtlijnen zijn eigen zorgstrategisch plan,” zegt Karen Pieters. “Dat gebeurt in overleg met elkaar. Het plan op ziekenhuisniveau wordt het fundament voor toekomstige investeringen, bijvoorbeeld in infrastructuur. Dat betekent dat grote investeringen sowieso vooraf doorgepraat worden binnen het Mira-netwerk.”
“Vitaz werkte al aan een eigen zorgstrategisch plan in het kader van de nieuwbouw die we plannen,” zegt Stefan Van Den Brouck. “Verder bouwen we stap voor stap aan de samenwerking. Het elektronisch patiëntendossier is een mooi voorbeeld. Vitaz heeft ervoor gekozen om dezelfde software als AZ Sint-Blasius te gebruiken. Op die manier maken we de gegevensdeling weer wat gemakkelijker. Ook de kwaliteitswerkgroep van beide ziekenhuizen neemt gezamenlijke initiatieven.”
“Tegelijk zetten we ook op een hoger liggend niveau stappen vooruit,” zegt Anne De Paepe. “Zo werd samen met Zorgnet-Icuro en de ziekenhuisnetwerken een stuurgroep opgericht. Elk netwerk voelt immers de behoefte om ervaringen en good practices te delen. We botsen op dezelfde vragen en knelpunten. We willen met onze vragen samen naar de overheid stappen. Want ook voor de overheid ligt nog werk op de plank. Zo is het vandaag nog niet mogelijk om medewerkers op het niveau van het netwerk aan te werven.”
“Een ander voorbeeld zijn de erkenningen en de financiering ervan op het niveau van het netwerk,” zegt Stefan Van Den Brouck. “Tot nu worden erkenningen en financieringen verleend aan individuele ziekenhuizen. Dat verandert wellicht in de toekomst, maar de wetgeving is nog niet aangepast.”
De voordelen worden zichtbaar
“Er wachten nog uitdagingen,” zegt Anne De Paepe. “Toch zie ik al de eerste vruchten van de samenwerking. De artsen van de verschillende disciplines vinden elkaar. Dat vergt tijd, maar de dialoog loopt en de eerste resultaten zijn er. De wil om te slagen is groot. Dat blijkt ook uit het zorgstrategisch plan. Meer en meer artsen delen hun expertise. Ze maken afspraken, bijvoorbeeld om waar wenselijk in beide ziekenhuizen te werken. Die samenwerking kan ik alleen toejuichen. Het is de toekomst.”
“Artsen van beide ziekenhuizen vinden elkaar ook in diverse organen van Mira,” zegt Karen Pieters. “Mira heeft een raad van bestuur, maar ook een medische raad, een college van hoofdartsen, een managementteam … We zetten samen de bakens uit, formuleren gezamenlijk ambities en zorgdoelstellingen voor de regio. We gaan voor eenzelfde doel en hoe beter we elkaar kennen, hoe soepeler het lukt om de violen te stemmen.”
“We zijn klein maar ambitieus,” glimlacht Stefan Van Den Brouck. “Mira telt slechts twee acute ziekenhuizen. Net daarin schuilt onze sterkte. Er is een goede spreiding van de zorg over de regio. Door de krachten te bundelen, kunnen we onze ambities scherper stellen. Dat heeft alleen voordelen. Voor de artsen, voor de medewerkers, maar in de eerste plaats voor de patiënten en de inwoners van de regio Dender en Waas.”