Al meer dan duizend aanvallen tegen het gezondheidssysteem in Oekraïne werden geregistreerd sinds de inval van Rusland in het land. Nooit eerder werden meer aanvallen geregistreerd tijdens een humanitaire noodsituatie. Dat laat Wereldgezondheidsorganisatie WHO weten.
"De 1.004 aanvallen die door de WHO konden worden vastgesteld de voorbije 15 maanden hebben het leven gekost aan 101 mensen - gezondheidspersoneel en patiënten - en hebben nog velen anderen gewond achtergelaten", klinkt het bij de Europese tak van de wereldorganisatie. "Het gaat zowel om gezondheidsinfrastructuur als om leveranciers of transportmiddelen, zoals ambulances".
"Aanvallen op gezondheidsdiensten vormen een schending van het internationaal humanitair recht. Ze ontzeggen mensen de zorgen die ze nodig hebben en die gevolgen zullen zich op lange termijn laten voelen", zegt Jarno Habicht, vertegenwoordiger van de WHO in Oekraïne. "
Vorige week had de Wereldgezondheidsorganisatie in Genève al geëist dat Rusland onmiddellijk zou stoppen met haar aanvallen op gezondheidsinfrastructuur. In bepaalde delen van Oekraïne, zoals het oosten, kunnen de gezondheidsdiensten slechts gedeeltelijk operationeel zijn door de vele beschadigingen na verschillende aanvallen.
Het conflict zorgt ook voor een aanzienlijke stijging van de kosten voor volksgezondheid. Volgens de WHO heeft ruim een derde van de bevolking moeite om bepaalde gezondheidsdiensten te kunnen betalen.