De federale regering draagt 3 miljoen euro bij aan de internationale vaccinatiealliantie. Het geld dient om wereldwijd de achterstand bij de toediening van routinevaccinaties aan kinderen weg te werken, meldt minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit).
Door de coronapandemie is de toediening van vaccins voor ziektes als mazelen of kinkhoest bij kinderen wereldwijd grondig verstoord geraakt. Dat is zeker het geval in de armste landen. Tussen 2019 en 2021 werd een recorddaling vastgesteld van het aantal kinderen dat routinevaccinaties kreeg toegediend, stelt Gennez. Zowat 25 miljoen kinderen misten in 2021 één of meerdere dosissen van het basisvaccin voor tetanus, difterie en kinkhoest, zowat 2 miljoen meer dan in 2020 en 6 miljoen meer dan in 2019.
De kindersterfte dreigt daardoor toe te nemen, waarschuwt de minister, die het "fundamenteel onrechtvaardig" noemt dat kinderen geen toegang zouden hebben tot routinevaccinaties omdat ze in een arm land geboren zijn, en "dat terwijl veel van de ziekten waarover het gaat perfect te voorkomen zijn".
De federale regering maakt daarom 3 miljoen euro vrij voor Gavi, de internationale vaccinatie-alliantie van overheden, ngo's en de medische sector. Die organisatie richt zich voornamelijk op gemeenschappen met een lage vaccinatiegraad en op kinderen die nog helemaal niet gevaccineerd zijn geweest, stelt Gennez. Gavi hielp de voorbije 20 jaar al meer dan 981 miljoen kinderen, zegt ze, waardoor 16 miljoen sterfgevallen zijn voorkomen.
Bovendien wordt daarmee ook welvaart gecreëerd, stipt de Vooruit-minister nog aan. "Gavi schat dat elke euro die we investeren in de vaccinatie van kinderen, er 27 oplevert."