Prehospitaal interventies (PHI's) halen de sterfte naar beneden bij zwaargewonde traumapatiënten. Dat bewijst een pas verschenen studie. (1)

Klopt het dat PHI's van geschoolde urgentiediensten tijdens grond- of luchttransporten de outcome van zwaargewonde traumapatiënten gunstig beïnvloeden? Die hypothese werd getoetst van maart 2012 tot juni 2013. Niet minder dan 3.733 urgente traumatransporten namen de onderzoekers onder de loep. Onder PHI werd intubatie, naald decompressie, Tourniquet, cricothyroidotomie of geavanceerde cardiale hulp gerangschikt.

De trauma's waren veroorzaakt door een stomp (71%) of scherp (25%) voorwerp, of het ging om brandwonden (4%). Gemiddeld bedroeg de leeftijd 39 jaar, driekwart van de onderzochte gevallen waren mannen. De Injury Severity Score (ISS) lag op 5, de Glasgow Coma Score (GCS) lag op 15. Een derde (32%) had traumatic brain injury (TBI) opgelopen, de totale sterfte bedroeg 7%. Diegenen met PHI (n=130, 3,5% van de trauma's) waren het zwaarst gewond: ISS 26 vs. 5, GCS 3 vs. 15, TBI 57% vs. 31%. De Revised Trauma Score (RTS) lag op 5,45 vs. 7,87, de Trauma and Injury Severity Score (TRISS) bedroeg 1,32 vs. 4,89. De sterfte (56% vs. 5%) liep sterker uiteen (p<0,05) dan bij wie geen PHI kreeg.

Luchttransport was aan de orde voor 22% van de patiënten. Er bleken meer patiënten met TBI, verwondingen door stompe voorwerpen, hoge ISS en lange prehospitalisatietijden (p<0,05), maar de mortaliteit lag even hoog als bij de grondgetransporteerden. Bij de meeste zwaargewonden met tekenen van leven die PHI kregen, bleken ISS, prehospitalisatietijd en proporties van TBI, stompe trauma's en luchttransport gelijkaardig. De mortaliteit lag evenwel significant lager 43% vs. 23%, p = 0,021).

Conclusie: PHI's bleken in het stedelijk traumasysteem gepaard te gaan met een lagere mortaliteitsincidentie bij ernstig gewonde traumapatiënten en niet uitgesteld transport naar definitieve zorg.