We moeten aanstaande ouders goed informeren over de kortetermijngevolgen van een keizersnede. De langetermijngevolgen zijn wetenschappelijk nog niet helemaal duidelijk. Het Kenniscentrum sensibiliseert zorgverleners voor deze mogelijke gevolgen. In ons land bestaan belangrijke verschillen in keizersnedepercentages per ziekenhuis: van 12% tot 33%.
Doordat talrijke studies tegenstrijdige resultaten opleveren, kunnen we voor de gevolgen op lange termijn moeilijk definitieve conclusies trekken. Voor de kortetermijngevolgen worden de reeds gekende risico’s van ademhalingsproblemen bij de baby bevestigd, vooral als de keizersnede gepland is vóór de 39e week van de zwangerschap.
Voor de moeder kunnen er vooral problemen optreden bij de volgende zwangerschappen, zoals een baarmoederscheur of problemen met de moederkoek (placenta). Vaak zal er dan een nieuwe keizersnede nodig zijn. Het KCE beveelt daarom aan om de aanstaande ouders over dit alles goed te informeren, en om de zorgverleners te sensibiliseren voor deze mogelijke gevolgen.
Daarbij sluit het zich aan bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die ervoor pleit om enkel een keizersnede uit te voeren als het echt nodig is.
De laatste dertig jaar nam het aantal keizersneden overal ter wereld toe. In 1985 raadde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aan om het aantal keizersneden te beperken tot maximaal 10 tot 15% van het totale aantal geboorten. 25 jaar later, in 2010, werd in bepaalde Europese landen echter al bijna 35% van de geboorten met keizersnede uitgevoerd. In België schommelen we vandaag rond de 21% (20,6% in Vlaanderen, 22,2% in Wallonië en 20,4% in het Brussels Gewest).
Daarbij stellen we belangrijke verschillen tussen de ziekenhuizen vast (van ongeveer 12 tot 33 %). Een praktijk die steeds meer normaal wordt gevonden.
Geen keizersnede voor 39ste week
Het KCE beveelt aan aan om zeker vóór de 39ste week geen keizersnede te plannen. Hersenverlamming (CP- Cerebrale Parese) bij de baby was lang één van de meest gevreesde complicaties. Omdat lang werd gedacht dat CP werd veroorzaakt door een zuurstoftekort tijdens de geboorte, opteerden vele verloskundigen voor een keizersnede, om zo het risico te verlagen. Vandaag blijkt echter dat CP al tijdens de zwangerschap kan ontstaan. Het literatuuronderzoek toont niet aan dat bij een normale, voldragen zwangerschap, met een baby in hoofdligging, een geplande keizersnede het risico op een CP verkleint of vergroot.
Evenin is er bewijs van invloed op de immuniteit of de ontwikkeling van de baby. Er wordt al een aantal jaren gesteld dat een keizersnede de ontwikkeling van de immuniteit van het kind kan verstoren. Bij een normale geboorte komt het kind via het geboortekanaal in contact met de vaginale en darmflora van de moeder. Hierdoor gaat het zijn eigen darmflora opmaken, en dit speelt dan weer een bepalende rol bij de rijping van zijn immuunsysteem. Bij een geboorte met keizersnede heeft dit contact uiteraard niet plaats.
Toch is niet bewezen dat na een keizersnede het kind een hoger risico loopt op allergische aandoeningen zoals astma, eczeem of voedingsallergieën, of op auto-immuunziekten zoals darmontstekingen (Crohn, colitis), diabetes type 1 of coeliakie. Evenmin vonden de onderzoekers een betrouwbaar en eensluidend bewijs van een verhoogd risico op obesitas bij kinderen of jongeren die met een keizersnede waren geboren. De bevallingswijze blijkt ook geen invloed te hebben op het ontstaan van ontwikkelingsstoornissen bij het kind (concentratieproblemen, autisme,…).
Informeren en een goed geïnformeerde keuze maken Als zij om medische redenen wordt uitgevoerd, voorkomt de door sommigen bejubelde, en door anderen verguisde keizersnede ongetwijfeld gevolgen die soms zeer ernstig kunnen zijn voor moeder en kind. Maar ze is en blijft een chirurgische ingreep die niet zonder risico’s is.