75 gevallen van lichamelijk, 2.870 van verbaal geweld tegen artsen per dag in Duitsland: dat zijn de eerste voorlopige resultaten van de ‘artsenmonitor’ bij onze oosterburen.
Ook Duitsland probeert het fenomeen van geweld tegen artsen en hulpverleners beter in kaart te brengen. Dat proces komt in een stroomversnelling na enkele recente moorden op artsen.In 2016 schoot een gepensioneerde een kaakchirurg dood in een Berlijns ziekenhuis. In 2015 vermoordde een 44-jarige zijn psychiater met acht schoten in zijn praktijk in Saarbrücken. Het mondde uit in de ‘artsenmonitor’ die startte in mei van dit jaar. De ‘artsenmonitor’ is een registratiesysteem van geweld tegen artsen, te vergelijken met wat de Orde en de PRaag-groep nu bij ons doen, en de recente diepgaande enquête onder leiding van professor huisartsgeneeskunde Dirk Devroey
De eerste resultaten van de artsenmonitor in Duitsland zijn nu bekend net na een triest dieptepunt: de recente moord op een huisarts in Offenburg. De gegevens doen de wenkbrauwen fronsen.
Duitsland telt 145.000 artsen. Aan de monitor werkten 11.000 artsen uit privépraktijken mee, 7.000 antwoorden werden voorlopig gevalideerd en geanalyseerd. De resultaten werden geëxtrapoleerd. En dan zouden er zich in Duitsland zowat 75 gevallen van geweld per dag tegen artsen en/of hun praktijkmedewerkers voordoen. Een kwart van de artsen heeft hiermee al ervaring.
Kleinere praktijk meer risico
Verbaal geweld lijkt nog vaker voor te komen: landelijk wordt het aantal gevallen geschat op 2.870 per dag, vier op de tien artsen werden er het slachtoffer van. Verbaal geweld lijkt een probleem te zijn van grotere praktijken. Volgens de evaluatie neemt fysiek geweld toe naarmate een praktijk kleiner is. Slechts ongeveer elke vierde fysieke aanval wordt gemeld door een arts.
Om alles in perspectief te zetten: volgens de artsen vinden er in Duitsland jaarlijks ongeveer een miljard contacten tussen artsen en patiënten plaats. In artsenpraktijken telt men ruim 600 miljoen behandelingen.