Het aantal rokers is - na twee jaar met een stijgende trend - opnieuw afgenomen. Dat blijkt uit de nieuwe rookenquête van Stichting Tegen Kanker. In 2022 geeft 24 procent aan te roken. Dat ligt in lijn met het cijfer van 2019, net voor de coronacrisis. Toen gaf 23 procent van de Belgen aan een dagelijkse of occasionele roker te zijn. De afgelopen jaren lag dat cijfer op 29 procent in 2020 en 27 procent in 2021.
Het aantal mannelijke rokers is in 2022 wel afgenomen (van 31 naar 26 procent), toch blijven mannen vaker roken dan vrouwen (26 tegenover 23 procent). Voorts blijkt dat roken het vaakst voorkomt in Brussel en bij de laagste sociaaleconomische klassen. Het aantal dampers is de afgelopen vier jaar dan weer wel stabiel gebleven.
Uit de enquête blijkt voorts dat bij 62 procent van de rokers de intentie om te stoppen aanwezig is. Toch voegt slechts een op de vijf ook daadwerkelijk de daad bij het woord. Om dat cijfer op te krikken, pleit Stichting Tegen Kanker ervoor om artsen en ziekenhuizen meer ondersteuning te bieden om hun rokende patiënten aan te spreken over hun rookgedrag. Het geld daarvoor zou volgens de stichting gehaald moeten worden bij de tabaksproducten zelf, iets waar 71 procent van de ondervraagden aangeeft voorstander van te zijn.