De inwoners van het dorp Tervant (Beringen) luiden de alarmklok nadat in hun omgeving een significante stijging is vastgesteld van dioxines (PCDD/F) en dioxine-achtige PCB's. De inwoners wijzen naar de in 2020 opgestarte afvalverbrandingsoven van Bionerga als mogelijke oorzaak. "Het eerste jaar van de opstart van de oven hadden we al een stijging van 680 procent. Daar zijn we van geschrokken", laat Peter Houdmeyers van bewonersgroep Leefbaar Tervant weten. "Op veel plaatsen zitten we met zeer significante stijgingen. Die orde van grootte hadden we niet verwacht."
In 2019 vroegen de inwoners van Tervant aan het stadsbestuur van Beringen om de dioxinewaardes in hun buurt te onderzoeken. Die stelde expert ToxicoWatch aan om een driejarig biomonitoringonderzoek uit te voeren op eieren van buitenrennen in de buurt om de mogelijke gevolgen van de opstart van afvalverbrandingsoven van Bionerga te onderzoeken. De resultaten van een eerste meting met betrekking tot de aanwezigheid van dioxines (PCDD/F) en dioxine-achtige PCB's (dl-PCB) werden beschouwd als een basismeting waartegen twee opeenvolgende metingen in 2021 en 2022 werden vergeleken. Sinds de afvalverbrandingsoven in 2020 in gebruik werd genomen werden stijgingen vastgesteld van bepaalde dioxines tot 770 procent.
"We kunnen niet zo maar met de vinger in de richting van Bionerga wijzen, maar sinds die oven is opgestart zijn er zeer grote stijgingen", aldus Houdmeyers. "Maar je hebt verschillende dioxinetypes en het dioxinetype dat serieus gestegen is, is afkomstig van een onvolledige verbranding van complexe samengestelde stoffen. Dat komt niet door een houtkachel of het verkeer. Dan moet je nakijken wat in de buurt zulke complexe samengestelde stoffen verbrandt."
Leefbaar Tervant merkte tijdens het onderzoek dat het hele dossier rond de mogelijke vervuiling door de afvalverbrandingsoven politiek zeer gevoelig ligt. "Overheden reageren op deze meetresultaten met de gekende one-liner "het is overal zo in België", maar het gaat in dit geval over stijgingen die zich jaarlijks voordoen sedert de opstart van de oven, wat niet overal zo is. Men heeft ook de neiging om het onderzoek te reduceren tot een probleem van eierenconsumptie, terwijl het gaat over een biomonitoringonderzoek om een idee te krijgen wat wij als mens opnemen in ons leefmilieu."
In een eerste reactie op het onderzoek laat de Beringse schepen van leefmileu Tijs Lemmens (Voluit) weten dat Vlaanderen nu aan de slag moet gaan om de vervuiler(s) te bepalen. "Het is een meting en een bronbepaling is daar niet mee gebeurd. Voor ons is het onduidelijk wat de oorzaak is. We vragen aan Vlaanderen om onderzoek te doen. Als stad zijn we hiervoor niet uitgerust en hebben er ook de budgetten niet voor."
De schepen is dan ook voorzichtig om naar een bedrijf te wijzen als oorzaak van de onrustwekkende toename van de dioxines. "Elk bedrijf in de buurt dat een verbrandingsproces heeft kan mee aan de basis liggen. Daarom moet er een bronbepaling komen."
Het stadsbestuur en Leefbaar Tervant hebben de resultaten doorgespeeld aan de bevoegde instanties in Vlaanderen. Er komt ook nog een officiële brief vanuit het college. In afwachting van eventuele acties gaat Leefbaar Tervant zelf nog een PFAS-onderzoek op de lokale eieren financieren.