De Einsteintelescoop kan in Vlaanderen zorgen voor een productiviteitsgroei tot 0,22 procent of omgerekend 1,5 miljard euro. Het project kan ook jobs creëren - meer bepaald tot 12.000 jobjaren of omgerekend circa 925 jobs - en leiden tot de vorming van een hoogtechnologische cluster en een "wetenschappelijke hotspot".
Dat staat te lezen in de socio-economische impactstudie van Ortelius, een dochteronderneming van Econopolis, die is uitgevoerd in opdracht van Vlaams minister-president Matthias Diependaele en POM (Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij) Limburg. De ondergrondse Einstein Telescope (ET) wordt Europa's meest geavanceerde observatorium voor zwaartekrachtsgolven. Bedoeling is om er grensverleggend wetenschappelijk onderzoek te doen naar het universum.
Opportuniteit
Nederland, België en Duitsland onderzoeken samen of ze dit observatorium kunnen huisvesten in de regio rond het drielandenpunt. Vlaanderen heeft alvast 200 miljoen euro gereserveerd voor het 'Big Science'-project.
De socio-economische impactstudie van Ortelius is duidelijk: "De kandidatuur is een opportuniteit die zich in het verleden niet heeft voorgedaan en die zich wellicht in de komende decennia niet snel opnieuw zal manifesteren".
Het project zal volgens de studie een "positieve return on investment" hebben. Zo is er onder meer sprake van extra jobs. De studie spreekt van 5.021 tot 12.142 jobjaren - één baanjaar is goed voor één voltijdse job voor een volledig jaar - of omgerekend tot circa 925 jobs. Daarnaast is er sprake van een productiviteitsgroei die zou kunnen pieken tot 0,22 procent of omgerekend 1,5 miljard euro.
De vorming van een hoogtechnologische cluster aan het drielandenpunt zou de innovatie en economische groei ook kunnen stimuleren. Het project kan daarbij "een uithangbord voor STEM-studenten" worden. Het aantal afgestudeerden in de STEM-richtingen kan stijgen en het aantal STEM-doctorandi zou met 1,2 procent toenemen 10 jaar na de initiële investering.
Minister-president Diependaele reageert enthousiast op de onderzoeksresultaten. Hij droomt van een soort "Silicon Valley in de drielandenregio". Ook POM-voorzitter Tom Vandeput ziet in de studie een bewijs dat de Einsteintelescoop "een ongeziene kans" is voor Limburg."
Niet zonder risico's
Toch is het project niet helemaal zonder risico's, zo stipt de studie ook aan. Die risico's zouden ook het terugverdieneffect van de investering negatief kunnen beïnvloeden. "Budgetoverschrijdingen als gevolg van toenames in kosten of gebrekkig projectmanagement kunnen de publieke steun ondermijnen", klinkt het. Ook de geografische locatie van de telescoop, op het drielandenpunt, vergt volgens de onderzoekers "een nauwe coördinatie tussen lokale, reginale en nationale overheden".
"Het rendement van ET (Einsteintelescoop, red.) is dus niet gegarandeerd", waarschuwt de studie. Er zijn volgens de onderzoekers wel manieren om die risico's te verminderen en het rendement te verhogen.
De totale kostprijs voor de telescoop wordt geraamd op 2,3 miljard euro. De bouw van de telescoop zelf zou zo'n 9 jaar in beslag nemen, waarna er naar schatting voor 50 jaar aan metingen kunnen gedaan worden. België, Nederland en Duitsland zijn niet de enigen die hun kandidatuur voor de telescoop voorbereiden. Er was al concurrentie van het Italiaanse Sardinië en recent diende ook de Duitse deelstaat Saksen zich aan. De beslissing valt normaal gezien in 2026.